Patrick Martens

Kamerfractievoorzitter van Agalev Jef Tavernier bekijkt de zaak vanuit een heel brede invalshoek.

Het debat over de gelijkheid van levensbeschouwingen en de scheiding van kerk en staat mag volgens Jef Tavernier niet in slogans worden gevoerd. Hij gelooft dat het die kant dreigt uit te gaan.

Jef Tavernier: In hun streven naar een gelijke behandeling van alle levensbeschouwingen richten de vrijzinnige organisaties zich te veel op de financiële middelen voor de katholieke kerk. Daardoor blijven veel grotere geldstromen van de overheid naar de samenleving buiten beeld. Neem bijvoorbeeld het onderwijs, de ziekenhuizen, de psychiatrie, de drughulpverlening. In die domeinen heeft de katholieke levensbeschouwing vaak haast een monopolie. De vele initiatieven spelen op nieuwe sociale noden in en ze leveren goed werk. Maar sociologisch staat het een en ander haaks op het feit dat steeds minder mensen katholiek zijn. Pas op, ik spreek niet uit frustratie. Ik ben zelf katholiek. Ik ben vroeger leraar in een katholieke school geweest. Maar omdat er publieke middelen in het geding zijn, moet het geestelijke pluralisme in het aanbod gewaarborgd zijn. Als in de harde economie monopolies worden tegengegaan, moeten zij ook in de zachte sector vermeden worden.

Verdrinkt u de vis niet door die ruime invalshoek?

Tavernier: De maatschappelijke realiteit dwingt ons tot een ruim debat, maar het moet omzichtig worden gevoerd.

Hoe moet het ondertussen verder met de betoelaging van de erediensten?

Tavernier: De ondersteuning van de levensbeschouwingen door de overheid staat niet ter discussie. Zingeving is wezenlijk voor de mensen en voor de samenleving. Maar door het afbrokkelen van de katholieke dominantie is de huidige verdeling van de middelen niet te handhaven. Zij moet correcter gebeuren. Dat heeft voorrang op een discussie over de invoering van een kerkbelasting of een andere techniek om die middelen te verzamelen.

Behalve de federale ondersteuning passen ook de lokale besturen vele miljarden bij.

Tavernier: Het gaat vooral om de kerkfabrieken. Een dalend aantal pastoors werkt voor verschillende parochies. Waarom zouden die kerkfabrieken dan niet bestuurlijk worden samengevoegd? Dat is efficiënter en transparanter. Voorts passen de gemeenten de tekorten van de kerkfabrieken bij. Dat zou beperkt moeten worden tot de rode cijfers die op de taken van de eredienst slaan. Monumentenzorg moet een ander verhaal zijn.

Het loskoppelen van het burgerlijk en kerkelijk huwelijk kan snel worden gerealiseerd door priesters niet strafrechtelijk te vervolgen als zij de grondwettelijke volgorde niet respecteren.

Tavernier: Het voorstel van de CVP is goed, maar materialistisch. Het slaat op de fiscale en sociale gevolgen van het huwelijk. Het is een portemonneevoorstel. We moeten niet alleen bekommerd zijn om de gewetensrust van katholieke mensen die willen hertrouwen. De inzet moet zijn dat alle mensen die trouwen of hertrouwen, niet fiscaal gestraft worden of bepaalde sociale rechten, zoals een overlevingspensioen, verliezen. De individualisering van die rechten kan veel problemen oplossen.

Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content