‘Veel mensen haten Las Vegas. Vooral mensen die er nog nooit geweest zijn. Zij kijken naar de foto’s en zien alleen casino’s en kitsch. Wat ze niet zien, is de betovering. Het sprookje waarin ze zelf de hoofdrol mogen spelen.’ Bart Vandormael bezocht dé gokstad van de VS en bundelde zijn indrukken in ‘Overleven in Las Vegas’. Een voorpublicatie.

Info: Bart Vandormael, ‘Overleven in Las Vegas’, Roularta Books, 304 blz., euro 18.

Het bewijs: de 37 miljoen bezoekers per jaar spenderen meer geld aan spektakel, shows, speciale attracties, cocktails, lekker eten en aanverwante geneugten dan aan het gokken. De plezierpaleizen op de beroemde Strip, het epicentrum van het moderne Vegas, halen tegenwoordig minder dan de helft van hun inkomsten uit hun casino’s. In dit pseudo-paradijs beleef je een vakantie zoals je die nergens anders kunt beleven. Zonder ook maar één cent in een gokmachine te stoppen. Moeilijk te geloven? De sceptici verliezen aanhang: sinds 1999 is Las Vegas de populairste bestemming ter wereld.

‘Mensen komen naar hier om ons uit te lachen’, verklapt hotel- en casinobaas Steve Wynn. ‘En dan komen ze terug. En nog eens. En nog eens…’ Loopt het mooie liedje op zijn eind, nu gokspelen ook elders in de VS en Europa gelegaliseerd worden? Het liedje wordt nog mooier dan het al was: elk nieuw casino buiten Vegas doet de inkomsten van de casino’s in Vegas stijgen. In zekere zin worden toeristen overal ter wereld voorbereid op ‘ the real thing‘.

En dan te bedenken dat de stad amper 100 jaar geleden is ontstaan, in 1905, aan een waterbron in de verlaten woestijn van Zuid-Nevada. Er woonden negentien mensen. Haar enige reden van bestaan: de behoefte aan een stopplaats op de spoorlijn tussen Salt Lake City en Los Angeles. Toen de spoorwegbazen in 1922 besloten om die halte te verhuizen, dreigde Las Vegas een ghost town te worden. Ook in de daaropvolgende decennia was het enkele keren kantje-boord. De stad wist echter op wonderbaarlijke wijze te overleven. Met een beetje geluk en veel strijdlust.

De genieën die de miljoenenmetropool hebben bedacht en gebouwd, leverden een gevecht op leven en dood. De één werd eindeloos rijk, de ander werd vermoord. Het bekendste slachtoffer is Ben ‘Bugsy’ Siegel, de maffiagangster die in 1946 het legendarische Flamingo opende en amper een halfjaar later naar de eeuwige jachtvelden verhuisde. De maffia regeerde in Las Vegas, volgens haar eigen buigzame wetten en regels. De vele wilde verhalen uit die tijd maakten de woestijnstad tot een mythe.

Maar dat was vroeger, lang geleden, voor de komst van miljardair Howard Hughes en een handvol superindustriëlen na hem. Zij hebben Las Vegas van haar kwalijk imago verlost en de wereld ervan overtuigd dat casino’s geen werk van de duivel zijn. Vroeger was gokken een zonde, vandaag is het een vorm van vrijetijdsbesteding. De ironie van het verhaal: Las Vegas heeft zich niet aangepast aan de wereld, de wereld heeft zich aangepast aan Las Vegas.

Plastieken jetons

Vergeet de Hollywood-glamour, vergeet James Bond aan de pokertafel, vergeet de maffiagangsters met een dikke sigaar tussen de lippen en een blonde stoot rond elke arm. In de casino’s van Las Vegas herinnert niets meer aan de broeierige spanning die de gokpaleizen in de jaren ’50 en ’60 kenmerkte. De smokings en avondjurken zijn ingeruild voor T-shirts en jeansbroeken, elegantie is vervangen door gezelligheid, de celebrities hebben plaatsgemaakt voor de eenvoudige arbeider. Broeierige spanning? Beschaafde vreugde en stil verdriet. Hanteerden de casino’s in Las Vegas vroeger een ongeschreven gedragsprotocol en dress code, dan vallen ze vandaag vooral op door hun ongedwongen gezelligheid. Alle rassen en sociale klassen verbroederen aan de blackjacktafel, slaan een babbeltje, heffen het glas op elkaars geluk, feliciteren elkaar bij winst… Wat een verschil met de irritante nervositeit en drukte in de Europese casino’s! In Las Vegas ontdek je dat gokken ook gewoon leuk kan zijn.

