Het interview met advocaat Pierre Lefranc (Knack nr. 28-29,’De blauwe contrareformatie’) staat vol zakelijk valse informatie. Het is bovendien tendentieus doordat het zonevreemdheid en bouwovertredingen door elkaar haalt. Wanneer men dit onderscheid niet maakt, kan men daarna heel gemakkelijk de tegenstander ‘diaboliseren’.

‘Mijn Huis Mijn Recht’ is geen vzw waarin zich ‘zelfs burgers met zonevreemde gebouwen verenigd hebben’, maar een onafhankelijke kritische nieuwsbrief over alle aspecten van ruimtelijke ordening. Dit blijkt na het bewuste artikel meer dan nodig.

De Werkgroep Landelijk Wonen zou ruimtelijke ordening ‘zelfs strijdig achten met het woon- en eigendomsrecht van de burger.’ Deze werkgroep heeft nooit gezegd dat ruimtelijke ordening in zijn algemeenheid hiermee in strijd is, maar heeft alleen gesteld dat het Decreet Ruimtelijke Ordening van 1999 onvoldoende de eigendomsrechten beschermt. Een regelgeving die perfect legaal vergunde woningen tot verkrotting wou doemen door hen zelfs, zonder enige vergoeding, te verbieden hun dak te vernieuwen, kan men moeilijk een wetgeving van een rechtsstaat noemen maar is een collectivistische nationalisatie. Gelukkig maar is deze regelgeving vorig jaar voor woningen en dit jaar voor bedrijven gewijzigd. Anders was Vlaanderen begonnen aan de vernietiging van een belangrijk deel van zijn gebouwenpatrimonium door de langzame gedwongen teloorgang van honderdduizenden zonevreemd gemaakte woningen, bedrijven en activiteiten. Het is meer in het algemeen belang dat er van dit deel van het ‘rechtlijnige beleid van Eddy Baldewijns haast niets over blijft’, dan honderdduizenden gebouwen te moeten slopen. Is het in het algemeen belang duizenden bedrijven de das om te doen, vernieuwing van hun gebouwen en installaties te weigeren omwille van een planologisch kleurtje?

Lefranc verdoezelt deze schandelijke uitdoofpolitiek wanneer hij zegt: ‘Tegen 2004 zou er dus geen sprake meer zijn van zonevreemde woningen en dito bedrijven aangezien zij zich zouden moeten schikken naar de nieuwe regelgeving.’

Helemaal gaat Lefranc uit de bocht wanneer hij zegt: ‘De CD&V, die denkt de belangen van de landbouwers te dienen, deed er een schepje bovenop en liet het VLD-voorstel uitbreiden door zonevreemde agrarische bedrijven de mogelijkheid te bieden om zelfs in kwetsbare gebieden verbouwingswerken uit te voeren.’ Lefranc gaat met deze uitspraak voorbij aan de fouten die gebeurden bij het vastleggen van de gewestplannen. Hij noemt deze plannen zelf ‘niet erg toekomstgericht en bureaucratisch’ maar baseert zijn hele betoog op het heilig uitgangspunt van de zonering zoals die in de gewestplannen werd uitgetekend. Dit leidde er bijvoorbeeld toe dat 44.000 ha daadwerkelijk in gebruik voor landbouwexploitatie, in groengebieden werden gelegd. Stel je voor: die boeren krijgen nu zelfs de toelating hun boerderij goed te onderhouden! Lefranc heeft een merkwaardige opvatting over eerbied voor eigendomsrecht en het nakomen van haar engagementen door de overheid, die deze vergunde boerderijen ongevraagd en ten onrechte zonevreemd heeft gemaakt.

Ik beperk me verder tot de vier flagrantste valse uitspraken over de regelgeving in het artikel.

1. De regularisatievergunning.

‘Het Vlaams parlement durft te beweren dat het rechtszekerheid nastreeft door de overtreders in hun zonevreemde woningen en bedrijven een vorm van amnestie te verlenen’, beweert Lefranc. En: ‘Voortaan is geen vergelijk met de stedenbouwkundige inspecteur meer nodig om al wie destijds zonder vergunning heeft gebouwd toch een regularisatievergunning te bezorgen.’

