De ruim 150 tankstations van Jet in ons land worden dit jaar geleidelijk met de rood-witte kleuren van Lukoil getooid. Die Russische oliemaatschappij is een van de grootste ter wereld. Knack had in Moskou een ontmoeting met Lukoilvoorzitter Vagit Alekperov.

Er is niet echt veel tijd, want dezelfde middag komt ook de minister van Buitenlandse Zaken van Irak langs. Een belangrijke ontmoeting. Lukoil verwierf ruim tien jaar geleden het recht om een zeer rijk olieveld in West-Qurna te exploiteren. Het kon daar eerst geen werk van maken omdat de sancties van de Verenigde Naties tegen het regime van Saddam Hoessein dat niet toelieten. Vervolgens trok Saddam de vergunning in omdat er toch niets van kwam en daarna begon de oorlog die het land in puin legde.

Nu het geweld wat is geluwd, probeert Lukoil om de band met Bagdad te herstellen. De Russische regering helpt door alvast een deel van de schuld die Irak bij Moskou heeft kwijt te schelden. Washington toont zich soepel omdat het aandeel van Lukoil op de New York Stock Exchange noteert en het bedrijf zijn Amerikaanse partner ConocoPhillips een deel van de koek gunt.

Lukoil levert niet alleen olieproducten in steeds meer landen. Het haalt ook in steeds meer landen olie en gas uit de grond. Het is ondertussen al lang niet meer uitsluitend in Rusland zelf of in nabije buitenlanden zoals Kazachstan of Turkmenistan actief, in de fameuze Kaspische kuip die een deel was van de voormalige Sovjet-Unie. Het boort al jaren in Egypte en het is sinds kort bijzonder actief in Colombia en Venezuela en voor de kust van West-Afrika. Lukoil is de tweede olieproducent van Rusland. Het is ook de producent die na het Amerikaanse ExxonMobil over de grootste bewezen olie- en gasreserves beschikt. Voor een bedrijf dat eigenlijk nog maar net anderhalf decennium bestaat, is dat een hele prestatie.

Lukoil rees na de val van de Sovjet-Unie niet vanzelf uit de steppen op. Het is het werk van Vagit Alekperov, die in 1950 in Bakoe werd geboren – de hoofdstad van de nu onafhankelijke republiek Azerbeidzjan. Zoals hij zelf altijd zegt: in een omgeving die van olie is doordrenkt. Olie uit Bakoe maakte in de 19e eeuw eerst de Zweedse broers Nobel rijk en legde vervolgens de grondslag van het fortuin van Marcus en Sam Samuel, de stichters van het Shellconcern. De jonge Alekperov ging al op zijn achttiende en nog tijdens zijn studies met zijn vader bij de boorputten aan de slag. Hij studeerde eerst aan het Azerische instituut voor olie en chemie en promoveerde daarna in de economie met een studie over de verticale integratie van oliebedrijven in Rusland.

MAN VAN ACTIE

Precies die kennis bracht hij later met groot succes in de praktijk. In 1979 werd de dan bijna dertigjarige olie-ingenieur naar West-Siberië gestuurd, waar hij snel carrière maakte bij de lokale olieproducent Kogalymneftegaz. Tot dan was hij altijd direct bij het boren zelf betrokken geweest. Enkele jaren tevoren nog blies een ontploffing op een boorplatform hem van twaalf meter hoog in zee. Op een ander moment ging hij op een pijpleiding zitten, toen arbeiders weigerden om een lek te dichten uit angst voor een explosie.

Alekperov bracht in Kogalym zijn ideeen in praktijk. De rijke reserve leverde naar verhouding te weinig op. De nieuwe baas had meer aandacht voor de productie dan in de Sovjet-Unie gebruikelijk was, maar hij verloor tegelijk het welzijn van de arbeiders niet uit het oog. Als ze harder moesten werken, mocht daar ook iets tegenover staan. Alekperov zorgde voor betere huisvesting, een ziekenhuis en zelfs een klein vliegveld. De productie in Kogalym steeg spectaculair.

Het ging zo goed dat partijchef Mikhail Gorbatsjov hem naar Moskou haalde en als viceminister de opdracht gaf om de hele olieproductie onder de loep te nemen. In de Sovjet-Unie, vertelde Alekperov daarover ooit, hingen de productie en de distributie van drie ministeries af, die elk hun eigen doelstelling hadden en die voortdurend met elkaar overhoop lagen. Het gevolg was dat bronnen geregeld werden verlaten voor ze helemaal droog stonden, waarbij veel materiaal nodeloos verloren ging.

