De elektronische handtekening bij wet geregeld.

De ministerraad keurde op vrijdag 12 juni een voorontwerp van wet goed dat het kader schept voor zogenaamde digitale handtekeningen. Het gaat daarbij om een elektronische handtekening, die via een computer en een encryptieprogramma wordt aangemaakt en juridisch dezelfde waarde krijgt als een gewone handtekening. Tot de publicatie van de nieuwe wet in het Staatsblad hebben digitale handtekeningen en dergelijke in België geen enkele bewijswaarde. En zonder die bewijswaarde is elektronische handel op het Internet moeilijk, tot quasi onmogelijk.

Een studie van het Brussels adviesbureau Paradigm ( Deloitte & Touche) toonde aan dat er nog veel onzekerheid bestaat omtrent Internet-handel. Bedrijven zoals boekhandel Proxis of Kicker’s nemen door de wettelijke lacune grotere risico’s dan hun concurrenten. Kicker’s lost dit op door klanten die een paar kinderschoenen op maat kopen te verplichten eerst met Visa te laten betalen of een overschrijving te doen. Ook Proxis werkt met kredietkaarten.

Met een digitale handtekening kan een klant achteraf nooit meer ontkennen de bestelbon te hebben verstuurd. Hoe kan dat? De digitale handtekening bestaat uit een stukje software dat een publieke sleutel en een privé-sleutel bevat. De privé-sleutel wordt bewaard door een betrouwbare derde, een soort Internet-notaris, maar in veel gevallen een bedrijf genre IsaServer of Belsign. Door beide sleutels te combineren, kan de identiteit van een koper worden vastgesteld. De elektronische handtekening kan tevens dienen als wettige ondertekening.

OVERHEID. De digitale handtekening zal een belangrijk hulpmiddel vormen in het verwerken van BTW, in de sociale zekerheid en de elektronische handel in heel Europa. Om het gebruik ervan in België mogelijk te maken, is echter in vier vlakken regelgeving nodig. Eerst dienen de bewijsregels in het Burgerlijk Wetboek aangepast. Voorts moeten een groot aantal wetten en besluiten worden gewijzigd, waarin verwezen wordt naar papieren documenten, met de hand geschreven handtekeningen, ter post aangetekende brief en andere. Terloops: het voorontwerp had afgelopen december moeten klaar zijn en de eerste studies dateren van mei 1997.

Moeilijker wordt de zwaar belobbyde reglementering van de activiteit van certificatieautoriteiten. Tal van bedrijven willen immers clearinghouse of certificatieautoriteit spelen. Certificaten zijn elektronische handtekeningen voor e-mail of grasduiners. Op het Internet is een certificaat dus noodzakelijk.

De regering wil een systeem van door de overheid verleende licenties. Gezien de economische belangen, is de belangstelling natuurlijk groot. Maar de wetgever mag de wet op de persoonlijke levenssfeer niet uit het oog verliezen. Het zou van weinig inzicht getuigen om enerzijds gegevens over sociale zekerheid, burgerlijke stand en dergelijke streng te beschermen via de kruispuntdatabank om anderzijds de privé-gegevens van de burger uit te delen aan relatief slecht controleerbare bedrijven. In sommige Europese landen wil men dan ook de privé-sleutel voor de verificatie door een overheidsinstelling laten bewaren.

De zwaarste dobber wordt allicht de regeling van het gebruik van digitale handtekeningen in de openbare sector. Niet alleen voor ambtenaren, maar ook voor de hele bevolking met het oog op betrekkingen met de overheid (digitale identiteitskaart). Een boel instellingen zijn niet of nauwelijks geautomatiseerd. Hoe kunnen ze dan elektronische handtekeningen aanvaarden of nakijken? De Rijksdienst voor Sociale Zekerheid en de BTW-administratie zijn vragende partij maar werken momenteel hoofdzakelijk op papier. Bedrijven maken documenten aan op de computer, drukken die af, ondertekenen ze en sturen ze op naar bijvoorbeeld de BTW. Daar ontvangt iemand de aangifte, tikt ze in op een computer, voert controles uit en drukt het resultaat opnieuw af. En zo gaat de papierslag nog een tijdje door. De regering heeft nu besloten om zo snel mogelijk alle ambtenaren van e- mail met elektronische handtekening te voorzien, zodat er intern documenten kunnen doorgegeven worden die de nodige (elektronische) stempels en ondertekeningen bevatten. De overheid begint dus met werkstroombeheer.

CONSUMENT. De bewijsregels uit het Burgerlijk Wetboek passen dus niet meer bij de noden van de informatiemaatschappij en meer bepaald bij de elektronische uitwisseling en bewaring van gegevens. Waarom eigenlijk? Een handtekening op papier kan toch ook wel eens nagemaakt zijn? En over bedrog en valsheid in geschrifte zijn er toch ook wetten? Jammer genoeg ligt het niet zo eenvoudig.

Ten eerste bevestigt het voorontwerp een algemeen beginsel dat reeds op verschillende andere plaatsen in het recht is opgenomen. Het gaat met name om het principe dat een partij bij een overeenkomst moet worden beschermd tegen bedingen die een onevenwichtige verdeling van de bewijslast als gevolg hebben. De maatregel moet de consumenten beschermen. Zo moet voorkomen worden dat ze het volledige risico dragen van het gebruik van de nieuwe technologieën en dat ze geconfronteerd worden met de eventuele bewijsmoeilijkheden die daarvan het gevolg kunnen zijn.

Ten tweede wordt bepaald dat, afgezien van de klassieke handtekening die rechtstreeks op een geschrift wordt aangebracht, ook wat anders als een handtekening kan worden beschouwd. Namelijk “de gegevensverzameling die ontstaat uit de transformatie van het geschrift en waaruit met zekerheid de identiteit van de auteur en zijn instemming met de inhoud van het geschrift blijkt”. Ten slotte wordt het mogelijk dat een elektronisch ondertekend document als een originele onderhandse akte kan worden beschouwd. Dit kan, op voorwaarde dat met zekerheid vaststaat dat de inhoud van het document niet werd gewijzigd. Niets is met computers echter gemakkelijker.

Meer informatie: http://sme.Belgium.EU.net/

crux-editions/

Lode Goukens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content