Rusland in crisis? Niks van, zegt Gernot Erler. Het land van Poetin staat economisch sterk en is een gegeerde handelspartner voor Europa, de VS en de Aziatische landen.

Gernot Erler, historicus en voorzitter van de sociaaldemocratische fractie in de Duitse Bundestag, is Ruslandexpert. In die hoedanigheid was hij de voorbije jaren adviseur van bondskanselier Gerhard Schröder. Erler is ook voorzitter van de Duits-Russische parlementaire commissie in de Bondsdag. Op het Duitse ministerie van Buitenlandse Zaken was hij coördinator van een intermaatschappelijke groep die instond voor de contacten met allerlei niet-gouvernementele organisaties in Rusland. In een gesprek in Berlijn maakten we met Gernot Erler de balans op van de Duitse Ruslandpolitiek.

Polen en de Baltische staten hebben herhaaldelijk hun angst voor het ontstaan van een nieuwe as Berlijn-Moskou uitgedrukt. Hoe gerechtvaardigd is die vrees?

GERNOT ERLER: Die angst is totaal ongerechtvaardigd. We hebben altijd weer oog gehad voor de belangen van de Baltische staten en van Polen. Gerhard Schröder heeft Polen regelmatig bezocht, laatst nog op de verjaardag van Warschaus bevrijding van de nazi’s. Polen en de Baltische staten hebben in de EU-politiek en op allerlei topontmoetingen hun stempel op de besluitvorming gedrukt. Zo hebben de Poolse en Litouwse presidenten Aleksander Kwazniewski en Valdas Adamkus een belangrijke rol gespeeld bij het oplossen van de Oekraïense crisis.

Op 8 september, tien dagen vóór de Duitse verkiezingen, hebben het Russische energieconcern Gasprom en de Duitse concerns Eon en BASF een akkoord ondertekend voor de bouw van een 1200 kilometer lange pijpleiding (Vyborg-Greifswald) door de Oostzee, waarlangs Rusland vanaf 2010 Duitsland met gas zal bevoorraden. Polen, Letland en Litouwen hadden deze pijpleiding liever over hun grondgebied zien lopen. Ze hadden ook liever gehad dat alle EU-staten bij het project betrokken waren geweest.

ERLER: U mag niet vergeten dat we over een multiple pipeline beschikken. De voornaamste pijpleiding, de zogenaamde Droesjba-pipeline, loopt dwars door de Midden-Europese staten. De pijpleiding waarover u het heeft, is een supplementaire bevoorradingslijn. In zover richt het verloop van deze pijpleiding zich op geen enkele wijze tegen een ander land. Het gaat om een poging om het bestaande systeem te diversifiëren. Daardoor kunnen ook andere Europese afnemers meer energiezekerheid krijgen en dat is een doel dat natuurlijk door de hele EU wordt nagestreefd.

De gaspipeline is niet het enige punt waarin de nieuwe Baltische en kleine Midden-Europese EU-staten zich door de EU-groten slecht vertegenwoordigd voelen.

ERLER: Het is begrijpelijk dat niet alleen de Midden-Europese, maar ook de andere kleine EU-staten altijd een beetje angst hebben dat ze niet voluit kunnen deelnemen aan de beslissingsprocessen van de grote EU-staten. Maar ik wil nog eens beklemtonen dat het tot nog toe altijd onze politiek was om ook de kleine staten zo veel mogelijk te laten participeren in het beleid. Ik herinner aan onze pogingen om de belangen van Polen en de Baltische staten te verdedigen toen deze staten door Moskou op zo’n ongelukkige manier uitgesloten werden van de plechtigheden op 9 mei 2005, toen in Moskou de zestigste verjaardag van het einde van Wereldoorlog II werd herdacht. Wij hebben toen zeker geen aanleiding tot wantrouwen gegeven.

De Russische grensverdragen tussen Letland en Estland slepen nog altijd aan. Moskou had deze verdragen al lang moeten ratificeren, maar dat is nog altijd niet gebeurd. Dit betekent dat de grenzen tussen Rusland en die Baltische staten de enige buitengrenzen van de EU zijn die nog altijd niet vastliggen. Dat zou toch de bezorgdheid van de hele EU moeten wekken?

ERLER: Dat is natuurlijk verontrustend en dat houdt ons zeker bezig. Maar we moeten ook goed in het oog houden wie voor deze problemen verantwoordelijk is. Wat mij betreft, denk ik dat er enkele ongelukkige beslissingen zijn genomen, ook in de Litouwse Seimas, het parlement, waar nogal wat nationalistische krachten aan het werk zijn die met hun voorstellen een definitieve overeenkomst met Rusland hebben verhinderd. Dat heeft in Rusland nogal wat ongenoegen gewekt. Die grensproblemen zijn natuurlijk bilaterale aangelegenheden tussen Rusland en de Baltische staten. Wij kunnen ons van buiten alleen inmengen door adviezen te geven of door een constructieve houding aan te moedigen.

Het probleem is toch ook dat Poetin weigert te breken met de kwalijke tradities van de Russische buitenlandse politiek? Moskou houdt vast aan het valse beeld dat de Baltische staten in 1940 vrijwillig tot de Sovjet-Unie zijn toegetreden, en niet als gevolg van het Stalin-Hitlerpact. In dezelfde lijn ligt het feit dat Vladimir Poetin in het GOS altijd de verkeerde, want dubieuze vrienden kiest, zowel in Wit-Rusland als in Oezbekistan, en dat Moskou uit zijn wrange ervaringen met de Oranje Revolutie in Oekraïne blijkbaar niets heeft bijgeleerd.

