Han Renard

PS en Ecolo hebben een akkoord gesloten om in een volgende regering samen een aantal ‘essentiële’ linkse standpunten te verdedigen. In het Frans: ‘convergences à gauche’.

De PS is best hip tegenwoordig. Dat klinkt vreemd, gezien het verleden van die partij, maar toch is het zo. Het PS-partijhoofdkwartier op de Keizerslaan in Brussel wordt sinds de renovatie door sommigen klein Guggenheim genoemd, het smaakvolle interieur van PS-voorzitter Elio Di Rupo’s woning in Bergen was vorige week te bewonderen in de designbijlage van een Franstalig weekblad, het samenwerkingsakkoord met Ecolo werd afgelopen zaterdag aan de pers voorgesteld in het très branché café Belga, op de benedenverdieping van het vernieuwde Flageygebouw. Hoezo niet trendy?

Zoals het een moderne sociaal-democratische partij betaamt, staat de PS open voor progressieve christenen, andersglobalisten, en ook groenen. Het samenwerkingsakkoord met deze laatsten bevat een reeks concrete voorstellen, die beide partijen in een volgende regering samen willen uitvoeren; voorstellen in verband met het behoud van de sociale zekerheid, het versterken van de publieke voorzieningen, een billijker herverdeling van de welvaart, bij ons en internationaal, gelijke kansen en duurzame ontwikkeling.

Deze rood-groene samenwerking laat zich het best definiëren door wat ze niet is, met name een pôle de gauche of linkse koepelpartij, ondanks de 1-mei-oproep van Elio Di Rupo. Ecolo en PS behouden de eigen kleuren. Er komen geen gemeenschappelijke verkiezingslijsten en een gemeenschappelijk programma komt er al evenmin. Philippe Defeyt, federaal secretaris van Ecolo, legt daar sterk de nadruk op: ‘Wij blijven twee verschillende partijen, met eigen standpunten en eigen kiezers.’

Als het geen linkse koepel is, wat is het dan wél? Defeyt: ‘Twee linkse partijen die zich publiekelijk engageren om in een volgende regering een aantal initiatieven samen te verdedigen.’

‘Het is een pragmatische, strategische entente,’ verduidelijkt PS-voorzitter Di Rupo, ‘geen histoire d’amour.‘ Deze entente kan vergeleken worden met het gemeenschappelijk front dat de vakbonden voor bepaalde dossiers vormen. ‘Alleen is ons front wat langer in de tijd gerekt, namelijk de duur van een regeerperiode.’ Het succes van het rood-groene verbond zal volgens Di Rupo door menselijke factoren worden bepaald. Het belang van ideologieën en filosofische concepten wordt in dezen systematisch overschat, vindt hij. ‘Of mensen elkaar vertrouwen en kunnen samenwerken, is veel doorslaggevender.’

MéNAGE à DEUX

Maar Ecolo heeft natuurlijk niet alleen met de PS een akkoord gesloten. De Franstalige groenen hebben, net zoals in 1999, ook een samen-uit-samen-thuisafspraak met de Vlaamse vrienden van Agalev. Op 7 december congresseren Ecolo en Agalev trouwens over een gemeenschappelijk verkiezingsprogramma. Gaat Ecolo vreemd? Philippe Defeyt pleit onschuldig. De samenwerking met de PS brengt de groen-groene afspraken op geen enkele manier in gevaar, zegt Defeyt.

Maar toch krijgt Agalev er ongevraagd een bondgenoot bij. Een machtige bondgenoot weliswaar, maar hoe gelukkig is politiek secretaris Jos Geysels met deze ménage à trois? Geysels: ‘Wat mij betreft, blijft het een ménage à deux hoor. Agalev en Ecolo gaan samen naar de verkiezingen. De samenwerking tussen PS en Ecolo mag ook niet doen vergeten dat tussen die twee partijen grote verschillen bestaan.’

De PS-Ecolo-voorstellen sterken Geysels in de overtuiging dat ‘groen’ door de bank genomen geen moeite heeft met ‘rode’ prioriteiten, maar dat het omgekeerde veel minder voor de hand ligt. Niet dat Agalev bezwaren heeft tegen de tekst die nu ter tafel ligt. ‘Die voorstellen staan ook allemaal in ons programma,’ aldus Geysels, ‘maar het zijn, zeker voor de socialisten, tergend haalbare voorstellen.’ De Agalev-voorman toont wel begrip voor het feit dat Ecolo de banden met de PS nauwer aanhaalt: ‘Ecolo is zoals bekend aan Franstalige kant wiskundig niet nodig om een meerderheid te vormen.’

In Vlaanderen wordt al meer dan tien jaar over een rood-groene combinatie geschreven en gesproken, maar men raakte het tot nu toe nooit eens over de uitgangspunten van zo’n samenwerking. Kan het Franstalige experiment tot voorbeeld strekken? Geysels: ‘Ik sluit niet uit dat ik in de volgende weken zelf een initiatief neem om, in dezelfde geest, onderhandelingen aan te knopen met de SP.A.’ Geysels is al sinds 1996 vragende partij om met de socialisten in concrete dossiers samen te werken, maar kreeg steeds opnieuw een kartel of een fusie aangeboden. Iets waarvoor de groene toppoliticus om evidente redenen bedankt.

