Bart De Wever zag in Tsjechië en Slowakije ‘een griezelige parallel’ met Vlaanderen en Wallonië. Enkele uren na de val van de regering-Leterme pleitte Pro Flandria, het Vlaamse netwerk van ondernemers en academici, voor een vreedzame scheiding naar het voorbeeld van Tsjecho-Slowakije. Terug naar het moment onder een boom.

Keuvelend over het einde van een land. De foto is legendarisch geworden. Op 26 augustus 1992 zaten de Slowaak Vladimir Meciar en de Tsjechische premier Vaclav Klaus onder een boom in de tuin van Villa Tugendhat in Brno, ergens tussen Praag en Bratislava.

De villa, in 1930 gebouwd door de Duitse architect Mies van der Rohe, is een meesterwerk van modernistische architectuur. In 1992 werd het de plek waar een land hertekend werd. Wekenlang is er onderhandeld over de splitsing van Tsjecho-Slowakije. De gesprekken moeten er zeer vreedzaam zijn verlopen. De fluwelen scheiding, zo wordt het historische moment genoemd. Zo vriendschappelijk als een scheiding maar zijn kan. Die bovendien plaatsvond tegen een achtergrond van grote instabiliteit in de Balkan. Enkele honderden kilometers verderop werd dat jaar bloed vergoten in Joegoslavië.

WAT VOORAFGING

Na de verkiezingen van juni 1992 bleek al snel dat Tsjecho-Slowakije een wankel bestaan begon te leiden. In enquêtes sprak de meerderheid van de bevolking zich uit tegen een splitsing van het land. Het in 1991 beloofde referendum kwam er nooit, hoewel president Vaclav Havel zoiets had toegezegd.

Bij de stembusgang van 1992 behaalden de Democratische Burgerpartij (ODS) van de Tsjechische premier Vaclav Klaus en de Beweging voor een Democratisch Slowakije (HZDS) van de Slowaak Vladimir Meciar een klinkende overwinning. De politici hadden sterk tegenovergestelde meningen. Klaus wou de privatisering van de staatseconomie, die hij in 1989 als minister van Financiën had ingezet, voortzetten. De Slowaak Meciar wou grenzen stellen aan de vrijemarkteconomie en wou het privatiseringsprogramma in nieuwe banen leiden. ‘Met een aanzwengelende hand van de staat voor economische groei zorgen’, zo had hij zijn kiezers beloofd. Ze hadden hem ervoor beloond. Zijn partij werd na de ODS de tweede sterkste partij van het land.

‘Met de macht van zo’n sleutelpositie kan de ex-bokser Meciar de staat in een knock-outpositie drijven’, schreef het Duitse weekblad Die Zeit net na de verkiezingen. ‘Deze ex-communist – die na de Fluwelen Revolutie eind 1989 minister-president van de Slowaakse regering was maar wegens “dictatoriale neigingen” moest opstappen – heeft zijn kiezersaantal te danken aan de misnoegdheid van de Slowaken over de economische hervormingen van de federale regering. Ze voelen zich behandeld als het arme broertje.’

Het noordelijke Tsjechië was economisch veel welvarender dan het zuidelijke Slowakije. De Slowaakse economie, met haar grote wapenindustrie, ging gebukt onder de implosie van het Oostblok. Slowakije had het gevoel dat het altijd maar zijn hand moest ophouden. Sinds lang klonken er separatistische tendensen door.

KORTE PIJN

Voor de twee onderhandelaars was het duidelijk: er moest een einde komen aan de federale staat. De Tsjechische premier Klaus zei het zo: ‘De dromen van de linkse partijen om via een referendum een federatie weer op gang te krijgen, zijn naïef. Ik zie niet in waarom dit scheidingsproces moet worden gestremd. Je stopt geen rijdende trein.’

