Jean-Luc Dehaene hield zijn regering op het nippertje overeind. Ook dankzij een sprong in het duister van PS-voorzitter Busquin.

GELUKKIG ketst de vroegere secretaris-generaal van de Navo dezer dagen de wereld af. Van een reeks gastcolleges in de Verenigde Staten, rept Willy Claes zich naar een lezing in Sint-Petersburg, met als tussendoortje een Bilderberg-bijeenkomst. Zoniet was hij er dag na dag getuige van hoe de verschillende parlementen eerst Theo Kelchtermans (CVP), dan Elio Di Rupo (PS) en tenslotte Jean-Pierre Grafé (PSC) de derde weg op stuurden, waar het intussen bijna even druk is als op de Brusselse Louisalaan op een vrijdagnamiddag.

De derde weg bleek goed een jaar geleden niet haalbaar voor Claes. Tijdens een plenaire zitting, die beschouwd kan worden als één van de dieptepunten van de Belgische parlementaire geschiedenis, weigerden zijn ex-collega’s verder onderzoek rond Agusta aan te bevelen. Claes moest gaan en zit nu ruim een jaar in Hasselt, wachtend op enige vooruitgang in zijn zaak. Cassatie heeft daarbij allesbehalve haast en zou volgens de jongste vermoedens pas tegen herfst volgend jaar denken aan een eventueel proces.

Willy Claes, die zich wijselijk van alle bittere commentaar onthoudt, moet zich ook verslikt hebben toen hij eerst zijn partijgenoot en Vlaams onderwijsminister Luc Van den Bossche (SP) het pad naar de derde weg voor Kelchtermans hoorde effenen en een week later vice-premier Johan Vande Lanotte (ook SP) zelfs hoorde pleiten voor een vierde weg voor Di Rupo. Daarbij zou een bijzondere Kamercommissie zichzelf bedenken met een onderzoeksopdracht en een raadsheer van Cassatie ?informatie laten inwinnen,? een piste die eerder al werd geopend tijdens de affaire rond Guy Coëme (PS).

Vande Lanotte bewijst zich met dergelijke interventies niet echt een dienst. In de marge van al de onmogelijk geachte schandalen die nu losbarsten, wordt het politieke vuur stilaan in zijn richting verlegd. Wie zich net als zijn voorganger en huidig SP-voorzitter Louis Tobback profileert als baas van de rijkswacht, deelt in de klappen wanneer dat korps systematisch in opspraak wordt gebracht of afgeschilderd als een bende doortrapte intriganten. Niet alleen de zogenaamde Commissie- Dutroux stuurt daar op aan, ook de Waalse socialist Serge Moureaux droeg vorige week zijn steentje bij, met de aantijging dat onder meer de rijkswacht de handel en wandel van de leden van die commissie tegen het licht houdt. Als er al iemand baat vindt bij die evolutie, moet het de CVP zijn ; niet alleen verdwijnen daardoor de onverkwikkelijke affaires rond Kelchtermans en zijn federaal collega-minister Karel Pinxten naar de achtergrond, meteen is ook de druk gedeeltelijk weg van justitieminister Stefaan De Clerck, de neofiet van de CVP die wanneer hij de lopende oorlogen overleeft almaar nadrukkelijker een vooraanstaande rol krijgt toebedeeld in volgende regeringen.

TANDVLEES.

Blijft de vraag waarom de zaak-Di Rupo en het dossier-Grafé in grote verwarring, maar desalniettemin met een zelden geziene haast de derde weg werden opgestuurd. De procedure voor het in beschuldiging stellen van vroegere of regerende ministers, hun ondervraging en verwijzing, bleek al krakkemikkig ten tijde van Claes’ verwijzing en de problemen rond Guy Mathot (PS). Noch de regering, noch het parlement, dat zich inmiddels begroef in allerhande commissies, zagen blijkbaar de noodzaak in om de wet met wat spoed aan te passen. Zowel de federale als de Waalse bijzondere parlementaire commissies die zich over het lot van Di Rupo en Grafé bogen, schaatsten net als hun respectieve voltallige vergaderingen, zonder veel ophef over juridische onduidelijkheden heen. Wie zet, bijvoorbeeld, het onderzoek verder wanneer Elio Di Rupo, onder druk van mogelijk bijkomende dossiers of als gevolg van onderzoeksdaden van Cassatie, vóór 9 december zelf ontslag neemt ? De vermeende nonchalance werd ingegeven door één motief : zonder derde weg zou de regering op dit ogenblik ontslagnemend zijn of zelfs al naar huis gestuurd.

Jean-Luc Dehaene kwam nooit dichter bij een vroegtijdig einde van één van zijn (beide) regeringen dan vorige week. Nog vooraleer Di Rupo zijn intiem liefdesleven moest etaleren voor de elf leden van de bijzondere parlementscommissie, had zijn voorzitter Philippe Busquin al in niet mis te verstane termen gesteld dat er een ?très bonne solution? moest komen voor zijn vice-premier, zoniet zou de PS uit de regering stappen. Dat was een wanhoopspoging van Busquin. Op het PS-bureau van vorige week maandag had namelijk niemand het echt opgenomen voor Di Rupo, die op dat ogenblik door de media ging als één van de meest notoire pedofielen van Brussel en wijde omstreken. Busquin, die even later op een persconferentie Di Rupo veeleer met lauwe clichés verdedigde, zat toen al op zijn tandvlees.

