Sophia Loren heeft filmgeschiedenis geschreven. Volgende week zaterdag wordt ze tachtig jaar. Ze verleent ons audiëntie in Genève om te praten over haar biografie Mijn leven, die deze week in tien talen verschijnt. ‘De moederrol is voor elke kunstenares de uitdaging die het meest van haar vergt.’

Ze heeft een gezicht uit de duizend. Haar honingkleurige ogen met de licht versluierde blik. Haar expressieve mond. Haar geprononceerde neus. Haar majestueuze gestalte. Ze is bijna tachtig, een kaarsrechte vrouw van 1,74 meter. Zelfs als het twintig jaar geleden is dat je Sophia Loren in de bioscoop hebt gezien, heb je toch haar beeld in je hoofd. Daar is ze, de diva, inmiddels weduwe, grootmoeder, een dame die geconcentreerde waardigheid en elegantie uitstraalt. Wie haar tegemoet treedt, voelt zich hoe dan ook een tikkeltje beschroomd.

Mannen die haar op het witte doek hebben gezien, denken dat ze een vrouw met een weelderig figuur is. Maar dat clichébeeld moet worden gecorrigeerd. In werkelijkheid is ze gewoon slank. Het is gênant dat men haar zo vaak tot een seksbom heeft gereduceerd, wat ze in heel wat Hollywoodproducties natuurlijk ook wel was. Clichés hebben een voedings-bodem, ze ontstaan niet zomaar uit het niets. Met een geraffineerde striptease in Ieri, oggi, domani (1963) bracht Sophia Loren het hoofd van haar jarenlange filmpartner Marcello Mastroianni zozeer op hol dat hij als een dolverliefde wolf begon te huilen.

De oude dame zonder leeftijd ontvangt ons in Genève, waar ze meestal verblijft. Eigenlijk is het meer een audiëntie. Van zichzelf beweert ze dat ze ‘schuchter’ en beheerst is. Haar autobiografie Mijn leven, die volgende week in tien talen verschijnt, verraadt geen enkele affaire, geen echtbreuk, geen gedachte aan scheiding. Het is geen verhaal over frivoliteiten, maar over een streven naar normaliteit, een hunkering naar fatsoen en correctheid.

Signora, kan dat werkelijk waar zijn? De hele wereld heeft in u een sekssymbool gezien. Iedereen geloofde dat u een relatie had met Mastroianni, met wie u twaalf films hebt gedraaid. Of met Cary Grant, die u een tijdlang dagelijks rozen liet bezorgen nadat hij samen met u in 1957 in The Pride and the Passion had geacteerd.

‘Gelooft u dan dat een filmster zich van de ene liefdesaffaire in de andere moet storten, van het ene huwelijk in het andere? Dat was voor mij nooit een levensmodel. Het klopt dat Cary Grant me een huwelijksaanzoek deed, me daardoor in grote verlegenheid bracht en me zelfs deed panikeren. Ik was werkelijk helemaal in de ban van Cary toen ik hem leerde kennen, hij was mijn eerste kennismaking met de Amerikaanse film. Zijn genegenheid heeft destijds veel voor mij betekend. Maar de magie was niet duurzaam. Ik had mijn keuze al gemaakt en mijn keuze was juist. Ik heb er nooit spijt van gehad.’

De beslissing waarover ze spreekt, was haar liefde voor Carlo Ponti, de grote Italiaanse filmproducent. Haar echte naam is Sofia Scicolone. Ze werd op 20 september 1934 geboren als de buitenechtelijke dochter van Riccardo Scicolone en Romilda Villani uit Pozzuoli, een plaatsje in de buurt van Napels. Ze was nog geen zeventien toen ze in 1951 in Ponti’s blikveld kwam. Het meisje had voor de zoveelste keer deelgenomen aan een van de schoonheidswedstrijden die ze meestal niet won, maar waar ze wel beslag legde op een van de eerste plaatsen. Haar ambitieuze moeder, die haar alleen opvoedde, introduceerde haar omwille van het geld in dat soort concours. De eerste keer was ze amper vijftien jaar. Het zou haar entreekaartje in de ‘droomfabriek’ van de filmwereld worden.