Vagit Alekperov zag zijn kans schoon en werkte aan een verticaal geïntegreerde structuur, die de hele productieketen zou omvatten. Van de bron tot de benzinepomp. Hij leerde dat een oliebedrijf op die manier ook goed kan boeren als de prijs van een vat crude op de wereldmarkt tegenvalt. Hij stelde voor om de productie-eenheden van Langepas, Urai en Kogalym samen te voegen tot één afdeling binnen het ministerie. Met de eerste letters van die drie eenheden was Lukoil geboren.

In de praktijk stond Vagit Alekperov toen aan het hoofd van de hele oliewinkel in de Sovjet-Unie. ‘Die baan kreeg je niet als je het niet waard was’, vertelde hij daar later over. ‘Je kreeg het niet op een zilveren schaaltje aangeboden. We stampten Lukoil uit de grond, op het moment dat het regime en het hele land rondom ons in elkaar zakten.’ Toen Boris Jeltsin het in 1993 mogelijk maakte om de overheidsbedrijven te privatiseren, trok Alekperov Lukoil naar zich toe. De minister en overheidsmanager werd zakenman en ging voor eigen rekening werken. Lukoil was op dat moment overigens maar een van de tien oliebedrijven die zich van de staat losmaakten.

Het hielp toen, in de tumultueuze jaren negentig, dat hij mensen kende in het Kremlin. Mensen zoals Viktor Tsjernomyrdin en Jevgeni Primakov, de premiers die onder Jeltsin de dienst uitmaakten. Het was de tijd dat een vijandige overname in Rusland vaker gebeurde met het geweer op de borst dan met een raid op de aandelenmarkt. Alekperov ontwikkelde de reputatie dat hij een man van de actie was. Iemand die dingen voor elkaar krijgt. Maar ook: een man van zijn woord.

Met de komst van Vladimir Poetin als president werd het geleidelijk rustiger in wat soms het ‘Wilde Oosten’ werd genoemd. Zoals wel meer Russische bedrijven moest Lukoil zich verweren tegen een klacht voor fiscale fraude. De wet was gewoon niet waterdicht. Maar anders dan bijvoorbeeld Mikhail Chodorkovski van Yukos, slaagde Vagit Alekperov er wel in om zijn bedrijf uit de handen van de nieuwe, assertieve Russische staat te houden. Onder meer omdat hij zich te ver waagde in het politieke mijnenveld, zit de ongelukkige Chodorkovski nu een lange gevangenisstraf uit in Siberië.

SAMEN MET GAZPROM

In 2003 bleek uitgerekend in New York dat het tussen de president en Lukoil wel klikte. Op weg naar een onderhoud met George W. Bush hield de Russische president in Manhattan even halt voor de plechtige opening van een tankstation – het eerste in de VS dat met de roodwitte kleuren van Lukoil werd aangekleed. Alekperov kreeg in 2000 vaste voet aan de grond in Amerika met de overname van Getty Oil. In 2004 ging hij een strategische alliantie aan met het Texaanse ConocoPhillips om samen olie- en gasvelden te prospecteren en te exploiteren. De Texanen hebben ondertussen een belang van 20 procent in Lukoil. Het was ook van ConocoPhillips dat Alekperov de goed 150 tankstations van Jet in België overnam. Dat was overigens een deal, waarbij meer dan 370 tankstations in zeven Europese landen van eigenaar veranderden.

Lukoil investeerde de voorbije jaren veel in de modernisering van zijn raffinagecapaciteit en in de uitbreiding van zijn afzetmarkt. De filosofie blijft dezelfde: de maatschappij wil het hele proces zoveel mogelijk in eigen hand houden. Een bijkomende raffinaderij in West-Europa zou welkom zijn. ‘Als we de olie die voor de West-Europese markt bestemd is zelf raffineren in de plaats van ze als crude te leveren, brengt dat ons een miljard dollar per jaar op’, rekent vicepresident Leonid Fedoen voor.

Vagit Alekperov is een zakenman en hij wenst geen politieke uitspraken te doen. Energievoorziening en veiligheid zijn delicate onderwerpen. Is het als onafhankelijk oliebedrijf niet moeilijk om in Rusland samen te leven met een gigant zoals Gazprom? Nee, zegt hij. ‘We hebben joint ventures met overheidsbedrijven zoals Rosneft en Gazprom en die doen het goed. Allianties zijn dus zeker mogelijk.’

In zijn hoofdkwartier in Moskou verzekert Vagit Alekperov zich van een bezoekje aan Bagdad. Daar verneemt hij enkele weken later dat de investering in Irak wellicht niet verloren is. ‘Het sleutelwoord is verantwoordelijkheid’, zei hij tijdens een gesprek, nadat het Westen zich in de nasleep van een incident tussen Gazprom en Oekraïne afvroeg of Russische partners wel betrouwbaar waren. ‘We gaan niet op onze reserves zitten. We hebben onze productie ook nooit aangepast aan de evolutie van de prijs. De Russische pompen werken in ieder geval op volle kracht.’

DOOR HUBERT VAN HUMBEECK

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content