Die ‘amnestie betreft uitsluitend werken die zonder vergunning werden uitgevoerd, maar vandaag wel perfect vergunbaar zijn. Het gaat er dus helemaal niet om niet-vergunbare bouwovertredingen te regulariseren, maar wat vergunbaar is daadwerkelijk te vergunnen. Dit sluit niet uit dat, zelfs wanneer men die vergunning gekregen heeft, er nog een transactiesom geëist kan worden, tot zelfs vervolging door de rechtbank, omdat men werken liet uitvoeren zonder de nodige vergunning.

Voor bouwdelicten die niet vergunbaar zijn is er niets veranderd: ze kunnen vervolgd worden, met mogelijk afbraak tot gevolg.

Als voorbeeld dat nu alles kan, wordt een verkrotte hoeve opgevoerd waarvoor men na nieuwbouw nu zogenaamd een regularisatievergunning kan krijgen. Voor elk verkrot zonevreemd gebouw kan nog steeds geen enkele vergunning gegeven worden, en dus ook geen regularisatie tot januari 2003. Dat zou toch elke advocaat moeten weten.

Voor elk zone-eigen gebouw mag altijd een regularisatievergunning worden aangevraagd. Alleen de regularisatie voor zonevreemde gebouwen is in de tijd beperkt. Het betreft hier geen amnestie, maar discriminatie.

2. Planbaten.

‘De planbaten werden afgeschaft’, zegt Lefranc. De planbaten werden helemaal niet afgeschaft. Wel worden de nu bestaande zonevreemde gebouwen in de meeste gevallen vrijgesteld van planbaten wanneer ze in de ‘juiste’ zone zullen gelegd worden. Bij de gewestplannen hebben de eigenaars van percelen die zonevreemd gemaakt werden geen planschade gekregen, maar hun grond ervoor wel als bouwgrond gekocht. Nu planbaten betalen zou inderdaad twee keer betalen zijn.

3. Ondermijning door de Raad van State.

De opmaak van structuurplannen wordt volgens Lefranc ‘ondermijnd doordat de Raad van State zich bevoegd heeft verklaard om vorderingen te behandelen tegen ruimtelijke structuurplannen’. Op basis van de structuurplannen zijn geen vorderingen mogelijk, gezien het helemaal geen bestemmingsplannen zijn.

4. Uitbreiding.

‘Zoals in het amnestiedecreet voor zonevreemde woningen wordt er nu van uitgegaan dat zonevreemde bedrijven het recht hebben om in niet-kwetsbare, waaronder woongebieden, hun bedrijfsgebouwen te herbouwen, zo nodig zelfs uit te breiden’, zegt Lefranc. In het zogenaamde amnestiedecreet is er geen sprake van uitbreiding van zonevreemde bedrijven, behalve met een gunstig planologisch attest. Dit krijgt men pas na openbaar onderzoek en nadat de bevoegde overheid zich geëngageerd heeft het bedrijf in kwestie in de juiste zone te kunnen en zullen leggen bij herziening van de plannen. Herbouwen mag slechts, en dan nog maar binnen het bestaande volume, voor gebouwen met activiteiten van voor 17 juli 1984 en voor zover er nog een milieuvergunning is voor minstens tien jaar. Is daar iets mis mee?

Tot slot. Welk belang advocaat Lefranc met zijn betoog wil dienen, is niet erg duidelijk. Hij heeft er wel veel leugens voor over. Dat ‘de liberalen een andere visie hebben op ruimtelijke ordening en willen afrekenen met het beleid van Baldewijns’ is nog steeds een democratisch recht.

En een advocaat, die bestuurslid geweest is van de Liga van Mensenrechten, en die nu pleit voor het behoud van het eeuwigdurende bouwmisdrijf: dat is waarschijnlijk een wereldprimeur voor Knack.

Philippe Van den Abeele, eindredacteur ‘Mijn Huis Mijn Recht’.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content