Op 11 juni 1992, een week na de verkiezingen, verklaarde Klaus na een gesprek van 40 minuten met Meciar dat de federatie tot het verleden behoorde. Op 17 juli riep het Slowaakse parlement de onafhankelijkheid uit, waarop president Vaclav Havel na een emotionele speech ontslag nam. Zes dagen later tekenden Klaus en Meciar een ontwerp uit dat een einde moest maken aan de federale Tsjecho-Slowaakse Republiek. Na zes onderhandelingsrondes lagen er op 26 augustus concrete maatregelen op tafel. Als algemene stelregel tijdens het hele scheidingsproces gold dat ieder kreeg wat binnen zijn landsgrenzen lag. Voor het federale deel kregen de Tsjechen, met hun bevolking van 10 miljoen tegenover 5 miljoen Slowaken, twee derde van de eigendommen, de Slowaken een derde. Praag werd de hoofdstad van Tsjechië, Bratislava die van Slowakije.

Die dag gingen Klaus en Meciar voor de ogen van de wereldpers onder een boom zitten keuvelen.

PRAAG IS BRUSSEL NIET

De Fluwelen Scheiding was een proces dat zich in een sneltreinvaart afspeelde. Het opdoeken van de unitaire staat duurde zes maanden. Pittig detail: tienduizenden Slowaken vroegen vlak voor de scheiding nog de Tsjechische nationaliteit aan.

Milan Knakzo, op dat moment lid van het Slowaakse onderhandelingsteam in de villa, was verantwoordelijk voor de buitenlandse betrekkingen. Van hem komt de uitleg dat de opdeling van ambassades wat moeilijker lag. ‘In Tokio kon geen van beide zich een nieuw gebouw permitteren, dus zijn de Tsjechen mee in onze ambassade getrokken. Na een jaar of drie loste dat probleem zichzelf op. In enkele gevallen duurde het nog vele jaren. Hoe verdeel je bijvoorbeeld de federale bibliotheken en archieven die allemaal in de Tsjecho-Slowaakse hoofdstad Praag lagen? Maar het eindresultaat was min of meer rechtvaardig.’

Praag is Brussel niet, benadrukken veel waarnemers wanneer men hen vraagt vergelijkingen te maken met de toestand in België.

Het land Tsjecho-Slowakije was 74 jaar oud toen het op 1 januari 1993 stierf en plaatsmaakte voor de republieken Tsjechië en Slowakije. Slowakije was voor 1918 een kleine duizend jaar lang de uithoek van het Groot-Hongaarse rijk. Bratislava werd door de Hongaarse elite als een negorij beschouwd. Tsjechië, daarentegen, was als het koninkrijk Bohemen eeuwenlang een onafhankelijke staat geweest, tot het land in de zestiende eeuw onder controle van de Oostenrijkse Habsburgers viel. Het welvarende Bohemen was hun parel aan de kroon. Na de Eerste Wereldoorlog, in 1918, werden Tsjechië en Slowakije samengevoegd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog deelden de Duitse bezetters het land opnieuw op: Tsjechië werd een protectoraat dat door de Duitsers werd geregeerd, Slowakije werd onder de fascistische monseigneur Josef Tiso een soort schijnonafhankelijk land. Ook die periode heeft een impact gehad op het zelfbeeld van de twee staten. Toen de oorlog beëindigd was, werd de staat Tsjecho-Slowakije hersteld. Op 20 februari 1948 grepen de communisten de macht. De Praagse Lente van 1968, met zijn ‘communisme met een menselijk gezicht’, was van korte duur. In november 1989 was er de Fluwelen Revolutie, waarbij de vrije markt werd ingevoerd en de val van het communisme werd ingeluid. Even later werd Vaclav Havel tot president gekozen van het nieuwe Tsjecho-Slowakije. In 1991 schreef hij in zijn boek Zomeroverpeinzingen over de nadelen van een scheiding van Tsjechië en Slowakije: ‘Het zou een pijnlijke stap zijn met tragische langetermijnconsequenties voor beide republieken.’ Een zomer later was de scheiding een feit. Zijn voormalige medewerker Jihi Pehe verklaarde vorig jaar in De Standaard: ‘De scheiding gebeurde door twee autoritaire leiders. Als je zo’n scheiding democratisch aanpakt, zouden er veel meer problemen opduiken. De Tsjecho-Slowaakse ervaring leert dat het gemakkelijker is onrijpe democratieën te splitsen dan een rijpe federatie zoals België. Vergeet ook niet dat de grenzen tussen Tsjechië en Slowakije al honderden jaren vastlagen. Daarover bestond geen discussie.’

DOOR ANNA LUYTEN

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content