Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

Het Forum: plein in Rome, tussen Capitool en Palatijn, waar burgers samenkwamen om publieke zaken te bespreken en recht te doen.

Mijnheer Van Eeckhaut, in Antwerpen heeft een assisenjury een jonge straatcrimineel veroordeeld tot 17 jaar gevangenis voor de overval op een taxichauffeur. Meestal oordelen beroepsrechters over dit soort vergrijpen.

Piet Van Eeckhaut: Bij elke criminele daad dringt zich de vraag op van de beteugeling of de bestraffing. Een bittere grondvraag van alle tijden, waarop geen eenvormig antwoord bestaat. Het hangt om te beginnen af van de cultuur en de tijd waarin men leeft. Sinds Beccaria is men geëvolueerd naar een humanisering in het strafrecht. De ergste vorm van bestraffing bij ons is de vrijheidsberoving. Ook als die in menswaardige omstandigheden plaatsvindt, en dat is helaas nog altijd niet in alle gevangenissen het geval, blijft ze voor het individu een zware klap. Net als sommige criminologen was ik er als jong advocaat niet voor gewonnen. Maar ik heb leren inzien dat gevangenisstraffen onvermijdelijk zijn.

Ik ken het dossier van de overval in Antwerpen niet, maar afgaande op de verslaggeving lijkt het mij een evenwichtige uitspraak te zijn. Zeventien jaar is veel, maar is ook niet uitzichtloos voor de jonge dader. Het slachtoffer is vrijwel blind gebleven nadat hij ammoniak in zijn gelaat kreeg. Dat is de dood niet, maar het is een vreselijke handicap die de rest van zijn leven tekent. Ik denk dat men terecht het oordeel heeft gevraagd van een volksjury, waarvan ik een groot voorstander ben. Een assisenproces biedt alle partijen de kans om ter zitting uitgebreid aan het woord te komen. De juryleden krijgen een breed inzicht in de feiten, en bezondigen zich zelden aan een ondoordachte uitspraak. Voor de strafmaat krijgen ze hulp van de beroepsmagistraten. Ik vind dat een goed systeem van procesvoeren. En de weerklank in de media kan het afschrikkingseffect van de straf versterken.

Deze week oordeelt de correctionele rechtbank in Brussel over de verspreiding van negationistische geschriften.

Van Eeckhaut: Ook dit is een eeuwige vraag: moet de democratie toelaten dat haar grondstructuren worden aangetast? Is het een correcte beslissing geweeest om het FIS te verbieden, toen dat de Algerijnse verkiezingen ging winnen? Geschiedenis behoort voor mij tot de grondstructuur van de democratie. Vandaar dat ik me altijd heb verzet tegen het inkrimpen van het aantal lesuren geschiedenis, zoals sommige VSO-adepten in de jaren zestig en zeventig voorstelden. Wie wetens en willens de geschiedenis vervalst, tast de democratie aan. Dat is zowel een culturele als een strafrechtelijke kwestie. Men kan schermen met de vrijheid van mening, maar die mag niet worden misbruikt om bewezen feiten glashard te ontkennen. Als daardoor mensen gekwetst worden, zoals de overlevenden van de concentratiekampen of de nabestaanden van de slachtoffers van de shoah, moet de rechter ingrijpen.

Wie bepaalt wat de ware geschiedenis is? Het is een makkelijk argument om politieke dissidenten uit te schakelen.

Van Eeckhaut: Een wet op negationisme, en zeker op revisionisme, kan worden misbruikt. Laten we erop toezien dat dat niet gebeurt, want er moet vrijheid van opinie heersen. Maar tegelijkertijd geloof ik in het bestaan van een inherente waarheid, ook in de geschiedenis. Men heeft niet het recht die te ontkennen, als men daarmee antimaatschappelijke bedoelingen heeft. Een proces rond negationisme blijft wel een hachelijke onderneming. Stel dat de beklaagden worden vrijgesproken, om wat voor reden ook, hoe zal die uitspraak dan worden geïnterpreteerd? Dat ze gelijk hadden? En als er slechts een principiële veroordeling volgt, is dat dan geen trap na voor de slachtoffers van de holocaust en hun nabestaanden? Maar ook al blijft de vervolging delicaat, het strafbaar stellen van negationisme juich ik toe.

Cijfers van het Hof van Beroep in Brussel geven aan dat de gerechtelijke achterstand, ondanks de aanvullende kamers, gigantisch blijft.

