Torenhoge werkloosheid, strenge censuur, intimidaties en repressie: veel Iraniërs vinden dat ze beter af waren voor president Ahmadinejad aan de macht kwam. Maar over de kans op een regimewissel na de presidentsverkiezingen van juni maken weinigen zich illusies. ‘Er zijn niet voor niets zoveel politiemannen op straat. Ze bedreigen de bevolking zodat iedereen zijn mond houdt.’

‘Heb je de graffiti op de muur gezien toen je hier binnenkwam? Die werd erop gespoten terwijl de politie toekeek. Ze waren duidelijk blij met wat er gebeurde. Hier in Iran beschermt de politie je niet’, zegt Nobelprijswinnares Shirin Ebadi in haar kantoor aan huis in het centrum van Teheran. Haar voordeur en het hek van de garage zijn door demonstranten vol geklad met rode graffiti: ‘Naar de hel met de schrijfster die voor het buitenland werkt’ en ‘Shirin = Amerika’ staat er op de muur.

De stemming bij Ebadi thuis is dynamisch. Haar assistente en een secretaresse zijn druk in de weer met het maken van afspraken en het organiseren van buitenlandse reizen. De sfeer is tegelijkertijd ook gespannen want ze zijn niet vergeten wat er hier de afgelopen maanden allemaal is gebeurd. Wil je Ebadi’s huis binnen, dan wordt er door haar assistente eerst uitgebreid gecheckt wie er eigenlijk precies voor de deur staat.

Eind december vielen agenten haar centrum voor mensenrechten binnen. Het kantoor werd tijdelijk gesloten en computers en dossiers van cliënten werden in beslag genomen. Vervolgens werden in januari zes medewerkers van haar ngo opgepakt. Ban Ki-moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties, uitte zijn bezorgdheid over de manier waarop zij behandeld werd. Hij riep de Iraanse autoriteiten op actie te ondernemen om verdere bedreigingen te voorkomen.

Ebadi, 61, voelt zich niet veilig in Teheran. Ze vertelt dat mensenrechtenactivisten hier de laatste tijd steeds meer onder druk worden gezet. Dat weerhoudt haar er niet van te zeggen wat ze denkt. ‘Ik voel me hier bedreigd, maar ik ben zeker niet van plan mijn land te verlaten. Ik word regelmatig in het buitenland uitgenodigd en dan ga ik op reis. Maar ik kom altijd weer terug. Ik ben Iraanse, ik ben geboren en getogen in Iran en hier zal ik sterven’, zegt ze en opeens doet ze haar kleurige hoofddoek af. ‘Ik voel me vrijer als ik die doek afdoe. Als ik schrijf, kan dat echt niet met een hoofddoek om’, zegt ze. Voor vrouwen in Iran is het wettelijk verplicht om een hoofddoek te dragen.

Na de Islamitische Revolutie in 1979 moest Ebadi haar ambt neerleggen. Vrouwen mochten geen rechter meer zijn omdat ze te emotioneel zouden zijn aangelegd voor zo’n functie. ‘Ik voelde me plotseling een tweederangsburger’, zegt de vrouw die zichzelf een islamitische feministe noemt en strijdt voor gelijke rechten voor mannen en vrouwen. Ze was indertijd de eerste vrouwelijke rechter in Iran. ‘Er is hier discriminatie op basis van de seksen. Vergeleken met een mannenlichaam is een vrouwenlichaam de helft waard. De getuigenverklaring van twee vrouwen is gelijk aan die van een man. Een man mag vier vrouwen hebben, en ga zo maar door.’

Haar Nobelprijs voor de vrede, die ze in 2003 in ontvangst nam, hangt aan de muur. Ze was de eerste moslimvrouw die deze prijs won. Andere diploma’s, medailles en foto’s zijn een aandenken aan haar turbulente leven. Overal staan boeken en hangen foto’s van haar buitenlandse reizen. Een grote kleurige foto van simpele Iraanse vrouwen op het platteland zijn een inspiratie. Aan de muur hangt een kunstwerk van Parastoo Forouhar, de dochter van de in 1998 vermoorde minister van Arbeid. Het is een afbeelding van een vrouw zonder gezicht, eenzaam in haar zwarte chador.

Ebadi heeft haar hoop op verbetering gevestigd op Iraanse vrouwen en jongeren. Maar verandering is niet makkelijk. Ebadi: ‘Er wordt hier geen aandacht besteed aan mensenrechten. Voor mij zijn die juist van enorm groot belang. De vrijheid van meningsuiting is hier minimaal. Kranten zijn niet vrij om te publiceren wat ze willen. Iraniërs zijn niet vrij om te stemmen op wie ze willen. Ik wil dat mensen de vrijheid hebben om hun eigen leider te kiezen. Daar vecht ik voor.’

