Het Europese Rekenhof stelt de Commissie in gebreke.

De titel van het rapport is lang: “Voorlopig rapport over de programma’s Phare en Tacis op het gebied van de nucleaire zekerheid (1990-1997).”

Maar de lijst van onthullingen is veel langer. Hoewel de Europese Commissie in 1990 zo’n dertig miljard frank ter beschikking stelde voor de kerncentrales in het vroegere Oostblok – in de hoop een nieuw Tsjernobyl te voorkomen – meldt het voorlopig rapport laconiek dat het “vandaag niet mogelijk is enige objectieve vooruitgang in de veiligheid vast te stellen”.

De Commissie ging natuurlijk niet zelf aan het werk. Ze gaf opdrachten voor de levering van nieuwe beveiligingen, voor technische hulp en bijstand aan de kerncentrales van Rusland, de Oekraïne, Slovakije, Litouwen, Bulgarije en Hongarije, door aan tientallen westerse firma’s. Bijvoorbeeld aan het Duitse Siemens. Maar ook het Duitse Gesellschaft für Reaktorsicherheit kreeg een opdracht van een kleine anderhalf miljard frank, zij het onder de naam GIEE Riskaudit, een samenwerking tussen het Franse Institut de Protection et de Sûreté Nucléaire (IPSN). Ook Electricité de France (EdF) en het Italiaanse Italtrend deelden in de prijzen.

Uit het rapport blijkt:

– dat een derde van het geld via onderhandse contracten werd verdeeld. De erelonen werden daardoor vrolijk opgetrokken.

– dat tussen de opdracht en het opstellen van het contract zo’n vijfhonderd dagen verliepen, omdat de Commissie de opdracht niet correct kon omschrijven.

– dat een dik miljard frank voor technische hulp doorgesluisd werd zonder dat precieze rekeningen voorlagen én dat de personeelskosten dubbel zo hoog waren als toegestaan.

– dat verschillende adviserende firma’s twee of drie opdrachten kregen, zij het onder verschillende namen.

– dat verschillende ingenieurs zo’n 700.000 frank per maand verdienden terwijl experts met dezelfde kwalificatie maar werkzaam bij de Oost-Europese partners, daarvan een vijfde betaald kregen.

– dat anderhalf miljard frank werd uitgegeven voor studies over de situatie in Rusland, maar dat eind 1997 daarvan één studie op papier stond.

– dat ruim anderhalf miljard frank betaald werd aan toeleveranciers van materiaal, hoewel de helft van dat materiaal gezien de enorme achterstand van de werken, niet geleverd werd. De toeleveranciers eisten en kregen daarom bijna negentig miljoen frank intresten.

Het Europese Rekenhof stelt dat de commissie veel te veel opdrachten en verantwoordelijkheid uitbesteedde. Daardoor was er een totaal gebrek aan administratieve discipline en omdat de verantwoordelijken in Brussel meestal met contracten van beperkte duur aan het werk gezet waren, was er een snel verloop bij de werknemers.

Pikant detail: de verantwoordelijke voor de programma’s Phare en Taxis is de Franse jurist François Lamoureux, ex-kabinetschef van Edith Cresson. Ons kent ons.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content