Het jaar dat voorbijging sinds Nicolas Sarkozy op 6 mei 2007 tot president van Frankrijk werd verkozen, heeft veel weg van een toneelstuk in drie akten die merkwaardig weinig samenhang vertonen. In de eerste akte won Sarkozy alle harten. Hij trok zijn loopschoenen aan, maakte korte metten met de plechtstatige presidentiële gebruiken en stelde een multi-etnische regering samen met een brede politieke basis.

In de tweede akte gooide hij zijn populariteit te grabbel. Hij zette een dure zonnebril op zijn neus en maakte van zijn privéleven een exhibitionistische vertoning, wat hem de spotnaam Président Bling Bling opleverde: de president die zich omringt met luxe en geld en meer met zijn persoonlijke problemen begaan lijkt dan met die van Frankrijk.

In de derde akte, die nog maar net is begonnen, ontgoochelt hij. De president meet zich een meer sobere stijl aan, geeft toe dat hij fouten heeft gemaakt en belooft een nieuwe ronde hervormingen. Maar hij beschikt daarvoor niet meer over dezelfde brede consensus als een jaar geleden. In het parlement roert de meerderheid zich. De economie boert bijna zienderogen achteruit.

Een jaar is te kort om een definitief oordeel over een politiek leider te vellen. Margaret Thatcher wachtte met haar aanval op de Britse vakbonden en met haar privatiseringsprogramma zelfs tot ze voor een tweede ambtstermijn was herkozen. Nicolas Sarkozy bereikte in twaalf maanden in ieder geval meer dan zijn voorganger Jacques Chirac in twaalf jaar. Maar omdat hij de lat zelf zo hoog legde, lijkt de oogst vandaag schamel.

Tijdens zijn verkiezingscampagne beloofde hij een breuk met de manier waarop Frankrijk in de voorbije kwarteeuw werd bestuurd. ‘We moeten de waarheid onder ogen durven te zien’, schreef hij in zijn boek Témoignage dat voor de verkiezingen verscheen. Hij vertelde het land dat de 35- urige werkweek uitvond dat het harder moet werken. De Fransen moeten meer in innovatie investeren en de overheid moet minder belastingen heffen en minder geld uitgeven. Sarkozy zou de totale belastingdruk over tien jaar met vier procent verminderen en de bijzondere pensioenrechten van het spoorwegpersoneel afschaffen. ‘Ik wil de president worden die zijn beloften houdt’ schreef hij, en het is op basis van die beloften dat hij nu moet worden beoordeeld.

HERVORMINGEN

In een druk restaurant in een hippe buurt gebruikt Jean Tirole een lichte lunch. Hij is een van ’s werelds meest vooraanstaande economische theoretici en professor aan de universiteit van Toulouse. Tirole is naar Parijs gevlogen op zoek naar geld voor een nieuwe privéstichting aan de economische faculteit, die begin juni wordt voorgesteld. In een land waar alle professoren ambtenaren zijn en het onderwijs gratis is, gebeurt het niet elke dag dat een topprofessor op die manier aan fundraising doet.

De hervorming van het hoger onderwijs stond hoog op de to do-lijst van Sarkozy. Van Frankrijks 82 universiteiten staat er maar één in de top 50 die door de universiteit van Shanghai wordt opgesteld. Onderzoek gebeurt niet op de campus, maar in door de staat gesubsidieerde instellingen. Auditoriums zitten overvol en de campussen zijn verwaarloosd. Bijna de helft van de eerstejaars zakt voor de examens. Wie echt verstandig is, zoekt een plek aan een van de uitstekende grandes écoles – instellingen die buiten het normale onderwijssysteem vallen.

Vorige zomer verleende Sarkozy de universiteiten meer autonomie. Ze kunnen nu de professoren aantrekken die ze willen en zelf over salarissen onderhandelen. Ze kunnen privéstichtingen in het leven roepen, en wie daar geld in stopt, krijgt belastingvermindering. De bedoeling is om een tiental universiteiten de kans te geven om echte centres d’excellence te worden. De regering verkocht een pak overheidsaandelen in de elektriciteitssector om de oprichting van campussen op Amerikaanse leest te financieren en trekt ook geld uit om de studenten beter te begeleiden. Minister van Hoger Onderwijs en Onderzoek Valérie Pécresse hoopt dat al die maatregelen er zullen toe bijdragen dat de uitval van studenten in de volgende vijf jaar wordt gehalveerd. Maar Sarkozy schrok terug voor twee andere maatregelen, die nochtans nodig zijn om de kwaliteit op termijn echt te verbeteren: een degelijke selectie van de studenten en de invoering van inschrijvingsgeld.