Carlo Ponti was destijds negenendertig jaar, dus tweeëntwintig jaar ouder dan Sofia. Hij was al getrouwd en had twee kinderen. Hij inviteerde het meisje met het interessante gezicht voor proefopnamen in zijn studio. Het begin was niet veelbelovend. Ze moest een badpak aantrekken, een brandende sigaret in de hand houden, hoewel ze nog nooit gerookt had, en voor de camera heen en weer paraderen. ‘Ik voelde me helemaal niet op mijn plaats.’

Het ging ook mis. De cameraman mopperde: ‘Ik kan haar onmogelijk opnemen. Haar gezicht is te breed, haar mond te groot, haar neus te lang.’ Met die woorden kon men een meisje dat een grote prestatie wilde neerzetten, vernietigen. ‘Ik wist ook wel dat ik niet over de hele lijn aan het klassieke schoonheidsideaal beantwoordde. Ik had van alles wat te veel.’

Maar het afwijken van de norm, het enigszins anders-zijn kon ook de sleutel van het succes zijn. Dat moet Ponti ingezien hebben. Anders dan Cary Grant enkele jaren later hoefde hij haar het hof niet te maken. Ze verbond zich met hem omdat dit alles voor haar geen spel was, maar omdat ze er de kans in zag om te ontsnappen aan de krenkingen – armoede, gebrek, vernederingen – die ze in het verleden had ondergaan.

Het meisje schaamde zich omdat haar levensomstandigheden zo verschilden van die van haar vriendinnen in de katholieke verpleegstersschool. ‘Mijn vader was er niet’, schrijft ze, ‘en mijn moeder was te blond, te groot, te levendig en vooral was ze niet getrouwd. Ik wenste dat ik een normale moeder had die me zekerheid gaf, een moeder met zwart haar en een verfrommelde schort, met gegroefde handen en een vermoeide blik.’ Zulke moeders heeft ze dan later zelf gespeeld, bijvoorbeeld in het drama Una giornata particolare uit 1977. Haar beste film, zegt ze zelf.

Er is niet veel psychologie nodig om de hunkering, de ernst en de passie van de jonge vrouw te duiden. Haar moeder was niet in staat om Riccardo op te geven, ook al liet hij haar altijd zitten. Hij scheepte haar zelfs op met een tweede buitenechtelijke dochter, het toppunt van schande in het zuidelijke Italië van die tijd. Haar moeder deed wat ze kon om haar kinderen een beter lot te bezorgen.

Sterfkamer

Door die les van haar moeder nam Sofia zich voor om het anders aan te pakken. Ze zocht compensatie voor de ellende waarin de verre vader het verscheurde gezin had gestort. Toen hij stierf, probeerde de dochter, die al lang een ster was, te huilen. ‘Ik kon het niet. Ik stond afzijdig aan het venster van zijn sterfkamer in het ziekenhuis en probeerde enkele tranen uit mijn ogen te persen. Tevergeefs.’ Die tranen had de geroutineerde actrice zonder meer kunnen produceren, maar Sophia Loren heeft tussen het acteren, ‘het werk’ zoals ze zegt, en haar echte, intieme leven, altijd een zorgvuldig onderscheid gemaakt.

Vond ze in Carlo Ponti niet alleen de echtgenoot, maar ook de vaderfiguur die ze gemist had?

‘Hij was een ongelooflijk genereus en goedhartig man, op wie ik altijd kon rekenen. Vanaf het begin gaf hij mij een gevoel van zekerheid en nabijheid, alsof we elkaar altijd al gekend hadden. Hij gaf me het wonderlijk gevoel dat hij me begreep. Ik had de ideale man gevonden, dat voelde ik, ook al begreep ik misschien nog niet helemaal waarom.’

