Het skiseizoen heeft nog maar weinig vuurwerk gebracht. De nieuwe regels van de internationale skifederatie stuiten bovendien op heel wat kritiek.

December is niet meteen de leukste maand geworden in de wereld van het alpineskiën. Het meest tragische nieuws haalde bij ons nauwelijks de kranten. Drie weken geleden overleed de Zwitserse belofte Werner Elmer tijdens een internationale afdaling in Verbier. Elmer, de negentienjarige nationale juniorenkampioen en het startnummer 1 in de race, botste met hoge snelheid tegen een pisteverzorger aan. Vier artsen probeerden Elmer nog te reanimeren, maar de jongeman stierf op de piste. Exact een jaar geleden bekocht Elmers landgenoot Silvano Beltrametti een zware val tijdens de afdaling in Val d’Isère net niet met zijn leven. Beltrametti is wel voor de rest van z’n leven verlamd vanaf z’n middel. Het onderzoek naar de omstandigheden waarin Elmer stierf, is nog maar net begonnen, dat van Beltrametti is nog volop bezig, net als dat van Régine Cavagnoud. De Française Cavagnoud kwam vorig jaar om het leven tijdens een training op een gletsjer in het Oostenrijkse Pitztal. Ze botste tegen een trainer van de Duitse ploeg. Eén jaar na de feiten is het nog altijd zoeken naar wie verantwoordelijk is. De familie van Cavagnoud klaagt over de langdradige procedure en de FIS, de internationale skifederatie, maakt nog altijd niet echt werk van rigidere veiligheids- en communicatievoorschriften.

Ondertussen is het skiseizoen dus al twee maanden bezig. Wie niet in een traditioneel skiland woont, heeft er wellicht niet veel van gezien. De meeste wedstrijden zijn verkocht aan betaalzenders, dus is het afstemmen op de Duitse openbare omroep of Eurosport, maar die is in Vlaanderen niet overal te ontvangen.

SPEKTAKEL BLIJFT UIT

De Internationale Skifederatie slaat dit seizoen verder de weg van de vernieuwing in. De voorbije seizoenen hadden vooral avondlijke slaloms al succes bij het grote publiek. Deze winter wil de FIS vooral meer spankracht in de wedstrijden brengen. De federatie wou nieuwe namen, meer strijd en spektakel, ook als de besten al terug op hun hotelbed lagen. Maar de skiërs werden nauwelijks gehoord toen de plannen om slalom, super-G en afdaling op te frissen op papier werden gezet.

Waar komt het op neer? In de slalom is er een nieuwe discipline gecreëerd, de KO-slalom. Er zijn nu 4 reeksen. In de eerste kunnen nog amper 34 skiërs aan de slag. Er wordt man tegen man, vrouw tegen vrouw geskied, op tijd. Maar de skiërs vertrekken niet samen, zoals in de parallelslalom voor snowboarders. Nee, ze vertrekken kort na elkaar waardoor het spektakel uiteraard uitblijft. De 17 winnaars en de beste 3 verliezers mogen naar de tweede reeks waar er weer met knock-out gewerkt wordt. In de derde en vierde reeks slalommen de overblijvers zoals vanouds, éen keer met gewone en éen keer met omgekeerde startorde. De winnaar wordt aangewezen op basis van de gecombineerde tijden in de tweede, derde en vierde reeks.

Een ingewikkelde zaak dus. En dat bleek ook na de première twee weken geleden in het Italiaanse Sestrière. Publiek en racers lustten geen pap van de KO-slalom. De Franse en Oostenrijkse specialisten kwamen met de nieuwe formule niet of nauwelijks in het stuk voor. De Kroatische winnaar Ivica Kostelic uitte als een van velen zijn grote ongenoegen: ‘Dit lijkt nergens naar. De toeschouwers snappen niet hoe de koers in mekaar zit. Voor ons is het een loterij. Het nieuwe systeem brengt niets goeds. Afschaffen dus.’