Vergeet echter niet dat je speelt met je spaargeld. Vergeet niet dat een spel geen spel meer is als je schulden maakt. Vergeet niet dat de plastieken jetons – chips – in je hand betaald zijn met echt geld. ‘De uitvinder van het gokspel was een slimme kerel, de uitvinder van de chips was een genie’, merkte een verstokte gokker uit New York ooit op. Ziedaar de verborgen verleiders van het casino: jetons die aanvoelen als speelgoed en die je doen vergeten dat je geld inzet. Je geweten protesteert wanneer je een briefje van 100 dollar op tafel legt, maar ziet geen gevaar in het stapeltje roze jetons dat je in ruil krijgt. Geen idee of het ooit wetenschappelijk is bewezen, maar elke casinomanager weet dat zijn klanten zich makkelijker laten gaan met speelgoedplastiek dan met cash. Dat stel je trouwens zelf vast tijdens een ‘sessie’ aan de roulettetafel: niemand kijkt op wanneer een enthousiasteling vier jetons van 25 dollar inzet, terwijl een biljet van 100 dollar altijd goed is voor een ‘ooh’ of een ‘aah’. De ene croupier blijft onbewogen bij het verlies of de winst van zijn spelers, de andere veinst medelijden en vreugde, een derde maakt flauwe grapjes. Emoties zijn verboden, omdat ze een oordeel over spelers zouden kunnen verraden, maar al bij al laat het casinoprotocol veel bewegingsruimte.

Wat als gokken een verslaving wordt? Dat risico is klein, beweren casino-uitbaters op basis van wetenschappelijk onderzoek. Volgens Amerikaanse studies raakt twee tot zes procent van alle gokkers verslaafd. Dat komt overeen met één procent van de Amerikaanse bevolking. Verwaarloosbaar? Eén procent van 200 miljoen mensen, dat zijn twee miljoen verslaafden. Twee miljoen! Enige troost: 75 procent van de mensen gokt nooit. De belangrijkste factoren die volgens wetenschappers aanleiding kunnen geven tot een gokverslaving: een gezinssituatie met extreem kritische of emotioneel afwezige ouders; gevallen van alcohol- en/of gokverslaving in de naaste familie; een kennismaking met gokspelen op jonge leeftijd; hyperactiviteit; een competitief ingestelde persoonlijkheid. Wie zichzelf in die omschrijving herkent, houdt dus best enige afstand. Verwacht vooral geen hulp van het casino.

Nooit ofte nimmer zal een croupier je een wandeling of een duik in het zwembad aanraden, zelfs niet als je met doodsangst in de ogen nog eens 50 of 100 dollar inzet in de hoop je oplopend verlies te milderen. Om hun geweten te sussen en juridische klachten van geruïneerde klanten te voorkomen, waarschuwen de casino-uitbaters van Las Vegas in een boekje over de gevaren van gokken en vermelden ze de contactgegevens van een zelfhulpgroep voor gokverslaafden. Je moet echter zoeken om het boekje te vinden, want het ligt natuurlijk niet te blinken in de ingang. Om mijn geweten te sussen, vermeld ik het telefoonnummer van de plaatselijke afdeling van de Anonieme Gokverslaafden in Las Vegas (die bijna dagelijks bijeenkomsten houden): (702) 385 7732. De enige vereiste om in de groep te worden opgenomen is een basiskennis van de Engelse taal. Zo, morele plicht volbracht.

Goklessen

Rond de middag, wanneer de ervaren gokkers hun roes of kater van de afgelopen nacht uitslapen, staan croupiers klaar om nieuwsgierige neuzen wegwijs te maken in de wondere wereld van het kansspel.

