Door de klimaatopwarming ontdooit de permafrost, waardoor interessante fossielen bloot komen te liggen. Zo ontdekten wetenschappers in Siberië een wolvenjong van 14.000 jaar geleden. Paleontologe Mietje Germonpré (KBIN) werkte mee aan de analyse van het fossiel, waarvan de resultaten zijn gepubliceerd in PLoS Biology. Ze konden zelfs stukjes RNA aflezen, dat is de boodschappermolecule die de genetische informatie uit DNA omzet in eiwitten. Nooit eerder werd er zo’n oud RNA afgelezen. De gegevens worden nu geanalyseerd, onder meer om te zien of het dier zich al in de overgang tussen wolf en hond bevond.

Zo’n 14.000 jaar geleden aten de mensen bij ons sneeuwhoenders en sneeuwuilen.

Archeozoöloog Quentin Gofette (KBIN) en zijn collega’s bogen zich over een verzameling van vijfhonderd vogelresten van eveneens 14.000 jaar oud, die in een Waalse grot gevonden werden. Ze zijn restanten van de voeding van jager-verzamelaars tijdens de laatste ijstijd.

Tot het pakket behoorden voor de hand liggende soorten als eend, zwaan en gans, maar ook dieren die vandaag niet meer bij ons voorkomen, zoals sneeuwhoen en sneeuwuil. Van de beenderen van ganzen en zwanen werden naalden en andere werktuigen gemaakt. Er zijn ook aanwijzingen dat de tenen van raven en de klauwen van steenarenden als versiering werden gebruikt. Die hadden mogelijk een symboolwaarde voor de toenmalige mensen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content