Het verhaal van Sophia Loren – in haar carrière, in haar gezin en privé – draait van dan af rond de ontmoeting met Carlo: ‘Vanaf dat moment was alles een lang, een zeer lang begin dat we samen doorleefd hebben, zonder elkaar ooit te verlaten.’ Hun gemeenschappelijke leven duurde meer dan vijftig jaar, tot aan zijn dood op 10 januari 2007 in Genève. Slechts één keer heeft hij haar uit jaloezie in het publiek een oorvijg gegeven. Cary Grant had haar weer eens een bos rozen gestuurd, en zij dweepte: ‘Hij is toch zo aardig.’ Was de kwestie misschien toch niet zo onschuldig? ‘Hij heeft me nooit weer geslagen’, verzekert ze nu in ons gesprek. ‘Het was de emotionele reactie van een verliefd man die een ogenblik zijn zenuwen niet meester was.’

Carlo Ponti, de producent die goede relaties met Hollywood onderhield, zorgde ervoor dat ze Engels leerde. Hij hielp haar aan de eerste contracten voor haar grote filmrollen. Alleen de naam waarmee ze wereldberoemd werd, komt merkwaardig genoeg niet van hem. De Napolitaanse producent Goffredo Lombardo, die haar in 1952 de eerste hoofdrol (in Africa sotto i mari) aanbood, verzon het pseudoniem Loren, omdat Scicolone hem niet beviel. Een bord met de Zweedse actrice Märta Torén inspireerde hem daarbij. Uit de f van Sofia maakte hij bovendien een ph, wat gelijk klonk, maar er voornamer uitzag.

Daad van verzet

Het unieke succesverhaal van Sophia Loren is het relaas van al de krenkingen die ze te boven is gekomen. De herinnering aan haar ‘bittere wortels’ is het cement van haar biografie. Ze legde zichzelf een ijzeren discipline op. Ze was bereid om zonder ophouden te werken. In het succes en de waardering zocht ze compensatie voor de ontbrekende normaliteit. Om dat te begrijpen had ze geen psychoanalyticus nodig, geen ‘shrink’ zoals andere Hollywoodsterren. Terugblikkend zegt ze dat haar carrière een daad van verzet was, een poging om zich via de kunst te handhaven.

‘Dat is mijn lot. Terwijl ik als actrice van passionele, tragische rollen, van overgevoelige personages hou, probeer ik in het echte leven koel, gedisciplineerd en terughoudend te zijn. Kortom normaal. Maar die normaliteit lukt me niet.’ In elk geval duurde het lang en kostte het haar nog grote inspanningen om die normaliteit in de loop van haar leven te bereiken. Ze citeert de grote schrijver en scenarist Alberto Moravia: ‘Je lijdt nooit voor niets, tenminste, als je wil weten waarom je lijdt.’

In ons gesprek treedt de bijna tachtigjarige op zoals ze zichzelf beschrijft. Zeker niet ongenaakbaar, maar wel koel, gedisciplineerd en gereserveerd. Zonder pathos, niet sentimenteel of melodramatisch. Een vrouw die zichzelf met de nuchterheid van een entomoloog onder de loep observeert. Het is alsof ze zichzelf zonder enige emotie beschrijft, ten hoogste met een zweem van melancholie. Alcohol, drugs en zenuwinzinkingen, al die attributen die vaste prik zijn bij grote sterren, zijn aan haar niet besteed. In plaats van uit de toon te vallen, wilde ze normaliteit. Pas nu lijkt ze die bereikt te hebben, op een leeftijd waarin de gezapiger verstrijkende tijd niet meer met nieuwe gevaren dreigt.

Terwijl ze als actrice het ene succes na het andere boekte en in goede, uitstekende en middelmatige films (samen meer dan honderd) speelde, eerbewijzen en twee Oscars binnenreef, vond ze in haar privéleven, waar het haar om te doen was, altijd nieuwe obstakels op haar weg. Ze wilde La Signora en La Mamma zijn. Ze hunkerde naar de normaliteit van een intact gezin. Maar dat zo menselijke, kleinburgerlijke ideaal dreigde haar voortdurend te ontglippen. Carlo was immers nog altijd getrouwd met de advocate Giuliana Fiastri. Die ging weliswaar akkoord met een scheiding, maar scheidingen waren in het toenmalige katholieke Italië nog niet toegelaten. Niet alleen bigamie, ook concubinaat was een vergrijp dat strafrechtelijk werd vervolgd.