Nog een week eerder, was het al tot een zeer gênante clash gekomen tussen Busquin, zijn minister-president van de Waalse regering Robert Collignon en Waals minister Michel Lebrun (PSC). De aanleiding daartoe ontging vreemd genoeg de voltallige Vlaamse pers. Uit een gelekte brief, opgesteld na overleg tussen verschillende kabinetten van de Waalse regering, bleek dat de komende jaren miljarden Europese subsidies netjes gingen worden verdeeld over projecten waarvan één derde een PSC-signatuur droeg, en de rest gecatalogeerd stond als PS-initiatieven. De verdeling klopte tot op de frank. In de uren die volgden na publicatie van de brief, kwamen er van de drie genoemde politici evenveel diametraal tegengestelde, geïmproviseerde verklaringen. Busquin beweerde ronduit dat het om een vervalst epistel ging, maar werd prompt voor schut gezet door Lebrun en ook door Collignon, die het bestaan van het document toegaf en dergelijke verdelingen verdedigde omdat die nu eenmaal ?eigen waren aan coalitieregeringen.?

COMPLOT.

De brief, de affaire van de drie Guy’s, een ex-minister ( Alain Van der Biest) in de cel en puur beticht van moord, plus daarbovenop een wankelende vice-premier beschuldigd van mensonterende praktijken, het was te veel voor de toch al niet erg standvastige Busquin. Terwijl de PS-voorzitter heen en weer geslingerd werd tussen diepe wanhoop en afgrijzen, waren de speculaties over de opvolger van Di Rupo al aan de orde van de dag. Niemand van de toen genoemde PS’ers zou overigens een kans gemaakt hebben wanneer Di Rupo had afgehaakt, want bij Busquin staat om redenen van loutere hondstrouw alleen de kleurloze André Flahaut met stip genoteerd, de federale minister van Ambtenarenzaken, die te elfder ure in de regering werd geschoven ten nadele van… zijn eigen vrouw.

In die doffe ellende vernam Busquin slechts één hoopgevend bericht : de premier zelf zou bij de CVP aandringen op de derde weg voor Di Rupo. Om het gebrek aan alternatieven vast te stellen, moest er geen kei in de politologie bijkomen. Afgezien van een noodkabinet met een beperkt programma (begroting, op naar de Europese Muntunie, sociaal akkoord, hervorming Justitie, werkloosheid,…) bleef er slechts één opening over : aftreden en verkiezingen. Maar op een nieuwe Zwarte Zondag zat niemand binnen de regeringspartijen echt te wachten. Dehaene schoof zijn partijgenoten voor één keer met zachte hand richting derde weg en Busquin besloot niet gesteund door veel overleg met zijn ministers maar wel na consultatie van de premier solo te gaan en alles-of-niets te spelen. Ofwel de ?très bonne solution? voor Di Rupo, ofwel het licht uitdoen. De ommekeer en het ordewoord sijpelden heel snel door en werd door sommige PS-notabelen zéér ter harte genomen. Onder meer door federaal minister voor Wetenschapsbeleid Ivan Ylieff die, tussen twee zittingen van de bijzondere Commissie-Di Rupo door, draaiende tv-camera’s ervan overtuigde dat het slechts om een ?zeer mager dossier? ging. Het was niet de bedoeling dat de buitenwereld de indruk kreeg als zou de beslissing van commissie om Di Rupo te sparen, van boven zijn opgelegd. Dus riep Dehaene, die de hele week lang binnenskamers tegen het gerecht fulmineerde, Ylieff even bij zich voor een reprimande. Tussen beide heren vielen geen zware woorden.

Naarmate de week vorderde, kwamen de meest prominente dragers van de regeringscoalitie terug op hun pootjes terecht. Tobback kon zich de kop weer breken over een nieuwe zetel voor zijn partij, want PS en SP moeten eerstdaags noodgedwongen verhuizen. Dehaene begon aan een rondje sociaal overleg. De Commissie-Dutroux wou, in de euforie van haar voor de voeten geworpen onthullingen en beschuldigingen, plus met de daaruit voortvloeiende mediabelangstelling voortaan dagelijks vergaderen. En de VLD nam gas terug. Hoewel fractieleider Patrick Dewael aangevoerd had dat de derde weg juridisch niet kon, volgde de VLD-parlementsleden hem zelfs niet bij de (geheime) stemming van de voltallige Kamer. Voorzitter Herman De Croo bleek overigens een dermate slechte beurt gemaakt, dat de krant La Libre Belgique allesbehalve de toeter van de PS hem plaatste in een complottheorie (VLD versus PS), waarin ook de liberaal geëtiketteerde procureur bij het Brussels Hof van Beroep André Van Oudenhove prominent figureerde.

Voor de regering business as asual ? Geenszins. Het wordt nooit meer as usual. In het klimaat van de ?lopende zaken? en met op de achtergrond nog meer kwalijke dossiers die voorlopig in de kast bleven, kan Dehaene II niks meer zijn dan een ploeg balancerend tussen hoop en vrees.

Jos Grobben

Di Rupo, Van Rompuy en Dehaene : een ploeg tussen hoop en vrees.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content