Nu de laatste leden van de Russische punkband Pussy Riot vrij zijn, barst de strijd tegen de Russische president Poetin pas echt los. Groepslid Maria Aljochina kondigt nieuwe acties aan: ‘Het gaat niet om haat, maar om weerstand tonen.’

Meer dan een jaar zaten ze gevangen in een strafkamp, maar nu zijn ze dus vrij. Vorige week maandag werden de laatste Pussy Riot-leden vrijgelaten. In maart 2012 werden de activisten van de punkgroep nog veroordeeld wegens hooliganisme, omdat ze in de Moskouse Christus-Verlosserkathedraal met een punkgebed de patriarch van de Russisch-orthodoxe kerk hadden beschimpt. Waarnemers noemden het proces politiek gemotiveerd, en de strafmaat veel te zwaar. Toch blijft zowel Maria Aljochina als Nadezjda Tolokonnikova strijdvaardig.

Hoe waren de leefomstandigheden tijdens uw gevangenschap?

Aljochina: Ik zat in twee verschillende strafkolonies. Het Russische strafsysteem is gebaseerd op de systematische onderdrukking van de persoonlijkheid. In het kamp ben je nooit alleen. Het collectivisme is maar één vorm van druk. Een hervorming van het strafsysteem moet ermee beginnen de gevangenen niet langer in barakken vast te houden, waar ze geen enkele vorm van rechten of privacy hebben.

Wat was het ergste in uw gevangenschap?

Aljochina: De onuitstaanbare momenten waarop het mij duidelijk werd dat het onder zulke voorwaarden niet om de zogezegde ‘verbetering’ van de gevangene gaat. In plaats daarvan worden mensen tot verraad gedreven. Elk menselijk fatsoen verdwijnt. Het was erg om te zien hoe vrouwen zich in dit systeem onderwierpen. Bij mij riep het de wil om te protesteren op.

Waren er in het kamp ook mooie momenten?

Aljochina: Ja. Een eigenlijk totaal niet politiek geïnteresseerde vrouw uit een klein provinciestadje begon na een gesprek met mij voor haar rechten te strijden. Daardoor durfde ik te geloven dat veranderingen mogelijk zijn.

Hoe heeft de gevangenisstraf u veranderd?

Aljochina: Ik heb in de strafkolonie definitief begrepen dat vrijheid niet afhangt van de hoge muren die je omringen. Mijn tijd in het kamp heeft me geholpen duidelijker te zien wat belangrijk is. In de kolonie leer je eerlijkheid en rechtlijnigheid naar waarde te schatten. Elke dag zijn er situaties waarin je het onderscheid tussen goed en kwaad moet maken.

De Russische president Vladimir Poetin heeft ondertussen voormalig oliemagnaat Michaïl Chodorkovski in ballingschap laten vertrekken. Ook u en uw medestrijdster Nadezjda Tolokonnikova kregen amnestie. Is dit het begin van een politieke dooi in Rusland?

Aljochina: Ons parlement keurt nog steeds in ijltempo wetten goed die denkende mensen uiteindelijk dwingen om te emigreren. De staatsmedia bulken van antiwesterse propaganda. De grondwet wordt veranderd. De hardliners krijgen steeds meer mogelijkheden in handen om burgers vast te houden, ook op politieke gronden. Dat is toch geen dooi? Integendeel.

Haat u Poetin?

Aljochina: Wij zien in Poetin iemand die de macht heeft geüsurpeerd. Het gaat niet om haat, maar om weerstand tonen.

Kunt u begrijpen dat christenen zich door jullie actie in de Christus-Verlosserkathedraal beledigd voelen, omdat jullie er de Russisch-orthodoxe kerk beschimpten?

Aljochina: Er zijn in Rusland echt geen duizenden christenen die over onze actie verontwaardigd waren. Ik heb niet één gelovige ontmoet die onze actie bekritiseerd heeft.

Zijn jullie van plan jullie acties voort te zetten?

Aljochina: Zeker. Zonder protestkunst is ons leven leeg. We zullen naar nieuwe protestvormen zoeken en opkomen voor burgerrechten.

Is jullie actieterrein enkel tot Rusland beperkt, of plannen jullie ook in het buitenland op te treden?

Aljochina: Als we Rusland veranderen, veranderen we de wereld. Bij commerciële concerten treden wij niet op: dat is ons vreemd. We willen wel spreken over de twee jaar die we in gevangenschap hebben gezeten.

Wat is het eerste wat jullie doen zodra jullie terug in Moskou zijn?

Aljochina: Eindelijk met mijn familie spreken, zonder daarbij afgeluisterd en bewaakt te worden.

© Der Spiegel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content