Ondanks de seksschandalen en de vele gore moppen vinden veel Amerikanen het resultaat van acht jaar Bill Clinton bijzonder positief. En alleen Al Gore lijkt Al Gore nog van de macht te kunnen houden.

Amerika lijkt ingeslapen. Een jaar na het Lewinsky-schandaal en de poging tot impeachment van de president, lijkt het er sterk op dat het enige wat Bill Clintons officieuze dauphin Al Gore zou kunnen beletten de nieuwe president te worden, zijn eigen houten-Klaasgehalte is en de onuitsprekelijke saaiheid die hij uitstraalt.

Het gaat zo goed met de Amerikaanse economie dat weinig mensen nog iets willen veranderen. De VS hebben de langste expansieperiode in vredestijd achter de rug en een kentering lijkt niet voor morgen. De beurs blijft in juichstemming en op de begroting is er een overschot dat zelfs de gierigste Republikeinen sprakeloos maakt. De werkloosheid is lager dan ooit, de inflatie blijft binnen de perken en Alan Greenspan, die over het dollarbeleid waakt, is aan een nieuwe ambtstermijn begonnen bij de Federal Reserve.

Dat is wellicht niet allemaal aan Bill Clinton te danken: de expansie was al begonnen toen hij verkozen werd, maar als de economie het niét zo goed had gedaan, had hij natuurlijk wel de schuld gekregen.

Clinton heeft geweigerd de Republikeinen de vrije teugel te geven. Maar hij heeft zijn beleid ook zo gestuurd dat hij – in tegenstelling met wat de Democratische reputatie wil – een meester in het begrotingsevenwicht genoemd wordt. Bofkont Clinton heeft nu zoveel geld over dat men niet goed weet wat ermee te doen. De Republikeinen willen met een overschot altijd belastingverlagingen betalen, wat meestal de rijken ten goede komt. De Democraten willen er sociale voorzieningen voor – pensioenen, uitkeringen, gezondheidszorg – wat grosso modo de middenklasse ten goede komt. In feite komt het erop neer dat de Democraten een soort Amerikaanse sociaal-democraten zijn, en de Republikeinen een soort Amerikaanse conservatieven.

In dat traditionele beeld bracht de overwinning van John McCain tijdens de voorverkiezingen in New Hampshire nu verandering. John McCain komt op voor de Republikeinse nominatie tegen de favoriet, George W. Bush, en kan eigenlijk niet winnen: hij heeft het partij-establishment tegen, en hij heeft ook niet genoeg geld. Bush wil de klassieke Republikeinse belastingverlaging: 1,4 triljoen dollar voor de rijken. Die van New Hampshire, een staat die toch met belastingen niet veel op heeft, hadden daar nauwelijks interesse voor. De zaken gaan goed, ze hebben geld. McCain daarentegen, een oorlogsheld die zelfs tegen journalisten niet liegt, komt met een programma dat totaal atypisch is voor de Republikeinen: hij wil met het overschot eerst en vooral de nationale schuld afbetalen, en dan de sociale zekerheid en het pensioensysteem opkrikken.

Wie denkt dat deze verschuiving in de Republikeinse partij betekent dat zij ‘zacht’ geworden is, moet maar naar Jesse Helms kijken die de Verenigde Naties uitkafferde omdat die soms aarzelen de Amerikaanse bevelen uit te voeren: de VS zullen in dat geval niet alleen hun bijdrage niet betalen, zei hij, zij zullen overwegen om eruit te stappen.

BILL EN HILLARY

Sinds het Lewinsky-schandaal zijn er in de VS heel duidelijk twee elkaar vijandig gezinde politieke machten: het Witte Huis, de president dus, en het Congres, in dit geval de Senaat, die door een meerderheid van conservatieve Republikeinen wordt geleid. Die ‘oorlog’ tussen Clinton en de Senaat heeft ook geleid tot – volgens velen – het grote kenmerk van de Clinton-jaren: het gebrek aan politieke leiding en slagkracht aan de top. Hoe goed het economisch ook ging, des te belabberder was het politieke beleid. In binnen- én buitenland, waar de Clinton-diplomatie de ene afgang na de andere kende: in China, in het Midden-Oosten en met de Seattle-top van de WHO.

Maar de VS zijn nog altijd de enige overblijvende supermacht, en zij zijn niet aan een nieuw isolement begonnen, ondanks alle toespraken en lobbywerk van Jesse Helms en de zijnen. Terwijl het er op binnenlands vlak vaak op lijkt dat de interne oorlog in het voordeel van de Democraten werkt. Zij hebben, midden in het oog van de Lewinsky-orkaan en de impeachment-procedure, belangrijke Congresverkiezingen gewonnen. Bill Clinton was in Amerika de populairste president op het moment dat dat er het meest gore moppen over hem verteld werden. Hij staat aan het einde van zijn loopbaan, die hij niet zonder kleerscheuren doorgekomen is. Zijn vrouw Hillary doet mee aan de Congresverkiezingen voor New York. Zal de tandem blijven lopen? ‘The best president we ever had’ werd ze wel genoemd tijdens het schandaal dat niemand ooit zal vergeten. Op die manier zouden de Clinton-jaren in zekere zin voortgezet kunnen worden. Maar ook in de hernieuwde Democratische Partij, die op apegapen lag toen Bill Clinton aan de macht kwam. Hij heeft haar, op zijn eigen veelbesproken manier, vernieuwd en gemoderniseerd. Misschien kan ze zo nog een eind voort. Het enige wat daar tégen spreekt, is eigenlijk Al Gore.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content