José Fosty is de enige nog levende Belg in de tentoonstelling. Zijn verhaal is er een van toeval en geluk, zo zegt hij zelf.

Bij een bezoek aan de quarantaine-afdeling waar de nieuwelingen toekwamen in Buchenwald, ziet hij toevallig zijn beste vriend, de kunstenaar René Salme. De tekeningen die René Salme in Buchenwald maakte worden in het Prentenkabinet van het Albertina bewaard en kunnen er op aanvraag ingezien worden. Van de tekeningen die Fosty zelf maakte in het kamp gingen er 320 in vlammen op toen op 24 augustus 1944, bij een bombardement van de geallieerden op de nabijgelegen wapenfabrieken, tevens een deel van het kamp geraakt werd. Gelukkig bevinden er zich nog enkele tientallen in het Prentenkabinet van de stad Luik. Van Fosty, die in het kamp via zijn vrienden-kunstenaars het surrealisme leerde kennen, is één van de dertig etsen te zien van zijn cyclus Zondagen in Buchenwald. Hij maakte ze in de jaren tachtig. Samen met René Salme maakte hij deel uit van een kleine cercle culturel van Block 34 rond Paul Goyard, van wie de tekeningen uit Buchenwald in de permanente kunsttentoonstelling te zien zijn, samen met diens vriend Boris Taslitzky (van wie ook een “kist”), Christian Verdet, Magna, Favier….. Fosty denkt terug aan Buchenwald als een soort van cynisch carnaval, als ware het een stuk van de Gelderode, un cour des miracles et de la boufonnerie intégrale.

Mechanicien (zo was hij in Buchenwald geregistreerd), schilder, beeldhouwer, tekenaar, goochelaar, uitvinder. In Buchenwald tekende en beeldhouwde hij onder meer portretten van Deense gevangenen en kreeg daarvoor in ruil medicijnen en levensmiddelen die de Denen ontvingen van het Rode Kruis. Het verhaal gaat dat het die medicijnen en levensmiddelen waren die zijn vriend Vanmolkot, die zwaar ziek uit Breendonk aankwam, het leven redden. Vanmolkot zou later op zijn beurt, toen hij verplicht in het Revier ( Der Krankenbau – de ziekenbarak) tewerkgesteld was, in staat zijn Despaux te helpen: als verpleger kon hij ook Rode-Kruispakketten ontvangen.

Despaux is een deel van ons familiaal collectief bewustzijn geworden. Buiten de tekeningen is de enige duidelijke connectie met wat ze beiden in Buchenwald meemaakten, een beeldhouwwerk dat mijn vader aanvatte tijdens zijn laatste ziekteperiode in 1968, gebaseerd op een tekening van een biddende gevangene die Despaux maakte in die moeilijke jaren. Het beeldhouwwerk is nooit af geraakt wegens te ziek, te moe.

Het ligt in de bedoeling op zoek te gaan naar sporen van Despaux, een overzichtstentoonstelling van zijn werk te organiseren in Buchenwald, en waarschijnlijk ook in Frankrijk en eventueel in België, met bijhorende monografie en verhaal over die speciale vriendschap, onder de (werk)titel 48394-55547: Een vriendschap uit het Beukenbos, met als ondertitel Urheberrecht beim Thür. Hauptstaatsarchiv – Weitergabe nicht gestattet.

Rik Vanmolkot

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content