Ruim 26 miljoen euro Europese subsidies vloeiden via KBC en andere banken terug naar de landbouwsector.

Schandaal! Belangenvermenging! De Sint-Sixtus abdij, waar ze Letermes lievelingsbier West-Vleteren brouwen, kreeg 105 euro! Het is ocharme goed besteed, als je weet wat grote bierbrouwerijen in Nederland aan landbouwsubsidies kregen tussen 1999 en 2003: Bavaria (13 miljoen euro), Heineken (9 miljoen) en Grolsch (0,3 miljoen).

De sommen die op het Vlaamse niveau circuleren zijn veel bescheidener dan op het federale, net omdat hier geen exportsubsidies of -interventies worden betaald. In Vlaanderen waren er vorig jaar slechts 35 bedrijven of coöperaties die tussen de 100.000 en 200.000 euro aan subsidies ontvingen, zes bedrijven kregen tussen 200.000 en 500.000 euro en welgeteld twee kregen een half miljoen en meer.

De grote ontvangers aan Vlaamse kant zijn zuivelbedrijven Campina en Belgomilk, die elk ruim 400.000 euro ontvangen. Letermes uitleg dat dit soort bedrijven gesubsidieerd wordt om tegen spotprijzen schoolmelk te leveren is volgens experts onjuist. Wel is het zo dat ze landbouwsubsidies doorsluizen naar de boeren. Hetzelfde geldt voor het Belgisch Vlasverbond dat vorig jaar 3,8 miljoen ontving, en dat doorsluist naar de vlastelers.

En dan zijn er enkele grote vetmesters of integratoren, bedrijven die bijvoorbeeld kalveren ‘uitzetten’ bij boeren die een kweekloon krijgen per dier. Het bedrijf strijkt de slachtpremies op en niet de boer. Hét voorbeeld hiervan is Vilatca, zowat Europa’s grootste kalverbedrijf, dat in 2004 zo’n 470.000 euro aan subsidies ving. Maar ook een rundveehouderij als Chanelca boert goed met ruim 450.000 euro aan subsidies.

Opmerkelijk nog in de Vlaamse subsidietabellen is dat de grootste ontvangers de banken zijn: KBC staat met 14,2 miljoen veruit aan de leiding, gevolgd door Landbouwkrediet met 6,8 miljoen, Fortis met 2,7 miljoen en ING met 0,8 miljoen. In totaal vloeide ruim 26 miljoen euro via een tiental banken naar de landbouwsector.

Dat past in een speciaal programma, het zogenaamde Vlaams Landbouw Investerings Fonds (VLIF), waarvoor ook Europees geld gebruikt wordt. Landbouwbedrijven die bij een bank lenen om te investeren, kunnen zogenaamde rentesubsidies krijgen. In plaats van bijvoorbeeld 4 % rente te betalen, wordt er via het VLIF 3 % betaald, zodat de boer maar 1 % van de rente moet betalen. Dit geld gaat jaarlijks rechtstreeks naar de bank. Bij Leterme vindt men het niet vreemd dat de overheid als een soort Delcrederedienst optreedt en de rente bij commerciële banken betaalt met belastinggeld. In alle Europese landen krijgen de boeren immers investeringssteun. Leterme: ‘Alle economische sectoren krijgen steun. Wat moet vermeden worden, is dat ondersteuning van de agrovoedingsindustrie lokale markten gaat ontwrichten in het zuiden. Je moet vermijden dat boeren in het zuiden worden weggedrukt door agrovoedingsproducten die sterk gesubsidieerd worden. Dat is pas oneerlijke concurrentie.’ Maar dit is nu juist precies wat er de laatste decennia is gebeurd.

De grote vraag is of het de boer allemaal helpt. Want het ‘succes’ van het GLB heeft in de loop der jaren zijn eigen kinderen (boeren) opgegeten. Sinds het ‘Sicco Mansholt-plan’ van eind jaren zestig is er voor vele honderden miljarden euro aan landbouwsubsidies uitgegeven. Bij wie is dat geld gebleven? Niet bij de familiale landbouw. Voormalig landbouwcommissaris Franz Fischler voorspelde in 1995 dat een trend die al lang bestaat, zich genadeloos zou doorzetten: tegen 2000 zou Europa maar liefst drie miljoen landbouwers minder tellen. Dat is een verdwijntempo van meer dan één boer per minuut.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content