Han Renard

De toekomst van het Lambermontakkoord is hoogst onzeker, nu de groep rond Geert Bourgeois het vergelijk over Brussel verwerpt. De communautaire koorts in het land stijgt.

‘Het Brusselakkoord is onaanvaardbaar. Over Lambermont is het laatste woord in de partij nog niet gevallen’, fulmineerde gewezen VU-voorzitter Geert Bourgeois op de anti-Lambermontbetoging van de Vlaamse beweging in Gent, waar hij als een held werd onthaald. ‘Het Brusselakkoord is onbespreekbaar’, repliceerde VLD-voorzitter Karel De Gucht verbeten in De Zevende Dag. Maar Bourgeois en de zijnen gaven in Gent te kennen het huidige Lambermontakkoord niet te zullen goedkeuren en dus het fiat van de VU-partijraad naast zich te zullen neerleggen.

En wel om verschillende redenen. Er is de verfoeide regeling voor Brussel. Er is het feit dat de door Karel De Gucht toegezegde verduidelijkingen van het Lambermontakkoord nog niet (allemaal) op papier staan. Voeg daarbij dat de groep-Anciaux in het recente verleden ook de partijraad heeft omzeild, de vermeende steun van de basis voor het standpunt van Bourgeois, de hete adem van de CVP, het Vlaams Blok en van de Vlaamse beweging, die voor het eerst sinds lang wat betogers op straat krijgt. Al moet gezegd dat vooral het Vlaams Blok in groten getale aanwezig was. Boodschap van de betogers: de Vlaamse ziel is door een stel leugenachtige bewindslieden verkocht tijdens een aantal nachtelijke onderhandelingsrondes. Met Brussel als trieste hoogtepunt. Maar liefst twee miljard (50 miljoen euro) krijgen de Franstalige Brusselaars toegestopt om te accepteren wat de evidentie zelve zou moeten zijn. ‘De leugen regeert’, aldus Matthias Storme, voorzitter van de Vereniging van Vlaamse Academici en notoir tegenstander van Lambermont.

Het Brusselse Lombardakkoord bepaalt namelijk dat alleen de gemeenten met een Vlaming in de bestuursmeerderheid een Vlaamse schepen of OCMW-voorzitter moeten aanstellen. En daarvoor is bovendien in royale financiële compensatie voorzien – een miljard (25 miljoen euro) per jaar, te verdelen onder de gemeenten. Dat terwijl de Vlamingen in Brussel vooraf hadden afgesproken niet te zullen tekenen voor minder dan twee schepenen in elk van de negentien Brusselse gemeenten. Met het resultaat dat nu voorligt komen er vanaf 2002 twee Vlaamse schepenen bij, meer bepaald in Elsene en Watermaal-Bosvoorde.

Twee schepenen voor een miljard frank. Dat vinden de tegenstanders duur betaald. Het akkoord zegt bovendien niets over de bevoegdheden van die schepenen. Martine Payfa, de combattieve FDF-burgemeester van Watermaal-Bosvoorde, maakte alvast duidelijk dat die bevoegdheden tot een strikt minimum beperkt kunnen blijven. Diep geschokt dat het democratisch principe ‘één man, één stem’ met voeten wordt getreden, dat gemeentebesturen worden ‘gekocht’ – un jour on achètera Bruxelles – en dat het college moet worden herschikt, stelt ze voor dat de Ecolo-schepen zo nodig wat bevoegdheden deelt met zijn nieuwbakken Agalev-collega.

MEER MENSEN, MINDER MACHT

Een ander belangrijk struikelblok is het beruchte antiblokkeersysteem, een pakket maatregelen om te voorkomen dat het Vlaams Blok de Brusselse Hoofdstedelijke Raad, het Brusselse parlement, lamlegt. Het antiblokkeersysteem was een dwingende eis van de PS om akkoord te kunnen gaan met de verhoging van het aantal Vlamingen in de raad. Dit systeem bevat onder andere een versoepeling van de dubbele meerderheid, die de Nederlandse taalgroep in de raad kan gebruiken om een veto te stellen tegen bepaalde reglementen en ordonnanties, en, als het akkoord er komt, tegen wijzigingen in de gemeentewet. Met de nieuwe regeling volstaat, indien geen dubbele meerderheid kan worden gevonden, bij een tweede stemronde eenderde van de stemmen. De Vlamingen krijgen meer mensen maar minder macht, aldus de critici.

Aan Vlaamse kant zijn die critici naast de nationalistische VU-vleugel, ook het Vlaams Blok en de CVP. De CVP neemt echter een nogal dubbelzinnige houding aan tegenover het akkoord, aangezien haar minister Jos Chabert deel uitmaakt van de Brusselse meerderheid, maar van die positie vooralsnog geen gebruik wenst te maken om het akkoord te torpederen. Premier Guy Verhofstadt (VLD) zei in de Kamer dat Chabert het akkoord in eerste instantie positief beoordeelde, om het pas nadien, onder zware druk van zijn partijhoofdkwartier, te verwerpen. En kwatongen beweren dat Chabert op post blijft omdat Vlaamse principes uiteindelijk aanzienlijk minder meewegen dan de eigen politieke carrière. De betrokkene zelf zegt wel principiële bezwaren te hebben tegen het akkoord, meer bepaald wat betreft het ontbreken van een sterke gewaarborgde vertegenwoordiging van de Vlamingen op gemeentelijk vlak. Toch veroorzaakte Chaberts optreden enige gêne bij partijgenoten die diens sleutelpositie in dezen maximaal willen exploiteren. Want niet alleen het Vlaams Blok eist dat Chabert de daad bij het woord voegt en opstapt. Ook binnen de CVP is er een brede onderstroom die betreurt dat de partij haar institutionele ‘atoombom’ niet gebruikt. Maar Chabert denkt niet aan opstappen, al was het maar om Brussel niet uit te leveren aan ‘de avonturiers van het Blok’, die gretig aansturen op een situatie waarin de hoofdstad zonder de hulp van het Blok onbestuurbaar wordt. Bovendien wil de CVP de zekerheid dat het laten ontploffen van haar atoombom ook het gewenste effect sorteert. En daarvoor is het nog te vroeg.

