Het is helemaal niet uitgesloten dat we in ons eigen zonnestelsel nog een vorm van primitief buitenaards leven kunnen vinden.

Als er andere beschavingen waren in ons zonnestelsel, dan hadden we dit nu wel al gemerkt. Maar ook de ontdekking van zelfs maar de primitiefste soorten, zou ons al een enorme stap verder brengen in het exobiologisch onderzoek. Het zou bewijzen dat leven ook elders kan ontstaan en dat de aarde althans in dit opzicht niet zo uniek is.

In 1976 landden twee Amerikaanse robots op Mars. Ze schepten stalen van de bodem op en onderzochten die op sporen van primitief leven of fossielen daarvan. De uitslag was veeleer negatief, hoewel niet beslissend.

Er werden op aarde een aantal meteorieten gevonden, afkomstig van Mars. Brokstukken, die zo’n drie miljard jaar geleden als gevolg van een hevige inslag of vulkaanuitbarsting de ruimte werden ingegooid. Na lang dolen door het zonnestelsel, ploften ze op onze planeet neer. Nasa-vorsers meenden onlangs in zo’n steen fossielen van primitief martiaans leven te ontwaren. Maar het bleek alweer valse hoop.

Mars heeft ooit, in een milder klimaat en onder een hogere atmosferische druk, vloeibaar water gekend. Misschien is er dan leven ontstaan. Toen Mars kouder en schraler werd, stierf het allicht uit. Of wist het zich te verschansen onder het oppervlak ?

Eind vorig jaar begon een nieuwe reeks onbemande vluchten naar Mars, met Amerikaanse en Russische toestellen, al zal de ontploffing van de Mars 96 Moskou wellicht voor lange tijd op non-actief zetten op het vlak van ruimtevaart. De Amerikaanse Mars Pathfinder moet rond juli aankomen, zal als een kunstmaan rond Mars cirkelen en er twee landers neerlaten en twee penetrators. De penetrators zijn meettoestellen, die enkele meters diep in de bodem doordringen. Ook Europese wetenschappelijke instellingen nemen deel aan dit programma, onder meer het Belgisch Instituut voor Ruimte-Aëronomie (BIRA) met een toestel om in de hogere lagen van de martiaanse atmosfeer minderheidsbestandddelen na te speuren zoals het levensbelangrijke ozon. In 1998 komen er nog twee gelijkaardige missies en in 2001 gaat een Japanse ruimteverkenner de martiaanse atmosfeer bestuderen. In 2003 gaat een Amerikaanse robot stalen van Mars’ bodem oppikken en ze voor onderzoek naar de aarde brengen. En tegen 2008 volgt mogelijk een bemande reis.

Mars is evenwel niet de enige kandidaat voor leven. Venus, met haar temperatuur van zo’n 400 graden Celsius aan het oppervlak, is weliswaar geen ideaal vakantieoord, maar hoog in de atmosfeer kan er een gunstig milieu bestaan voor de ontwikkeling van leven. Hetzelfde geldt voor een bepaald niveau in de atmosfeer van Jupiter.

De mens moet zich ook niet blind staren op de planeten. Europa, één van de vier grootste manen van Jupiter, is omgeven door een ijle zuurstofatmosfeer. Dat heeft de Hubble ruimtetelescoop waargenomen. En vorsers van de John Hopkins Universiteit in het Amerikaanse Maryland ontdekten in mei ’95 sporen van zuurstofatomen in het spectrum van Europa. De zuurstofmoleculen op Europa zijn gelijkaardig aan die welke we op aarde inademen. Maar deze atmosfeer is zeer dun en de temperatuur op Europa bedraagt -135 graden Celsius. Wat heel weinig kansen biedt voor een biologische activiteit.

Eén van Saturnus’ manen, Titan, is met zijn doorsnee van 5.150 km de op één na grootste maan in ons zonnestelsel, na Jupiters maan Ganymedes met 5.276 km doorsnee. Deze manen zijn niet alleen groter dan de onze (3.476 km doorsnee), maar groter dan de planeten Pluto (2.320 km) en Mercurius (4.880 km). Titans atmosfeer gelijkt op die van de primitieve aarde. Ze heeft een druk van 1,6 bar en is samengesteld uit negentig procent stikstof en sporen van methaan, ethaan, argon en tal van hydrocarbures. Deze laatsten vormen een nevel die de hele maan bedekt. Vroeger dacht men dat Titan bedekt was door één oceaan van methaan of ethaan, maar de ruimtetelscoop Hubble ontdekte in januari ’95 een aantal heldere en donkere vlekken op het oppervlak van Titan. Bergen, kraters, min of meer warme gebieden ? Meer nog dan op Mars, bestaat er een kans dat we op Titan leven ontdekken.

Pas begin volgende eeuw zullen we er het fijne van weten. In oktober 1997 vertrekt de onbemande Europees-Amerikaanse missie met de dubbele naam Cassini-Huygens. Cassini is de Amerikaanse ruimteverkenner, die het Europese landingstoestel Huygens aan boord heeft. Zeven jaar later, in 2004, zal Cassini Huygens laten neerdalen in de atmosfeer van Titan en landen op het oppervlak om er foto’s te nemen en scheikundige ontledingen te verrichten.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content