Wat is dat daar voor een gezeur in die Provence, zeg? Ligt dat nu aan die Betty of hoe komt dat toch? In elk geval: al diegenen die vorig jaar de draak hebben gestoken met Paul Goossens in Toscane, moeten hun ongelijk nu maar eens openlijk toegeven. Wij prijzen ons gelukkig dat wij nooit tot hen hebben behoord.
‘Het heeft met haar seksleven te maken’, aldus onze chef-Wetstraat die het vermogen bezit om uit beperkte premissen verregaande conclusies te trekken. Getuige zijn wekelijkse ‘Van de redactie’. Bij dat van Betty willen we niet te lang stilstaan, maar over het seksleven van Paul Goossens kunnen wij desgewenst wel wat meer details prijsgeven. Uitgetreden dominicanen tasten in dat domein wel vaker de limieten af. Niet onlogisch als je voor de rest weinig hebt. En dominicanen zijn, in principe althans, bedelmonniken, dus die hebben niks.
Weinig mensen geloven ons, maar Paul is wel degelijk binnen geweest. Hij is het nu misschien opnieuw, maar dan in een andere betekenis dan vastgelegd door het Kapittel van Bologna. Zelf zwijgt hij in alle talen over dat aangebrande verleden, vandaar dat wij het op geregelde tijdstippen graag even oprakelen. Na een mislukte poging om magister-generaal te worden, is Paul naar de wereld teruggekeerd. Waar in snel tempo Leuven Vlaams, De Standaard, De Morgen, de Christen-Democratische Omroep, VT4, Knack, Canvas, Belga, de SP, Patsy Sörensen, en de VLD elkaar opvolgden. Het is niet overdreven te stellen dat Paul altijd een zoekende is gebleven.
Is Betty binnen geweest? Bij de monialen wellicht? Niet dat wij weten. Maar wat een zwaarmoedigheid heeft toch bezit genomen van deze mooie vrouw? Zelfs als ze lacht, dampt een krans van ijselijke koude om haar heen. Zoals wanneer de mannen van IJsboerke de deuren van hun bestelwagen opengooien. En dat heeft zijn invloed op de gasten. Het is allemaal de schuld van vader of moeder, en zelfmoord is nooit ver weg. Het zou ons niet verbazen mocht er voor het einde van de reeks iemand van de brug van Avignon springen. Hugo Camps is de geknipte kandidaat. En komt er al eens een jonge vrouw, dan is het Heidi Rakels. Twaalf depressies en dertien inzinkingen. En die slechte Jean-Marie Dedecker…
We hebben zelfs onze vriend Daniël Van Avermaet horen verklaren dat hij met opzet te laat naar zijn stervende vader is gereden. Ten eerste geloven wij dat niet, maar mocht het toch zo zijn, dan moet je zoiets meenemen in je eigen graf en niet gaan rondbazuinen, vooral niet op televisie. Pjeroo Roobjee stond meteen voor een onmogelijke taak. Iemand die met opzet te laat naar zijn stervende vader rijdt, en daarmee zichtbaar de sympathie van de voor trauma’s immer begripvolle Betty wint, probeer die maar eens te overtreffen. Dan moet je al minstens moeder eigenhandig uit het raam hebben geduwd. En zo is dat daar voortdurend een opbod in ellende. Helemaal mistroostig worden wij van dat programma. Neurastheniek.
En wat een Spartaanse soberheid. Goossens was al dronken nog voor dat rode autootje door de poort van de Villa Antiripoli kwam gereden. Toen Bram Vermeulen en Kris De Bruyne op bezoek kwamen, hebben ze dat begin drie keer opnieuw moeten opnemen. Eerst viel Goossens van het bordes. En bij de tweede take reed Vermeulen, die in de rapte ook een fles soldaat had gemaakt, in plaats van met een sierlijke boog door de poort met een doffe knal tegen de muur. Ze hebben de camera de derde keer in een dode hoek moeten wringen om de blutsen in het koetswerk, zowel van Goossens als van het autootje, uit beeld te houden.
Niemand mocht toch van Paul beginnen zaniken over vader en moeder of hij moest eerst vier liter Toscaanse wijn door zijn keel hebben gegoten. Er kwamen slaatjes op tafel, risotto’s, gemarineerde vleugels en billen, tagliatelle del mare, druiven, okkernoten, meloenen. En dat ging allemaal even vlot binnen, vooral bij Goossens die als novice-OP indertijd niets dan het hoogst noodzakelijke te eten kreeg en zich voornam om, terug in de vrije wereld, nooit meer het risico op honger te lopen. Met zijn overstap naar De Morgen deed hij dat toch, maar toen het begon te nijpen, vond hij zowaar duizend naïevelingen bereid hem honderdduizend frank te geven. En die hebben gesmaakt.
Nadat men kogelrond was gegeten, volgde een siësta van een uurtje of drie, en trok Goossens met zijn gasten tweehonderd meter buiten de Villa de natuur in. Dat liet hij dan vanuit vier hoeken filmen, zodat de kijkers thuis de indruk kregen dat het gezelschap op vier verschillende locaties was geweest. Volgde een verkwikkende plons in het zwembad, en daarna werd het stilaan tijd voor het aperitief en het avondmaal. Dat werd onder een plataan in de tuin genuttigd, en terwijl de zon achter de wijnranken wegzonk, ontstak Paul de tuinlantaarns en ging hij in zijn hangmat liggen wiegen.
De volgende ochtend werden dan snel de gesprekken opgenomen, per kop twintig minuten. De monteur in Brussel knipte dat keurig in drie, plakte er wat toeristische beelden tussen, en sloot af met het afscheid van gastheer en gasten, dat in werkelijkheid de vorige dag al was opgenomen, onmiddellijk na de take van de aankomst. Paul schopte dan Iza uit haar mand en ging een eindje fietsen, in afwachting van de komst rond de middag van het volgende koppel, en een nieuwe schranspartij.
Hebt u van dat bourgondische leven nu al iets gemerkt in de Provence? Rien du tout. Nog geen droge toast hebben we zien opeten. En als er al drank op tafel staat, op dat lelijke benepen binnenplaatsje waar de zon niet mag komen, dan is het plat water. Eén keer hebben wij een schaal zeevruchten zien staan: voor de neus van Heidi Rakels en Willy Herteleer. Maar voor we konden uitmaken of het mosselen of oesters waren, was het beeld alweer weg en gingen de drie op een vouwstoeltje in de meest afschuwelijke wei van de Provence zitten. ‘Denkt u vaak aan de dood?’, wou Betty van de admiraal weten. Tijdens Confidenties in de Provence wel, ja.
Koen Meulenaere