WENSELIJK OF HAALBAAR

VU-interimvoorzitter Fons Borginon, die in Brussel mee onderhandelde – hard onderhandelde volgens andere Vlamingen aan de onderhandelingstafel -, vindt veel van de kritiek op het akkoord onterecht. De kritiek houdt alleen rekening met wat wenselijk, niet met wat haalbaar is. Was dit wel het geval, dan zou men bijvoorbeeld wel waardering hebben voor de spectaculaire verhoging van het aantal Vlamingen in het Brusselse parlement. Hun aantal stijgt van elf naar zeventien, zeventien werkbare parlementsleden wel te verstaan, want volgens het akkoord kan iemand niet nog tegelijk zitting hebben in het Brusselse en in het Vlaamse parlement. ‘Het revolutionaire van dit akkoord is dat de zeventien een verworven recht zijn. Zelfs al krimpt het aandeel van de Vlamingen in de Brusselse bevolking tot vijf procent.’

En sommige punten van het antiblokkeersysteem zijn voordelig voor de Vlamingen, aldus Borginon. Zo kan de Vlaamse Gemeenschapscommissie, die vijf extra leden krijgt op basis van de verkiezingsuitslag in Vlaanderen, voortaan ook een rol gaan spelen bij het samenstellen van de Brusselse regering. ‘Concreet betekent dit dat de Vlaamse kiezer een impact krijgt op het Brusselse bestuur.’ Ook wat het zogenaamde afkoopgeld betreft wil Borginon, op grond van wat hij ‘de chronologie van de onderhandelingen’ noemt, een belangrijke correctie aanbrengen: ‘Er is geen sprake van een platte deal: twee schepenen in ruil voor één miljard.’ Integendeel. Het extra miljard heeft te maken met de financiering van dit akkoord. Dat geld lag al vast, de Vlaamse schepen ook, maar in extremis is de VU erin geslaagd de verdeling van het miljard afhankelijk te maken van de aanwezigheid van een Vlaamse schepen of OCMW-voorzitter. De Vlaamse schepen zal verplicht zijn in heel wat gemeenten, voor de andere gemeenten is het geld een extra stimulans, waardoor in de praktijk alle gemeenten in 2006 een Vlaamse schepen of OCMW- voorzitter zullen hebben.’

De Brusselse VU, SP, VLD en Agalev verdedigden zondag gezamenlijk hun akkoord, erop wijzend dat het extra geld voor Brussel ook de Brusselse Vlamingen ten goede zal komen. Fons Borginon zelf vindt het akkoord ‘een eerbaar vergelijk, een van de betere van de jongste jaren’.

Dat vond ook een krappe meerderheid van de Volksunie-partijraad, al lijken de aanwezigen minder op basis van de inhoud van het akkoord dan op basis van aanhorigheid bij deze of gene groep hun stem te hebben uitgebracht. Want de fameuze middengroep in de partij waarvan lange tijd sprake was, raakt almaar meer gepolariseerd. Fons Borginon had er vooraf mee gedreigd dat degenen die het besluit van de partijraad niet volgen zichzelf buiten de partij zetten. Maar na afloop van de partijraad nuanceerde Borginon zijn harde woorden. ‘Oudere tenoren in de partij hebben kritiek geuit op mijn onbuigzame houding. Ik heb me wat vergaloppeerd’, vertelt hij. Borginon zegt nu ook te kunnen leven met een stemgedrag dat het besluit van de partijraad niet ‘doorkruist’. Anders gezegd: onthouden bij de eindstemming over Lambermont mag ook.

Voor ondervoorzitter Eric Defoort hoeft het allemaal niet meer. Hij is het kotsbeu, ziet geen toekomst meer voor het democratisch Vlaams nationalisme in de VU en stapte op. Kopstukken uit de Vlaamse beweging hopen dat de vier dissidente kamerleden Defoort zullen volgen. Maar dat lijkt onwaarschijnlijk zolang niet is uitgemaakt wie de controle over de partij gaat verwerven. Die strijd wordt ten laatste bij de voorzittersverkiezing in het najaar beslecht. Anderzijds is griep krijgen, wat Hugo Schiltz de dissidente parlementsleden adviseert, ook nauwelijks nog een optie. De druk op de dissidenten om in de boosheid te volharden, is nu zo groot geworden dat zelfs een onthouding gelijkstaat met capitulatie.

Aan de andere kant van de taalgrens wordt inmiddels vol afgrijzen geconstateerd hoe vier leden van een partij in ontbinding de hele regering in een houdgreep nemen. Voor de Franstaligen is de goedkeuring van Lambermont een halszaak. Als er geen geld komt, mag de Franse Gemeenschap de boeken sluiten. Misschien kan de PSC worden overgehaald om de ontbrekende stemmen te leveren. Maar daarvoor zal een prijs moeten worden betaald die misschien nog meer pijn doet dan het compromis dat de Gentse betogers hebben afgewezen.

Han Renard

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content