Het straatoproer na de moord in Borgerhout op de jonge islamleraar Mohammed Achrak joeg politici de schrik om het hart. Opgewonden kamerleden, zoals Guido Tastenhoye van het Vlaams Blok en Marc Van Peel van CD&V, nog nagloeiend van de wijn bij een copieuze lunch, eisten de onmiddellijke arrestatie, ja uitwijzing van onruststoker Abou Jahjah. Volgens Van Peel moesten ze nu niet komen aanzetten met de hoge werkloosheidscijfers in de allochtone wijken om het straatgeweld van de voorbije dagen te verklaren.
Minister Antoine Duquesne van Binnenlandse Zaken kon zich helemaal vinden in het standpunt van de christen-democraat. Hij verzekerde de kamerleden niet te zullen aarzelen de wet te wijzigen als de huidige wetgeving niet toeliet Jahjah aan te pakken.
Een week eerder nog beriep premier Guy Verhofstadt zich voor het Europa College in Brugge op Montesquieu en het principe van de scheiding der machten als basis voor de Europese natievorming. Maar blijkbaar hebben sommigen Montesquieu beter onder de arm dan onder de knie. Want in het parlement werd minister Duquesne, die al eens de misdaadstatistieken volgens de electorale noden laat aanpassen, niet tegengesproken door zijn premier. Die beloofde de volksvertegenwoordiging dat een actie van het Antwerpse parket tegen de Arabisch-Europese Liga een kwestie van dagen zo niet van uren was. En zo geschiedde. Luttele uren later werd Abou Jahjah op vraag van de minister van Justitie van de straat geplukt.
Door het parket te dwingen tot die prompte arrestatie, dacht de paars-groene regering snel en efficiënt te handelen. Ze slaagde er enkel in brutaal te zijn. In het nauw gedreven mediocriteit is altijd gevaarlijk.
Eens Jahjah achter de tralies, was er eindelijk ruimte voor politiek denkwerk over het integratiebeleid. Vlaams minister-president Patrick De- wael, die de afgelopen jaren zelden dit onderwerp aansneed, riep ineens op tot dialoog met de alloch- tone gemeenschap. Agalev pakte uit met een Mar- shallplan voor Borgerhout. Dat was voor velen een verrassing. De groenen maken al acht jaar deel uit van het Antwerpse stadsbestuur, zetelen al meer dan drie jaar in de Vlaamse en federale regeringen en hebben zelden naar Borgerhout getaald.
Els Van Weert, voorzitster van Spirit, kreeg dan weer een openbaring tijdens de lectuur van De verrijkte samenleving, het nieuwste boek van haar mentor Bert Anciaux. Die lanceert daarin een idee waarvan Van Weert denkt dat het de panacee is om in de toekomst hardhandige confrontaties met de allochtone gemeenschap, zoals die in Antwerpen, te vermijden.
Anciaux en Van Weert willen dat alle partijvoorzitters in het land een pact voor interculturele samenwerking sluiten. In die overeenkomst moeten afspraken worden gemaakt over de grote waarden waarover niet te discussiëren valt. Van Weert en Anciaux denken daarbij aan de universele rechten van de mens, de scheiding van kerk en staat, het principe van non-discriminatie, de rechten van de vrouw, van het kind, kortom de gelijkheid van mensen en gemeenschappen. Misschien moet iemand Anciaux en Van Weert eens uitleggen dat zo een pact al bestaat. Sommigen noemen dat de grondwet. En als we de allochtone medeburgers stemrecht geven, dan kunnen ze daar eindelijk in het parlement over komen meepraten.
Naar het voorbeeld van Pim Fortuyn in Nederland was het ook alhier al een tijdje politiek correct om openlijk de maat te nemen van de allochtone gemeenschap. Want eigenlijk zit daar toch een aantal ‘kutmarokkanen’ tussen die ons het leven lastig maken. Dat ook neer te schrijven, getuigde zelfs van een zekere journalistieke viriliteit.
Hier en daar werd meteen opgegeven over het mislukte integratiebeleid. De schuld daarvoor werd zelfs grotendeels op het conto van de allochtone Belgen geschreven. Al vertelde niemand erbij wat er dan wel met die tientallen miljoenen voor sociale en andere fondsen was uitgericht en wie daar beter van geworden was. In elk geval niet Mohammed Achrak.
Toen dit blad enkele maanden geleden, bij wijze van waarschuwing, Dyab Abou Jahjah aan het woord liet, waren de verwijten niet van de lucht. Al was toen al duidelijk dat Jahjah, een academicus die politiek geschoold werd bij het ABVV en omringd is door medewerkers die nog als militant bij de SP.A dienst hebben gedaan, de frustratie onder de jonge allochtone werklozen beter in kaart had dan Marc Van Peel en zelfs het Antwerps stadsbestuur en de Vlaamse overheid. In het gesprek met Knack maakte hij geeneens een geheim van zijn intenties die hij vorige week in de straten van Antwerpen tot uitvoer trachtte te brengen. Alleen de zelfbeheersing van de bewoners van Borgerhout heeft de stad Antwerpen voor erger behoed.
Drie keer al werd de Belgische overheid uit een benarde situatie gered door de koelbloedigheid van de allochtone gemeenschap. Een eerste keer na de moord op Loubna Benaïssa, een tweede keer nadat een dolgedraaide Schaarbekenaar een Marokkaans ouderpaar vermoordde, en nu na het drama in Borgerhout.
Als de Belgische samenleving niet snel haar verplichtingen tegenover niet-Europese landgenoten naleeft, komt er wellicht geen vierde keer.
Rik Van Cauwelaert