Sabena is dood, maar er volgt nog een parlementaire autopsie.

Sabena was al 20 jaar ziek en we hebben allemaal, over de partijgrenzen heen, boter op het hoofd. Dat zei premier Guy Verhofstadt (VLD) vorige week in het parlement. ‘Oordelen en veroordelen is gemakkelijk en ik vrees dat dit in de volgende dagen te snel en te veel zal gebeuren.’

De rechtbank van koophandel sprak zich op datzelfde moment uit over het faillissementsdossier van de luchtvaartmaatschappij. De poging van de eerste minister om van het debacle van Sabena geen zondebokkenverhaal te maken reikte niet ver. Er komt een parlementaire onderzoekscommissie. Fons Borginon (ex-voorzitter van de VU) en Raymond Langendries (PSC) namen het voortouw, de andere partijen volgden pas daarna.

De schermutselingen over de opdracht van de commissie verraden alvast het hoge (partij)politieke gehalte van het steekspel dat zal worden opgevoerd. Het doet terugdenken aan andere parlementaire onderzoeken zoals dat van de dioxinecommissie. Zij moest de politieke en ambtelijke verantwoordelijkheden in de crisis van de voedselketen in de eerste helft van 1999 vaststellen en daaruit ‘lessen voor de toekomst’ trekken. Maar de enquête verzandde snel in een grimmig getouwtrek rond de rol van diverse hoofdrolspelers in de aanloop naar de verkiezingen van juni 1999. Op conclusies werd niet gewacht om een federaal voedselagentschap op te richten.

De discussies over haar taakomschrijving dreigen de Sabena-commissie hetzelfde straatje in te sturen. Wat zal er worden onderzocht? Hoe ver in de tijd moet worden teruggeblikt? En niet onbelangrijk inmiddels ook: hoe zal de commissie omgaan met het obstakel dat is gerezen door het gerechtelijk onderzoek naar de omstreden bestelling van 34 Airbussen, waarmee Swissair Sabena in 1997 had opgezadeld?

In de voorbije kwarteeuw was het Sabena-dossier op het kabinet van Verkeer in handen van Vlaamse christen-democraten (Jos Chabert en Jean-Luc Dehaene), Waalse socialisten (Guy Coëme, Elio Di Rupo en Michel Daerden) en Vlaamse liberalen (Herman De Croo en Rik Daems). De CD&V legt nu gretig de nadruk op de manier waarop de huidige regering zich liet ringeloren door Swissair (van de nieuwe overeenkomst die Rik Daems in april 2000 maakte, tot het inmiddels beruchte Astoria-akkoord dat premier Verhofstadt (VLD) en vice-premier Johan Vande Lanotte (SP.A) in juli dit jaar met Swissair-baas Mario Corti sloten). De PS slaat vooral zichzelf op de borst omdat haar ministers de schijn zouden hebben opgehouden. De VLD wil graag weten wat er onder CD&V- en PS-ministers misliep en waarom tien jaar geleden toenmalig verkeersminister Dehaene een mogelijke participatie met KLM en British Airways niet rondkreeg. De rol en invloed van het hof is daarbij voor verschillende partijen een pikant onderzoeksspoor.

Met al die kennis zal Sabena evenwel niet minder failliet zijn. Mogelijk veel interessanter worden de inzichten die het parlementaire onderzoek kan opleveren voor het (controlerende) optreden van regering en parlement ten opzichte van overheidsbedrijven zoals De Post, Belgacom en NMBS. PS-voorzitter Di Rupo en zijn vice-premier Laurette Onkelinx kregen vorige week een hevige koortsstuip van de liberale loftuigingen van premier Verhofstadt aan het adres van privébedrijven. In de paars-groene coalitie kwamen de breuklijnen over deze kwestie meteen bloot te liggen.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content