Knoflook uit China

De aankomende verkiezingen houden de mensen hier heel erg bezig. In juni zal duidelijk worden of president Mahmoud Ahmadinejad herkozen wordt of dat er een nieuwe wind gaat waaien. De hervormingsgezinde voormalige president, Mohammed Khatami, heeft zich opnieuw kandidaat gesteld. Hij wordt door de autoriteiten tegengewerkt en sommigen vrezen voor zijn veiligheid. ‘Dertig jaar geleden verenigde het grootste deel van de Iraniërs zich achter de idealen van de revolutie, maar inmiddels zijn we ver afgedwaald van die beginselen. Er zijn sinds de revolutie slechte dingen gebeurd’ zegt Reza Khatami, de broer van de presidentskandidaat. Hij spreekt vloeiend Engels en kiest zijn woorden zorgvuldig. ‘Iedereen in Iran is toe aan hervormingen. Men heeft behoefte aan meer vrijheid en meer aandacht voor mensenrechten. Allerlei zaken hebben ons belet om verder te groeien.’

De stemming in de straten van Teheran is somber. Mensen zeggen zich ongemakkelijk te voelen en ze zijn constant op hun hoede. De onder Khatami verworven vrijheden zijn in rap tempo weer verdwenen want de islamitische normen en waarden moesten van Ahmadinejad beter beschermd worden. Niemand weet precies wat er nou nog wel of juist niet meer mag of kan. Critici worden bedreigd en opgepakt. Meestal wordt als reden opgegeven dat ze de islamitische moraliteit van de samenleving in gevaar zouden brengen.

Veel hervormingsgezinde Iraniërs vinden Ahmadinejads avontuurlijke gedrag moeilijk te accepteren en zijn economische beleid is al helemaal niet populair. ‘De economie is een catastrofe. De werkeloosheid is enorm. We importeren knoflook uit China’ grinnikt Saeed Laylaz, economisch analist in Teheran. Hij neemt geen blad voor de mond en verwacht dat er een rampzalige lente in aantocht is. ‘Ahmadinejad probeert de situatie onder controle te houden maar de omvang van het probleem zal direct na de verkiezingen duidelijk worden. Er zijn niet voor niets zoveel politiemannen op straat. Ze bedreigen de bevolking zodat iedereen zijn mond houdt.’

Laylaz gelooft niet dat er vrije verkiezingen zullen zijn. ‘Daarvoor hebben we op z’n minst vrije massamedia nodig. Je kunt het vergelijken met verkiezingen in Zimbabwe. Zo vrij zal het zijn’, lacht de man die meerdere keren gedwongen werd te stoppen met het schrijven van kritische artikelen. ‘Tijdens de laatste verkiezingen kon ik lezingen geven op universiteiten overal in het land. Nu mag ik dat niet. Als ze de stembussen met rust laten, zal Khatami zeker weer gekozen worden. Maar de opperste leider, meneer Ali Khamenei, lijkt op dit moment de voorkeur te geven aan Ahmadinejad’, zegt hij. Laylaz vindt dat dit land geregeerd zou moeten worden door meerdere fracties. ‘We zijn geen vijanden van elkaar en we moeten uiteindelijk samenleven. Deze fase moeten we blijkbaar doormaken voordat dat mogelijk is.’

Hoewel Ahmadinejad tijdens zijn verkiezingscampagne beloofde de olie naar de tafels van de armen te zullen brengen, is daar niets van terechtgekomen. Voor gewone mensen is de prijs van een kilo tomaten of uien nu de grootste zorg. Veel Iraniërs moeten keihard werken om de eindjes aan elkaar te knopen. Ze hebben vaak drie banen en werken soms bijna twintig uur per dag. De president joeg de internationale gemeenschap de afgelopen jaren op de kast door zijn felle uitspraken. Hoewel mensen vaak zeiden dat het toch niet uitmaakt wie de president is, concluderen velen nu dat de situatie door Ahmadinejad slechter is dan voor zijn tijd.

Goede moslims

Tijdens het vrijdaggebed bij de universiteit van Teheran kun je elkaar soms niet verstaan vanwege het kabaal van de gillende menigte. ‘Weg met de Verenigde Staten’, ‘weg met Israël’ klinkt het fel. ‘We komen om onze vuist te ballen tegen Israël en de Verenigde Staten. We willen ze laten zien dat we hier zijn’, zegt Sedigheh Karaki. Ze komt hier elke week met haar twintigjarige dochter Zeinab. Heerlijk vinden ze het om anti-Amerikaanse slogans te schreeuwen. ‘Door hier te zijn, laten we onze vijanden zien dat we het menen en als mijn buren weten dat we naar het vrijdaggebed gaan, dan is dat goed. Dan weten ze zeker dat we goede moslims zijn,’ zegt Karaki en vol trots vertelt ze dat ze haar vijf kinderen zodra ze konden lopen hier mee naartoe genomen heeft. Zeinab vindt de politieke speeches interessant. ‘We horen hier het wereldnieuws en komen te weten hoe de VS en Israël écht zijn. We horen over onze vijanden die een eind willen maken aan het islamitische regime en we leren hoe we dat kunnen voorkomen’, zegt ze. Ze hebben ook gehoord dat hun president gezegd heeft bereid te zijn een dialoog aan te gaan met de Verenigde Staten, mits die is gebaseerd op wederzijds respect. ‘Ik ben het altijd eens met wat Ahmadinejad zegt. Ik zie onze president als mijn vader. Wat hij beslist, is goed’, zegt Karaki.

