Het heeft iets Nero-achtigs. Leterme die de sportjournalistieke lier bespeelt terwijl de communautaire brand die hij in al zijn onkunde heeft aangeblazen stilaan het land verteert.

In september, over een tweetal weken, zal federaal premier Yves Leterme nog eens trachten zijn dode regering tot leven te wekken. In afwachting daarvan amuseert de eerste minister van het federale koninkrijk de krantenlezers dagelijks met stukjes, verstuurd vanuit Peking, over zijn gekeuvel met atleten en over het aanhoudende regenweer boven de baai van Qingdao.

‘Wie echt met zijn beleid bezig is, heeft geen tijd voor dergelijke onzin’, merkt Johan Vande Lanotte verderop in het blad op. Volgens de gewezen SP.A-voorzitter is premier Leterme volop met zijn verkiezingscampagne begonnen.

Als een verzameling conciërges let deze federale regering op wat nog rest van de Belgische inboedel. Van regeren is geen sprake. Want er blijft niet één euro over om nog maar de aanzet van een beleid te voeren. Justitie blijft een puinhoop en elke hoop op heropbouw wordt door geldgebrek weggeslagen.

Het financiële apparaat van de federale staat en bijgevolg ook de verdelingsmechanismen werden de voorbije jaren volkomen ontregeld door het beleid van vicepremier en minister van Financiën Didier Reynders. De ontmanteling van de staat is de nauwelijks verborgen agenda van de ultraliberale Reynders, gestuurd door de Belgo-Brusselse haute finance. Door zijn politieke optreden heeft hij de solidariteit tussen noord en zuid veel dieper ondergraven dan welke Vlaams-nationalist dan ook. Want dat het armoedepeil de voorbije jaren angstwekkend steeg, dat de lage pensioenen de armoede in de hand werken en dat betaalbare gezondheidszorg een fictie werd, lijken de minste van Reynders’ zorgen.

België is de voorbije tien jaar zowel financieel als politiek volkomen kapot geregeerd. De Wetstraat is een grote zelfbedieningszaak voor partijen en hun kongsi’s van kop-stukken van wie de carrières met bijbehorende politieke en financiële status op de eerste plaats komen. De federale regering is een ruilbeurs voor partijbelangen en persoonlijke voordelen.

De federale staat is de cashautomaat die jaarlijks ruim 48 miljoen euro uitspuwt, waar de partijen zich, naargelang van hun electorale sterkte, van mogen bedienen.

Op alle bestuurlijke en parlementaire functies staat vandaag letterlijk een prijs. Dat legt de hardnekkigheid uit waarmee vooral regeringspartijen zich door het onderlinge uitruilen van belangen trachten te handhaven.

Uiteraard weet Leterme dat koninklijk bemiddelaar Karl-Heinz Lambertz, in al zijn onschuld, gelijk had dat deze regering onmogelijk nog voor de verkiezingen van 2009 tot een staatshervorming komt. Gewoon omdat deze regering door haar gebrek aan samenhang en de krukkige manier waarop ze wordt geleid volkomen impotent is.

Daarom heeft Leterme zijn discours aangepast. Voor 10 juni 2007 hield Leterme vol nooit in een regering te zullen stappen zonder een grondige staatshervorming. Vandaag belooft hij niet uit de regering te zullen stappen zonder een staatshervorming. Een nuance waarmee hij hoopt electoraal overeind te blijven.

Daarin past ook zijn poging om de communautaire dossiers in het mandje van zijn partijgenoot Vlaams minister-president Kris Peeters te deponeren.

Die dialoog van gemeenschap tot gemeenschap is voor de Franstalige regeringspartijen dan weer niet meer dan bezigheidstherapie. Zolang blijft de toegang tot de Belgische ruif, minstens tot 2011, verzekerd.

Maar in deze omstandigheden laat het zich raden dat Kris Peeters, die in 2009 voor de Vlaamse kiezers moet verschijnen en zich daarom geen breuk met kartelpartner N-VA kan veroorloven, zal weigeren de communautaire dialoog aan te vatten.

September dreigt voor Yves Leterme de wreedste maand te worden. Tenzij de premier alsnog beslist de kiezer te raadplegen.

door Rik Van Cauwelaert

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content