Van Eeckhaut: Er wordt links en rechts gesuggereerd om managers aan het hoofd te zetten, maar rechtspreken is nu eenmaal niet hetzelfde als zakendoen. Het vraagt meer tijd en bezinning. Dat sommige beroepen pas in 2005 zullen worden behandeld, klinkt hallucinant en is eigenlijk onaanvaardbaar. Het Europees recht kent trouwens de notie ‘redelijke termijn’. Maar de grootste achterstand heeft te maken met burgerlijke procedures, die soms wel moeilijk maar niet altijd even belangrijk zijn, al denken de direct betrokkenen daar uiteraard anders over. De achterstand is niet zo groot in strafzaken, omdat daar vaak mensen zijn aangehouden. En ook inzake sociaal recht en arbeidsrecht, relatief jonge rechtbanken, valt het wel mee. Om de achterstand weg te werken is er maar één oplossing, altijd dezelfde: nog meer mensen en middelen. Het inzetten van plaatsvervangende raadsheren moet worden voortgezet en desnoods uitgebreid. Want je mag de tweede aanleg niet afschaffen, het is een essentiële pijler van ons rechtsbestel.

Het politiek thema in de Wetstraat is dezer dagen euthanasie. Vindt u een wettelijke regeling noodzakelijk?

Van Eeckhaut: Het is alvast positief dat er een maatschappelijke en een politieke discussie over wordt gevoerd. De vergelijking met de abortuswet ligt voor de hand. Eerst decennia van gedoogbeleid, van gerechtelijke stilte. En dan pas, na een lang en historisch debat in het parlement, een wetswijziging waarbij het bestaande verbod wordt opgeheven of afgezwakt. Precies hetzelfde gebeurt met euthanasie. Ook die wordt, ondanks het wettelijke verbod, in de praktijk toegepast, maar er worden bij mijn weten weinig vervolgingen ingesteld. Ik ben voor een wettelijke regeling waarbij men, weliswaar met grote voorzichtigheid, uitgaat van de vrijheid van het subject, en de arts – mits het volgen van strikte voorwaarden – de kans geeft om, indien hij dat wil, op de wens van de patiënt in te gaan. Strikt juridisch gezien staat het toepassen van euthanasie op dit moment gelijk met moord. Ik denk dat dit niet meer aangepast is aan de realiteit, waarin het recht op waardig sterven algemeen aanvaard wordt. En vanzelfsprekend wordt geen enkele arts verplicht om euthanasie te plegen. Zoals ook niemand verplicht is een abortus uit te voeren of te laten uitvoeren. Men mag ook geen koppeling maken tussen euthanasie en palliatieve zorgen. Die moeten worden uitgebreid en door de overheid gesteund, maar dat is geen contra-argument tegen euthanasie. Het is niet: het een of het ander.

In een vorige aflevering van het Forum, half september, noemde u zich gecharmeerd door de regering-Verhofstadt. Blijft u dat, vier maanden later?

Van Eeckhaut: Jawel, maar het woord charme komt uit het Grieks en betekent daar ook: betovering. Dat is niet altijd positief. Ik vond vroeger een travaillistische meerderheid van christen-democraten en socialisten de beste coalitie, omdat ze het grootste draagvlak had. Maar dat is de jongste jaren stilaan afgebrokkeld. Het paars-groene experiment blijft mij bekoren, al ben ik niet blind voor de tekortkomingen. Het intrekken van het verbod op nachtvluchten was een pijnlijke illustratie van de tegengestelde krachten die deze regering uitmaken. Minister Durant pakt parmantig uit met het groengekleurde verbod op lawaai, maar verliest de vrije onderneming van de liberalen en de werkgelegenheid van de socialisten uit het oog. Het is een pluspunt dat de regering deze thema’s op de politieke agenda zet, en ik hou van een open discussie, maar de besluiten mogen pas op het einde daarvan komen, niet in het begin. Wat meer coherentie zou dit kabinet geen kwaad doen. Maar Verhofstadt krijgt krediet. Vergeet niet dat hij in zijn meerderheid water en vuur moet verzoenen. Er zijn waarschijnlijk niet veel punten van overeenkomst tussen de behoudsgezinde rechterzijde van de liberalen, en de groenen. Toch slaagt Verhofstadt erin om op het eerste gezicht onmogelijke compromissen tot stand te brengen. Zoals de regularisering van mensen zonder papieren, gekoppeld aan een intensievere controle en een doortastender uitwijzingsbeleid. Wat me aan paars-groen bevalt, is dat de partijen van de meerderheid niet zo maar klakkeloos achter hun regering aan hollen. Tot voor kort vormden meerderheidsfracties en regering één hecht blok, waarin geen dissidente stemmen werden geduld. Dat regeert misschien makkelijker en voorkomt uitschuivers à la Durant, maar geef mij maar het kritische debat.