ERLER: Zo goed als het met de Russische economie gaat, zo problematisch is de Russische regionale politiek die natuurlijk erop gericht is nieuwe betrekkingen uit te bouwen met de onafhankelijke staten van het GOS. Daarin wil Rusland een dominante plaats bekleden. Deze politiek heeft de laatste maanden inderdaad aanzienlijke tegenslagen moeten incasseren, beginnend met de omwenteling in Georgië, daarna de Oranje Revolutie in Kiev en de gebeurtenissen in Kirgizië. Dat waren evenementen die het karakter van de binding van deze GOS-staten aan Rusland sterk gewijzigd hebben. De regionale Russische politiek verkeert zeker in een crisis. Maar ik geloof niet dat men daaruit mag afleiden dat er in Rusland zelf een crisis heerst. Ik ben er zeker van dat Rusland door zijn enorm positieve economische ontwikkeling in staat zal zijn om al die problemen te overwinnen. Met de hulp van zijn westerse partners zal Rusland wellicht een nieuwe vorm van attractiviteit moeten uitdenken om de eigen buren als partners te winnen.

Kunt u daarover iets concreter worden?

ERLER: Tot nu toe heeft de Russische politiek te zeer op afhankelijkheid in het domein van de economie en op de steun van de haar vertrouwde nomenclatuur in de GOS-staten gesteund. Als Moskou zijn best zou doen om betrekkingen op voet van gelijkheid aan te knopen, als het zou afzien van zijn wil tot politieke dominantie en als het faire verdragen zou afsluiten, dan zou Rusland veel sneller tot goede betrekkingen van nabuurschap kunnen komen. Dan zou het niet de grote verliesangsten hoeven te hebben die het nu heeft. In de massabewegingen die in heel wat GOS-staten zijn ontstaan, ziet Moskou alleen maar bewegingen die weg van Rusland leiden. Het hoofdprobleem is natuurlijk dat er vorig jaar, na de tragedie van Beslan, een enorme druk op het Kremlin is ontstaan. Die druk werd beantwoord met een reflex van de Russische president, die de centralisering van de macht verder versneld heeft. Hij heeft de verkiezingen van de gouverneurs afgeschaft en het kiesrecht in centralistische zin gewijzigd. Hij had nog meer oog voor de versterking van de uitvoerende macht en hij heeft niet geprobeerd om de samenleving tegen het terrorisme te mobiliseren.

Althans op één punt heeft Poetins reactie ook hoop opgeleverd, want voor de eerste keer heeft de Russische president toegegeven dat er ook sociale en economische achtergronden zijn voor de bereidheid tot geweld en de rekrutering van terroristen in de noordelijke Kaukasus. Poetin heeft zich bereid verklaard om voor al die problemen met Duitsland en de EU samen te werken. Dat was een constructieve reactie van Moskou. Maar het klopt natuurlijk ook dat de hardnekkigheid waarmee Poetin zijn potentiële rivaal Chodorkovski achtervolgd heeft en nog achtervolgt, bezorgdheid en ook ontgoocheling bij velen van ons veroorzaakt heeft.

In hoeverre is een gefrustreerd Rusland ook een gevaarlijk Rusland? Is een vergelijking met de Weimarrepubliek niet gepermitteerd? Daar leidden gebiedsverlies, geldontwaarding en imperiale frustraties tot een agressieve cocktail. Vorig jaar nog noemde Poetin de ontbinding van de Sovjet-Unie een ‘nationale tragedie met reusachtige dimensies’.

ERLER: Ik vind de vergelijking met de Weimarrepubliek niet overtuigend. Economisch staat Rusland erg sterk. Dat komt natuurlijk ook door de ongelooflijk hoge olieprijzen die Rusland een geweldige financiële bevoorrading geeft die maar niet opdroogt. De groeiontwikkelingen zien er zeer goed uit, in het laatste jaar alleen al met 7,3 %. De reële lonen stijgen. Geostrategisch is Rusland belangrijk. Het is een van de grootste producenten van aardolie en gas en als partner is Moskou evenzeer in trek bij de Verenigde Staten en Europa als bij China en de Aziatische nabuurlanden. Voor frustraties bestaat in dat opzicht geen aanleiding. Je moet ook zien dat de percentages waarmee het volk blijvend met het beleid van Poetin instemt ook iets te maken hebben met de voorspoed op het economische terrein. Ik beweer niet dat alles zich goed ontwikkelt. De vraag is wat Rusland gaat doen met de rijkdom die de energie-exporten opleveren. Ook dat is een belangrijk voorwerp van de Duits-Russische betrekkingen. Het was onze politiek om te proberen ook hier een echte coöperatie tussen Duitsland en Rusland tot stand te brengen. We denken dat we door een nauwere samenwerking tussen Duitse en Russische concerns de westerse ondernemerscultuur sterker in Rusland kunnen verankeren.

Volgens de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Condoleezza Rice is het Wit-Rusland van president Loekasjenko een ‘buitenpost van de tirannie’. Staat ons daar ook een Oekraïens scenario te wachten?

ERLER: Het zal helemaal van Rusland afhangen wat in Wit-Rusland gebeurt. Het zou heel goed kunnen dat na de verlieservaringen van Georgië, Oekraïne en Kirgizië in Moskou de idee van een unie met Wit-Rusland terrein wint. Vooral omdat dit misschien voor Poetin de kans op een derde ambtstijd opent, omdat hij als president van de unie tussen Rusland en Wit-Rusland niet meer gehinderd zou worden door de constitutionele hinderpalen die hij nu wel heeft.

Piet de Moor

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content