Zo ging het ook met een aantal andere hervormingen. De president heeft weliswaar een aantal successen geboekt. De benoeming van de moslima Rachida Dati tot minister van Justitie was een signaal aan de sterk islamitische banlieues, waar in 2005 het vuur in de pan sloeg. Hij schakelde het Front National uit als een politieke kracht van betekenis, zonder een onaanvaardbaar harde migratiepolitiek te voeren. Hij herstelde de relaties met Washington, stuurde troepen naar Afghanistan en loodste het Verdrag van Lissabon door de Franse instellingen. Maar op binnenlands vlak waren zijn hervormingen toch minder verregaand dan verwacht.

Neem, bijvoorbeeld de bijzondere pensioenstelsels bij de Franse spoorwegen en in andere delen van de overheidssector. Die maakten het mogelijk om vervroegd met pensioen te gaan, in de praktijk vaak op 55 jaar. Meer dan vijftig jaar lang durfde geen enkele regering aan dat voorrecht te raken. Een poging van Jacques Chirac in 1995 werd door stakingen gekelderd. Voor Sarkozy was het een symbool: hij zou niet toegeven aan de straat. Ook nu werd er negen dagen gestaakt. Sarkozy plooide niet, maar de stakers dwongen de spoorwegbazen om een loonsverhoging te accepteren op het einde van de loopbaan, voor de jaren waarop het pensioen wordt berekend. De winst voor de maatschappij is in die zin bijzonder gering.

Of neem de versoepeling van de rigide Franse arbeidsmarkt. Premier François Fillon kwam na maanden van moeizaam overleg tot een akkoord met vakbonden en werkgevers. De voornaamste nieuwigheid is dat werkgevers de mogelijkheid krijgen om een contract ‘met wederzijdse toestemming’ te ontbinden. Werknemers zullen zich dan niet meer tot de rechtbank kunnen wenden voor extra schadeloosstelling. Vandaag wordt 30 procent van de ontslagen voor de arbeidsrechtbank aangevochten. In 70 procent van die gevallen krijgt de werknemer van de rechter gelijk. Het akkoord verandert evenwel niets aan de 35-urige werkweek. Ook de regel dat winstgevende bedrijven niet of nauwelijks mensen kunnen ontslaan, blijft overeind.

Meer zit er volgens de regering op dit moment niet in. Maar het is de bedoeling om op deze eerste stappen verder te bouwen. De vorige regering beet zich nog de tanden stuk op het studentenprotest. Nu liggen er weer nieuwe voorstellen op tafel om de universiteiten verder te hervormen. Het lukt, zegt minister van Financiën Christine Lagarde, omdat we altijd van samenwerking uitgaan. ‘We proberen niet om de mensen onze plannen door de strot te duwen.’ Maar die stapsteentheorie ging ervan uit dat Nicolas Sarkozy het vertrouwen genoot om moeilijke beslissingen te nemen. En dat is op dit moment niet meer het geval.

HET BLITSE KOPPEL

Disneyland, de piramiden, Petra. De president hield vakantie en er hing een romance in de lucht. De maanden tussen de eerste foto’s met Carla Bruni en het staatsbezoek aan Londen, na hun huwelijk in maart, vormden een bizar interludium in het Franse politieke leven. Het raderwerk van de staat viel stil. Vonden zijn voorgangers dat de media geen zaken hadden met wat er zich achter de gesloten deuren van het Elysée afspeelde, Sarkozy inviteerde zelf het populaire weekblad Paris Match voor een fotoreportage in de presidentiële slaapkamer. Het blitse koppel haalde wekenlang alle voorpagina’s.

Maar zoveel exhibitionisme heeft een prijs. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart kreeg de centrumrechtse partij van de president zware klappen. Zijn eigen populariteit zakte tot het vriespunt. In een opiniepeiling naar aanleiding van het eerste jaar van zijn presidentschap, vond 59 procent van de Fransen dat ze zich in hem hadden vergist. ‘De problemen in zijn persoonlijk leven gaven de Fransen de indruk dat hij meer met zichzelf bezig was dan met het land’, zegt een waarnemer. Maar ondertussen lijkt hij de situatie weer helemaal onder controle te hebben. De president toont zich weer vaker in sober driedelig pak dan in loopuitrusting.

Daarmee is ook het hervormingsprogramma weer tot leven gewekt. In een interview op televisie beloofde Sarkozy nogmaals dat hij niet zou opgeven voor zijn plannen zijn gerealiseerd. Het kolossale overheidsapparaat moet worden gestroomlijnd om het begrotingstekort binnen de perken te houden. Ziekenhuizen moeten worden gereorganiseerd. De Franse havens, nu nog in de greep van de vakbonden, moeten worden gederegulariseerd. Vakbondsvertegenwoordigingen in bedrijven moeten democratischer worden samengesteld. De regels om een werkloosheidsvergoeding te krijgen, worden strenger. En wie een overheidspensioen wil krijgen, zal langer moeten bijdragen.