U was ook gecharmeerd door Patrick Janssens, toen pas enkele weken kandidaat-voorzitter. Hoe beoordeelt u hem nu?

Van Eeckhaut: Hij heeft lang gezwegen, wat verstandig was. Want het is geen geschenk om als driekwart buitenstaander plotseling in de ongemakkelijke voorzittersstoel aan de Keizerslaan te worden gezet. En dat op een moment waarop de partij haar electoraal dieptepunt heeft bereikt, en de Agusta-erfenis moet torsen. Pas de voorbije weken is Janssens nadrukkelijk op de scène gestapt, met een paar opgemerkte uitspraken. Over het gebrek aan eendracht in de regering, over de Joint Strike Fighter, en over de noodzaak de CVP te betrekken bij de euthanasiewet. Dat laatste is een blijk van verstand, al zullen sommigen het een politiek onhandige zet vinden. Janssens is geen uitbundige redenaar, maar geeft wel de indruk goed overwogen te reageren. Zijn grote probleem zijn de diverse lijstvormingen voor de komende gemeenteraadsverkiezingen, die traditioneel aanleiding geven tot wrijvingen. Janssens heeft lang getwijfeld, maar voelde zich uiteindelijk verplicht om ook zelf op te komen in Antwerpen. Als lijstduwer, wat zowel een ereplaats als een strijdplaats is. Daarmee zet hij zijn functie op het spel. Want als hij electoraal door de mand valt, zal dat zijn gezag aantasten. En als de Antwerpse SP achteruitgaat, zal hem dat worden aangerekend. Ook daar is hij dus in een ongemakkelijke situatie terechtgekomen. Want de SP in Antwerpen is een instituut dat, met mensen als Camille Huysmans en Lode Craeybeckx, de geschiedenis heeft gemaakt en de nationale politiek vaak ver vooruit was. Denk maar aan de grote schoolvrede, of aan de verhouding tussen Huysmans en Frans Van Cauwelaert. De SP is in Antwerpen vele decennia aan de macht geweest, maar macht leidt tot slijtage en interne twisten. De Antwerpse SP is een krabbenmand, en het huidige Antwerpse college is zowat het meest kakelbonte gezelschap dat je in de politiek kunt samenstellen. In die context moet Janssens de tanende populariteit van zijn partij weer optrekken. Er zijn eenvoudiger opdrachten.

De Britse regering wil Augusto Pinochet naar Chili laten afreizen. Heeft zijn arrestatie nut gehad?

Van Eeckhaut: Het is een nieuwe en belangrijke stap geweest in het streven naar een mondiale rechtbank, waar bepaalde misdaden tegen de rechten van de mens kunnen worden behandeld. Europa moet daarin het voortouw nemen. Ik ben onder de indruk van het Joegoslavië-tribunaal in Den Haag. Men zou kunnen zeggen: de enkelingen die daar veroordeeld worden, betalen het gelag voor al hun ‘collega’s’, en voor hun leiders die niet zijn opgepakt. Dat is juist, maar anderzijds gaat het niet enkel om de bestraffing van de daders maar ook om de veroordeling van de feiten. Gelukkig is er na de Tweede Wereldoorlog het proces van Nürnberg geweest. En hoe jammer is het dat de Roemeense dictator Ceausescu niet op een waardiger manier is veroordeeld voor de gruwelijkheden tijdens zijn bewind. Misdaden van een politiek regime zouden, net als gewone misdaden, het voorwerp moeten worden van een uitvoerig proces, waarin alle partijen aan het woord komen: de slachtoffers, de daders, en een openbaar ministerie dat spreekt namens de wereldgemeenschap. De arrestatie van Pinochet, geen lampenist maar de grote chef, zet ons verder op dat spoor. Ook al is de afloop ervan politiek en niet juridisch bepaald.

PIET VAN EECKHAUT

Koen Meulenaere

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content