Ponti gaf Amerikaanse advocaten de opdracht om een uitweg te vinden. De advocaten lieten de twee in het huwelijk treden in september 1957, in Ciudad Juárez, Mexico, zonder dat de trouwlustigen zelf aanwezig waren. De ringen werden symbolisch uitgewisseld. In Italië was het huwelijk ongeldig. Omdat ze door het Italiaans justitieapparaat vervolgd dreigden te worden, verbleef het paar jarenlang in het buitenland, uit angst om thuis gearresteerd te worden. Sophia werd in Italië als een zondares gestigmatiseerd. Haar films belandden op de index van de kerk.

Pas in 1966 konden Sophia en Carlo volgens de regels trouwen, in het stadhuis van Sèvres in de buurt van Parijs, nadat zijzelf en Giuliana de Franse nationaliteit hadden aangenomen. Sindsdien is Sophia Loren een Française. Maar ze haast zich om eraan toe te voegen dat ze in haar binnenste natuurlijk een Italiaanse is gebleven. Alsof daarover ook maar de geringste twijfel zou kunnen bestaan.

Heldinnen

Om de normaliteit te bereiken ontbrak nog iets anders wat belangrijk was: kinderen. Twee keer had ze een miskraam. Ze dacht al dat ze zich bij haar kinderloosheid zou moeten neerleggen toen ze in Genève de juiste gynaecoloog vond die haar oestrogenen voorschreef. In december 1968 kwam haar eerste zoon, Carlo Ponti junior, ter wereld. Vier jaar later volgde de tweede, Edoardo. ‘Eindelijk was mijn droom, mijn echte droom, werkelijkheid geworden.’

Precies vijftig dagen bleef ze na de geboorte van haar eerste kind in de cocon van het ziekenhuis, uit angst voor de confrontatie met het nieuwe, ‘het echte leven’ buiten. ‘Een leven, dat helemaal in tegenstelling tot de film geen draaiboek had waarnaar ik me had kunnen richten.’ Als ze over moederschap en moederlijke gevoelens spreekt, verliest Sophia Loren haar zorgvuldig bewaarde afstandelijkheid en keert ze terug naar de moeilijke tijd van haar kinderjaren. Moeders zijn voor haar heldinnen, die strijden en zich opofferen, ‘daarom is de moederrol voor elke kunstenares de uitdaging die het meest van haar vergt’.

Nog een derde beproeving moest ze in haar streven naar normaliteit doorstaan. In 1982 werd ze wegens belastingfraude veroordeeld tot een gevangenisstraf. ‘Altijd weer’, zegt ze, ‘werd ik de dupe van mijn kwetsbaarheid. Het is onmogelijk om die kwetsbaarheid uit te wissen.’ Voor een wereldberoemde persoonlijkheid is wellicht niets zo vernederend als de anonimiteit van de gevangenis, al was het maar voor zeventien dagen. Pas in 2013 werd ze definitief van alle juridische aantijgingen gezuiverd.

Signora Loren, u hebt filmgeschiedenis geschreven. Zocht het arme meisje uit Pozzuoli alleen maar het kleine geluk en vond ze daarbij het grote succes?

‘U hebt gelijk, succes en geluk zijn niet hetzelfde. Ik heb het ene vroeg bereikt en om het andere heb ik me altijd zorgen gemaakt. Terugblikkend op mijn leven ben ik verbaasd dat dit allemaal echt is gebeurd. Het is zoals in een sprookje: er was eens een arm meisje, er was eens een jonge vrouw, er was eens een actrice… en er was eens een bitter en tegelijk fantastisch leven. Het was de moeite waard.’

Sophia Loren, Mijn leven, Luitingh-Sijthoff, 368 blz., 19,95 euro.

DOOR ROMAIN LEICK; © Der Spiegel/vertaling: Piet de Moor

‘Mijn vader was er niet, en mijn moeder was te blond, te groot, te levendig en vooral was ze niet getrouwd.’

Sophia werd in Italië als een zondares gestigmatiseerd. Haar films belandden op de index van de kerk.

Alcohol, drugs en zenuwinzinkingen, al die attributen die vaste prik zijn bij grote sterren, zijn aan haar niet besteed.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content