Het sluitstuk van alle plannen is het wetsontwerp van Christine Lagarde dat de hele economie moet moderniseren. De minister wil de ondernemerszin aanmoedigen door de bureaucratie tegen te gaan en het belang van de consument voorop te stellen. De mededingingsautoriteit wordt versterkt. Starters worden vrijgesteld van lasten tot ze winst maken. Banenschepping wordt aangemoedigd door de regels te versoepelen waaraan bedrijven moeten voldoen vanaf het moment dat ze tien of twintig werknemers in dienst hebben.

Het probleem is evenwel dat Sarkozy niet langer op zijn populariteit kan bogen om de machtige belangengroepen aan te pakken. Bovendien keren ook de economische vooruitzichten zich tegen hem. De Franse economie hield tot nog toe redelijk stand, maar de kredietcrisis laat zich stilaan ook in Parijs gevoelen. Het Internationaal Muntfonds verwacht dat het Franse bruto binnenlands product in 2008 met amper 1,4 procent zal groeien. Als gevolg daarvan klimt de werkloosheid opnieuw van 7,5 procent dit jaar naar 8,3 procent volgend jaar.

De president staat dus voor een confrontatie met de publieke opinie. De Fransen voelen de stijging van de energie- en voedselprijzen in hun portemonnee. In maart beliep de inflatie 3,2 procent op jaarbasis – de grootste stijging in elf jaar. Het vertrouwen van ondernemers en consumenten staat op het laagste peil in 21 jaar. De Europese Commissie voorspelt voor volgend jaar opnieuw een begrotingstekort van 3 procent. Dat laat de regering weinig manoeuvreerruimte. De campagnebelofte om de totale belastingdruk fors terug te schroeven, lijkt een stille dood gestorven.

Het Elysée benadrukt dat de moeilijke economische situatie niet zal worden gebruikt als excuus om niets te doen. Zijn lage populariteit kan de president er wel toe aanzetten om snoepjes uit te delen. Zoals hij dat al deed bij zijn aanvaringen met de vissers, de taxichauffeurs, de gezinsorganisaties en anderen. Toen de staalreus ArcelorMittal besloot om een fabriek in het oosten van Frankrijk te sluiten, wat aan 595 mensen hun baan zou kosten, haastte Sarkozy zich ter plekke en beloofde overheidshulp om de fabriek te redden.

CHIRAC MET BATTERIJEN

Dat is ook de hele dubbelzinnigheid van de zogenaamde Sarkonomics. De president schaart zich aan de kant van de ondernemers, maar belooft tegelijk om arbeiders, fabrieken en banen te beschermen. Tijdens de verkiezingscampagne liet hij zich het liefst ergens op een werkvloer zien, omringd door mannen met een helm op hun hoofd. Zijn discours luidde overal dat Frankrijk zijn industrie moet beschermen, want ‘als de fabrieken weg zijn, is alles weg’. Nicolas Sarkozy noemt zichzelf een liberaal, maar hij is er een van het slag dat altijd ook één oog gericht houdt op het nationale belang.

Aanhangers van de president zeggen dat zijn tirades tegen banen die naar het buitenland verdwijnen niet zeer ernstig genomen hoeven te worden, aangezien hij daar toch niets aan kan doen. ArcelorMittal zal zijn fabriek sluiten, zoals gepland. De boodschap van Sarkozy leert wel dat de Fransen, hoewel ze zelf een aantal belangrijke internationale bedrijven hebben, beducht blijven voor elke vorm van globalisering. Voor een meerderheid van de Fransen is de vrijemarkteconomie niet het meest geliefde economische model.

Sarkozy zegt altijd dat de Fransen niet zo conservatief zijn als ze zelf graag denken. Sinds camera’s overal op de loer liggen, rijden ze niet meer zo snel als vroeger. Ze roken niet meer in bars of cafés. Verzet tegen verandering is geconcentreerd in enkele lobby’s, zoals die van de taxibestuurders, de apothekers, de kleinhandel of het onderwijs. De volgende maanden zal blijken of de president ook die groepen wil aanpakken. De populariteit van de grijze premier François Fillon leert dat misschien niet de hervormingen zelf het probleem zijn, maar wel de manier waarop de president zich de voorbije maanden heeft gedragen. En Sarkozy wil niet de weg op van zijn voorganger. ‘Hij wil niet dat de mensen denken dat hij een Chirac is met nieuwe batterijen in zijn rug’ zegt Philippe Manière, de directeur van de hervormingsgezinde denktank Institut Montaigne.

Misschien moet Sarkozy maar eens op bezoek bij zijn vriend Tony Blair. Die vertelde in 2005, na acht jaar in Downing Street, over zijn ervaringen met het hervormingsbeleid. ‘Bij elke hervorming die ik heb doorgevoerd,’ zei Blair, ‘wou ik achteraf dat ik verder was gegaan.’ Als dat geen woorden zijn om over na te denken voor Nicolas Sarkozy.

© The Economist. – Bewerkt door Hubert van Humbeeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content