Maar ook de super-G en de afdaling ontsnapten niet aan nieuwe directieven. In de super-G krijgt de dertigste op de wereldranglijst de eerste startpositie, de eerste moet als dertigste vertrekken, wanneer de sneeuwkwaliteit al een pak minder is. Voor de afdaling gelden de tijden van de laatste training. De snelste in training mag pas als dertigste naar beneden glijden. Wie de dertigste trainingstijd had, gaat als eerste naar beneden wanneer de piste er nog ideaal bij ligt. En dus krijg je rare taferelen te zien. In het Amerikaanse Beaver Creek gingen de trainers langs de piste staan om hun skiërs te vertellen of ze sneller of trager moesten gaan. Baancommissarissen gingen op controle uit en strooiden al kwistig boetes rond voor Amerikaanse en Oostenrijkse trainers. Twee weken geleden, in Val Gardena (Italië) dreven de skiërs de situatie op de spits. De Oostenrijkse toppers Hannes Trinkl en Werner Franz misten met opzet poorten en namen extra brede bochten om ergens tussen 20 en 30 te kunnen eindigen. De Zwitserse specialist Didier Cuche ging in de aankomstzone aan het slalommen en hield zelfs even halt. Premies van 4000, 3000 en 1000 euro voor de topdrie in de training worden door de skiërs weggelachen. Didier Cuche spaarde zijn kritiek niet: ‘Dit is een schizofrene situatie. De sport schiet nu aan haar doel – de beste moet winnen – voorbij.’

De FIS incasseert de kritiek, maar wil dit seizoen niets aan de nieuwe reglementen veranderen. Na het seizoen zal er geëvalueerd worden. Eén geluk hebben de slalomspecialisten. Dit jaar staat er maar één KO-slalom geprogrammeerd.

BANK VOORUIT

Hermann Maier is, zelfs al is hij er niet bij deze winter, nog altijd de populairste skiër. Een van zijn sponsors, de Oostenrijkse spaarbank Raiffeisenkasse, liet in september jongstleden een peiling doen naar de bekendheid van Maier. Maier scoorde nog altijd 75 %. Zijn landgenoot Stephan Eberharter, toch ook olympisch kampioen en wereldbekerwinnaar in 2002, kwam aan amper 21 %. Maier kon ook, zonder garantie dat hij nog ooit de top haalt, z’n belangrijkste contracten, onder andere met het skimerk Atomic, voor twee seizoenen verlengen.

In afwezigheid van Maier is Stephan Eberharter wel het uithangbord van het alpineskiën geworden. De 33-jarige snelheidsspecialist uit Brixlegg in het Zillertal leidt momenteel in de wereldbeker en was vorig seizoen succesrijker dan ooit. Eberharter won 3 medailles in Salt Lake City – de mooiste, de gouden, op de reuzenslalom. Hij mocht ook voor het eerst de kristallen bol als winnaar van het WB-circuit in de hoogte steken. Ook dit jaar was Eberharter ongenaakbaar met al 5 overwinningen in 7 wedstrijden. Maar in Val d’Isère blesseerde hij zich tijdens de super-G aan de rechterknie. Eerst werd gesproken over een inactiviteit van anderhalve maand tot drie maanden, nu is Eberharter al terug in koers rond het jaareinde en kan hij volop titels vergaren op het WK in februari in het Zwitserse Sankt Moritz. Zijn ruime voorsprong die hij begin december al had opgebouwd in de wereldbekerstand is fel geslonken, maar ‘der Steff’ zal zeker nog meestrijden voor een tweede eindoverwinning in de WB. Een grote prater is Eberharter nooit geweest. Trots op wat hij bereikt heeft, is hij wel: ‘Ik draai nu toch al vijftien jaar mee in de wereldbeker. Op m’n twintigste was ik twee keer wereldkampioen. Daarna heb ik door blessures en breuken allerhande alles bij mekaar zes goeie jaren verloren. Maar nu voel ik me sterk. Eigenlijk is het uitzonderlijk, uniek dat ik op m’n 33e nog meedraai aan de top. Hoe lang ik het nog volhoud, weet ik niet. Mijn doel is niet de langst meedraaiende skiër in het circuit te worden. Mijn palmares nog een beetje verder uitbouwen, is eerder mijn doel.’

