Premier Silvio Berlusconi heeft nog driekwart jaar te gaan tot de parlementsverkiezingen van 2006, maar de centrumlinkse oppositie ruikt nu al de overwinning.

De meeste Italianen zouden het liefst een tweepartijensysteem hebben in hun land. Nu zitten ze opgezadeld met losse allianties van links en van rechts, die bestaan uit negen (L’Ulivo) en zes (Casa delle Libertà) partijen. Aangezien weinig mensen in Italië hun mening voor zichzelf houden, wordt het gezag van de alliantieleiders bovendien onophoudelijk ondermijnd door kritische uitlatingen van andere partijvoorzitters. Hoe kun je dan, als chef van zo’n alliantie, iedereen in het gelid laten lopen en ervoor zorgen dat je partners zich toch minstens tijdens verkiezingscampagnes gedeisd houden?

Over die vraag hebben zowel eerste minister Silvio Berlusconi als oppositieleider Romano Prodi zich lang het hoofd gebroken. Nu lijkt er een oplossing uit de bus gekomen: primary’s op z’n Amerikaans. Romano Prodi, die als eerste voor het idee gewonnen was, toert al wekenlang door Italië in een grote gele bus om stemmen te ronselen voor de eerste nationale voorverkiezing, die plaatsvindt op 16 oktober. Volgens de organisatoren zullen meer dan een miljoen mensen die dag hun stem uitbrengen.

Ook de leiders van drie partijen in de Casa delle libertà, de alliantie rond Berlusconi, willen nu dat er in het centrumrechtse kamp een stemming komt om te beslissen wie hun kandidaat-premier wordt bij de parlementsverkiezingen in de lente van 2006. Berlusconi zelf is daar niet erg happig op, maar hij sluit zo’n voorverkiezing niet langer uit.

Prodi ziet meer in primary’s dan Berlusconi om de simpele reden dat hij zich zegezekerder voelt. Hij heeft de steun van de grootste twee partijen in zijn coalitie. Alleen de leider van de communisten, Fausto Bertinotti, vormt een reële bedreiging. Die heeft zijn oude machtsbasis – de arbeiders – aanzienlijk weten te verbreden en kan nu ook rekenen op de steun van jonge radicalen in de steden en van minderheidsgroepen zoals de homoseksuelen. De kans is groot dat de ideologisch sterker gemotiveerde aanhangers van Bertinotti verhoudingsgewijs in groteren getale zullen komen opdagen voor de primary. Dat was immers ook zo bij het vorige experiment van links met voorverkiezingen, in de aanloop naar de regionale verkiezingen van 2005. In het uitermate conservatieve Puglia, in Italiës hiel, won toen een homoseksuele marxist.

Leiderschap

Berlusconi heeft ondertussen ernstiger problemen aan z’n hoofd. Zijn regeringscoalitie ligt in recente peilingen 7 procentpunt achter op het oppositiekamp l’Ulivo en de derde partij van zijn regeringscoalitie, de Unie van christen-democraten (UDC), stelt nadrukkelijk zijn leiderschap ter discussie. Ook bij de andere coalitiepartners leeft het gevoel dat de eerste minister, die vorige week negenenzestig is geworden, misschien wel niet de geschikte man is voor een nieuwe ambtstermijn van vijf jaar.

Volgens een peiling van het onderzoekstinstituut Ekma zou Berlusconi bij een voorverkiezing de sterke man van de UDC, Pier Ferdinando Casini, zeker verslaan. Maar hij zou het wellicht afleggen tegen Gianfranco Fini, de minister van Buitenlandse Zaken en leider van de tweede grootste partij in de coalitie, de Alleanza Nazionale. Fini zegt dat hij geen kandidaat zal zijn bij voorverkiezingen, zijn medewerkers beweren van wel.

Voorverkiezingen zijn ongetwijfeld een middel om de altijd woelige wateren van de Italiaanse politiek enigszins tot kalmte te brengen. Maar zolang Italië geen systeem heeft van per partij geregistreerde kiezers, blijven ze niet meer dan een merkwaardig experiment. Iedereen die beweert de doelstellingen van de oppositie te steunen, kan nu – tegen betaling van één euro, om de kosten van de organisatie te dekken – bij de voorverkiezing in het linkse kamp zijn stem uitbrengen. Niets houdt aanhangers van de regering dus tegen om voor Bertinotti te stemmen, louter om Prodi’s positie te verzwakken. Volgens sommigen werd ook de uitslag in Puglia op die manier gemanipuleerd.

Echt doeltreffend zullen de Italiaanse primary’s dus pas zijn wanneer er een waterdicht registratiesysteem van de kiezers komt. Anders zullen ze alleen maar aanleiding geven tot nog meer gekrakeel.

©The Economist

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content