Ook nu twijfelt Geysels aan de goede bedoelingen van meesterstrateeg Elio Di Rupo. De PS-voorzitter zegt genoegen te nemen met de formule van convergences tussen twee zelfstandige partijen. Maar voor hoe lang, vraagt Geysels zich af.

KROKODILLENDOM

Van convergenties tussen Ecolo en PS viel in de doordeweekse politiek weinig te merken. De contacten tussen PS en Ecolo binnen paars-groen verliepen tot nu toe niet bepaald hoffelijk. De PS ergerde zich openlijk aan het amateurisme van de groene excellenties, Ecolo klaagde hardop dat de PS over cruciale punten uit het regeringsbeleid altijd eerst met de liberalen, en liefst onder vier ogen, een vergelijk zocht.

Het niet bundelen van de ‘linkse krachten’ vormt voor de Franstalige groenen de verklaring voor de magere sociale balans – ‘een ramp’ – van paars-groen.

Waarom kan nu wel wat de afgelopen jaren niet kon? Wat stond een samenwerking in de weg? Een filosofische Di Rupo: ‘Zoals Montaigne zei over zijn vriend Étienne de La Boétie: parce que c’etait lui, parce que c’etait moi… Mensen moeten elkaar leren kennen, leren waarderen.’

Zeker. Maar aanvankelijk was het de PS – met Louis Michel als objectieve bondgenoot – er vooral om te doen het electoraal te sterk geworden Ecolo zoveel mogelijk in de hoek te drukken. Dan betekent de huidige toenadering toch een radicale koerswijziging? ‘Dat klopt’, antwoordt Di Rupo, schouderophalend.

De koerswijziging van de PS-voorzitter heeft verschillende redenen. Zo is er de electorale afkalving van de eigen partij en dus de noodzaak nieuwe kiezers aan te trekken. Er waren ook de Franse verkiezingen, die de nefaste gevolgen van een verdeeld links blok demonstreerden. En last but nog least, is er de MR, de nieuwe partij van Louis Michel, die het voormalige kartel PRL-MCC-FDF overkoepelt. De MR is naar het centrum opgeschoven en kan een succesvolle thuishaven worden voor al wie centrum of centrumrechts kiest. In het politieke tweestromenland dat zich in Wallonië lijkt te ontwikkelen, kon een linkse tegenzet niet uitblijven.

Di Rupo: ‘Deze regering is erin geslaagd water en vuur met elkaar te verzoenen, omdat ze over voldoende financiële middelen beschikte. Maar we weten allemaal dat de budgettaire marges van de volgende regering uiterst beperkt zullen zijn, en dat betekent dus dat er keuzes zullen moeten worden gemaakt. Als partijvoorzitter is het mijn taak daarop te anticiperen. Want wat ook de constellatie is, er zullen rechtse ministers in de regering zitten.’

De samenwerking tussen PS en Ecolo geldt voorlopig alleen voor de federale regering, maar het is de bedoeling ze later ook uit te breiden naar de andere beleidsniveaus.

Wat op het eerste gezicht een win-winsituatie lijkt – Ecolo is ook na 2003 zo goed als zeker van regeringsdeelname, de PS krijgt waarschijnlijk, als sterkhouder van dit linkse blok, het initiatief in de komende coalitievorming -, houdt met name voor de groenen toch ook gevaren in. De onafhankelijke koers van Ecolo, waar de woelige achterban zo sterk aan verknocht is, dreigt door de rood-groene convergentie te worden ingeperkt. Bovendien is Ecolo in Wallonië juist groot geworden door zich te presenteren als een modern, groenlinks alternatief voor de verstarde, verkalkte PS.

Bij Ecolo is dus niet iedereen opgetogen. Handjes schudden met mensen als Jean-Claude Van Cauwenberghe, voor heel wat groenen dé personificatie van het immobilisme en het krokodillendom van de Waalse socialisten, het ging tijdens de pershappening vorige zaterdag niet steeds van harte. Op de achterste rij deed bijvoorbeeld staatssecretaris Olivier Deleuze geen enkele moeite om zijn scepsis over het gebeuren te verbergen.

Voor de PS biedt deze formule haast uitsluitend voordelen. Ze verleent haar vernieuwingsoperatie een grotere geloofwaardigheid. En ze versnelt de beweging naar politiek tweestromenland, waarin de PS de spil wil vormen van het progressieve kamp. Het enige risico voor Di Rupo is dat de goede verstandhouding met Louis Michel onder druk komt te staan. Maar met de verkiezingen in aantocht is dat voor de PS-voorzitter geen onaantrekkelijk scenario. Het is zelfs best mogelijk dat PS en Ecolo in Wallonië samen een absolute meerderheid behalen. Maar ook al mocht dat niet het geval zijn, Elio Di Rupo glundert al bij het idee dat links een stuk steviger aan de federale onderhandelingstafel zal zitten dan in 1999. De VLD zal een hele grote volkspartij moeten worden om dát te pareren.

Han Renard

Voor de PS biedt deze formule haast uitsluitend voordelen.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content