Bij de vrouwen is Janica Kostelic, amper 20 jaar, de absolute ster van het circuit. Niet alleen vanwege haar prestaties, een unieke drie keer goud in Salt Lake City, maar ook wegens haar familie, in het circuit bekend als ‘ the Croatian Ski Force’, want broer Ivica draait ook mee aan de top bij de mannen en pa Ante is hun gerespecteerde trainer. De familie Kostelic is een begrip in de Kroatische sportwereld, in Kroatië tout court. Pa en ma Marica waren succesvolle handbalspelers in het voormalige Joegoslavië en Frankrijk. Ook de prille tieners Ivica en Janica zaten op het goede spoor in die ploegsport. Tot de burgeroorlog roet in het eten kwam gooien en de familie alles op het skiën zette. Met enorm succes nu, maar met vooral veel financiële problemen in de beginfase. Eenmaal het handbalgeld opgesoupeerd was, ging vader Kostelic op koraal duiken aan de Dalmatische kust, een behoorlijk gevaarlijke bezigheid. Zodra hij genoeg geld had trok Ante – de moeder bleef achter in Zagreb – met de kinderen en met tent en wagen als enig logement naar Oostenrijk om daar tijdens de zomer op de gletsjer in Hintertux te gaan trainen. Als het echt te koud werd, mocht dochter Janica op kamers, pa en zoon bleven in de auto achter. Dat Janica veel talent had bleek voor het eerst op de Olympische Winterspelen van 1998 in het Japanse Nagano. De 16-jarige Janica nam deel aan alle disciplines en werd achtste in de combiné.

Nog in dat jaar pakte ze haar eerste medailles op het WK voor junioren. Vorig seizoen was het pas echt goed raak. Janica won de algemene wereldbeker en bezorgde Kroatië het allereerste goud op Olympische Spelen! Ze won de slalom, de reuzenslalom en de combiné en pakte zilver op de super-G. Janica bereikte meteen de status van supervedette à la Goran Ivanisevic die in 2001 vanuit het niets Wimbledon won. Nog niet eens halfweg het huidige seizoen is ze door haar enorme veelzijdigheid al zo goed als buiten schot van de concurrentie voor de eindoverwinning in de wereldbeker. De dichtste achtervolgers hebben al meer dan 300 punten achterstand.

De rode draad in de nog prille carrière van Janica zijn overigens de blessures. Ze heeft al een handvol knieblessures overwonnen. En echt veel heeft ze niet op met zichzelf, al gaat ze erop vooruit. In het verleden had ze lak aan alles. Aan Oostenrijk, aan de zomer die te lang duurde, aan eten, aan vakantie, het stomme WK vanwege de formule van ‘lotje trek’. Een paar rare trekjes had ze ook. Om fysiek niet het prototype van de geblokte skister met dik achterwerk te worden, at ze eens gedurende weken alleen maar mandarijntjes en popcorn. Een andere keer wou ze alleen maar babyvoeding eten. Door haar succes in Salt Lake City houdt Janica eindelijk een beetje meer van zichzelf. Zegt ze: ‘Mijn medailles hebben me een zekere rust gebracht. Maar ik besef dat ik eigenlijk alleen maar goed kan skiën. Zonder ski’s ben ik niemand. Daarom wil ik na mijn carrière, zo over een jaar of zes, geschiedenis gaan studeren. Ik heb nog geen bepaald doel voor ogen voor na mijn carrière, maar liefst van al wil ik mensen helpen die problemen hebben. En ik wil zelfs gezond en blessurevrij blijven, al zal dat niet meevallen met een lichaam zoals het mijne.’

En dan is er dus nog de ‘kleine’ broer Ivica. Klein omdat zijn resultaten voorlopig niet de ampleur van die van Janica hebben want hij is wel twee jaar ouder dan Janica. Ivica heeft in het verleden nog meer dan zus Janica op de operatietafel gelegen. Maar vorig jaar won hij wel voor het eerst de wereldbeker in de slalom en ook nu staat hij op kop in dat klassement. Ivica is een voorbeeld van rust en zweert bij Nietzsche als motivator. Zijn motto, begrijpelijk met zijn blessureverleden: ‘ Het lijden is welkom’.

Dirk Gerlo

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content