Firooz Rajai is van mening dat er helemaal geen haast is bij het verbeteren van de betrekkingen met de VS. ‘Een vriendschappelijke band met Amerika is onmogelijk. Dat is als een vriendschap tussen een wolf en een schaap. Amerika ziet de islam als zijn grootste vijand. Een moslim moet zo ver mogelijk weg blijven van die Satan en de Satan moet vooral ook ver weg blijven van ons’, zegt deze vrouw die bang is dat een Amerikaanse vertegenwoordiging in Teheran tot spionageactiviteiten zal leiden. Rajai is directeur van de ‘Martelaarsvrijwilligersorganisatie’. Naar eigen zeggen heeft ze zestigduizend Iraanse vrijwilligers onder haar hoede die zichzelf, mocht de situatie zich voordoen, in willen zetten tijdens een zelfmoordactie. ‘We leven in gevaarlijke tijden. Amerika ligt op de loer. Degenen die aanraden met Amerika te gaan praten, zijn degenen die geloven in een verandering van ons islamitische regime. Wij zijn de leider van het verzet tegen de VS in deze wereld en daarom een inspiratie voor velen. Dat willen we graag zo houden.’

Ze vertelt dat haar organisatie Palestijnse groeperingen als Hamas en de Libanese Hezbollah financiële en spirituele steun biedt. ‘Manschappen hebben zij op dit moment niet nodig. Wij zijn ons aan het voorbereiden voor wanneer het nodig is’, zegt Rajai en ze vertelt dat vijftienhonderd mensen werden uitgekozen uit de zestigduizend aanmeldingen. Zij genieten nu een speciale training. ‘De trainingen zijn voornamelijk psychologisch en politiek. We checken hun bereidheid en doen individuele trainingen. Op het politieke vlak leren ze het juiste doelwit voor een zelfmoordactie uit te kiezen. Zo’n actie moet gericht zijn tegen de vijand en daarom moeten ze eerst de vijand kunnen identificeren. Hoe je een riem met explosieven gebruikt is vervolgens zo geleerd’, zegt ze terwijl jongens in haar kantoor op computers naar zelfmoordacties aan het kijken zijn. Rajai, 50, studeerde in de Verenigde Staten maar kwam terug tijdens de revolutie. Deze moeder van drie kinderen was als studente betrokken bij de gijzelingsactie in de Amerikaanse ambassade in Teheran die meer dan een jaar duurde.

Hermidas Bavand, voormalige diplomaat en analist in Teheran, denkt wel dat een toenadering tot de Verenigde Staten in het voordeel van het regime zou zijn. ‘De president die gezien wordt als degene die banden aanknoopt met de VS is in één klap populairder.’ Bavand denkt dat Ahmadinejad enorm blij zou zijn als hij in het Witte Huis zou worden uitgenodigd. ‘Een deal met de VS zou de economie enorm vooruithelpen. Meer dan negentig procent van de bevolking zou er blij mee zijn. We zijn dol op de Amerikaanse lifestyle’, zegt Laylaz. Hij vindt dat Obama niet zou moeten wachten met een toenadering tot na de verkiezingen in juni. ‘Hij moet nu meteen een brief sturen naar Khamenei. Het Westen is jammer genoeg een beetje langzaam.’

OP 2 MAART HOUDT NOBELPRIJSWINNAAR VOOR DE VREDE SHIRIN EBADI IN BRUSSEL EEN LEZING VOOR HET TIJDSCHRIFT MO*. ZE SPREEKT OVER ‘REVOLUTIE, REPRESSIE EN RELIGIE IN IRAN. 1979-2009’. AFSPRAAK OM 19 UUR IN HET KAAITHEATER, SAINCTELETTESQUARE 20, 1000 BRUSSEL. INGANG 10 EURO, TER PLAATSE TE BETALEN. DE ORGANISATIE VRAAGT WEL OM PLAATS TE RESERVEREN OP 02 536 19 77 OF MET EEN MAILTJE NAAR HET ADRES jan.buelinckx@mo.be.

DOOR DAISY MOHR

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content