Enkele waardevolle en minder waardevolle tips: Overschrijd nooit het budget dat je vooraf hebt vrijgemaakt voor een partijtje gokken – laat je jezelf toe om tien dollar boven dat budget te gaan, dan verdwijnt de schroom om dat nog eens te doen, en nog eens, en nog eens, met alle risico’s die daaraan verbonden zijn. Hou vast aan één spelwijze of ’tactiek’, hoe idioot die ook mag zijn – creativiteit aan de speeltafel staat doorgaans gelijk aan stommiteit, omdat je vergeet hoeveel geld je aan het verspelen bent. Laat je hoofd niet op hol brengen door je buur die net 200 dollar heeft ingezet en daarbij 3000 dollar heeft gewonnen – een hoge inzet geeft uitzicht op een hoge winst, maar ook een zwaar verlies. Las tijdig een pauze in – als je moe of dronken bent, val je niet in slaap in het casino, je vergeet alleen hoeveel je al verspeeld hebt. Stop zodra je aan de winst bent – geluk kan je in de schoot vallen, maar blijft daar zelden liggen. Spendeer je buit aan een lekker etentje of een leuk hemd, ruil hem in voor een rij cocktails of een nachtje stappen, stop ze in de hotelkluis of desnoods in een sok. Als je maar niet voortspeelt, in de waan verkerend dat het lot je goedgezind is.

The house always wins. Het huis wint altijd. Een zekerheid zoals 1+1=2. Het casino doet in kansspelen, maar neemt zelf geen enkel risico. Het wekt de hoop van zijn gasten op geluk, maar laat zich zelf enkel leiden door wiskundige logica. De speler wint dankzij geluk, het casino wint dankzij de eliminatie van geluk. Aan de ene kant van de tafel wordt gedroomd en gebeden, aan de andere kant wordt gerekend. Achter het schouwspel van vreugde en verdriet schuilt een systeem van rationele kansberekening. De mathematisch zekere winstmarge van het casino, in vaktaal ‘ the edge‘ genoemd, verschilt van spel tot spel. Ingewikkelde berekeningen tonen bijvoorbeeld aan dat het huisvoordeel bij craps 1,4 procent bedraagt en meer dan 5 procent bij roulette. Voor de gemiddelde gokker hebben die kleine verschillen weinig betekenis, want ze zullen niet opvallen in de eindafrekening. Voor het casino kan een procentje meer of minder echter een verschil van miljoenen dollars opleveren.

The house always wins, maar hoeveel? De zeventig casino’s in Las Vegas boeken samen een jaaromzet van meer dan tien miljard dollar. En elk jaar opnieuw is het weer een beetje meer. Enkel in 2001 en begin 2002, na de 9/11-aanslagen, was er een terugval. Sindsdien gaat het van goed naar beter, economische recessie of geen economische recessie. Het bewijst dat plezier een verworven recht is, geen privilege. Het bewijst dat mensen het niet erg vinden om een béétje geld te verliezen, als ze die uitgave kunnen inboeken als ‘vertier’. Het geeft aan dat de gemiddelde gokker in Las Vegas een kleine gokker is. Het geeft aan dat Las Vegas mikt op de massa in plaats van de miljonair, mainstream is in plaats van exclusief. Niet uit noodzaak, maar uit overtuiging. Logisch dan ook dat het ‘kleinste’ kansspel de grootste money maker is in het casino. De slotmachine, het spel met de laagste minimuminzet, vertegenwoordigt meer dan 60 procent van de casino-inkomsten in Las Vegas. De one-armed bandit, zoals zijn bijnaam luidt, is de katalysator van de moderne gokindustrie: hij heeft het gokken naar de gewone man gebracht, hij heeft het gokken ontdaan van zijn kwalijke imago, hij heeft ervoor gezorgd dat gokken ‘normaal’ is geworden. Misschien dat de gemiddelde Europeaan het nog niet zo ziet, maar voor de Amerikaan is het casino niet anders dan de bioscoop: een plek waar je ontspanning consumeert.

Slot machines rule! Ze staan overal in Las Vegas, als een politie-eenheid in vermomming die waakt over het zakgeld van de toerist. Ze staan in alle hoeken en bochten van het casino, ze staan in de supermarkt, ze staan zelfs in de luchthaven, bij wijze van welkomstgroet. De enige plek waar ze níét staan: je hotelkamer. Daar is een reden voor: wie in zijn hotelkamer gokt, komt niet naar buiten en ontsnapt dus aan de lokroep van het casino om meer en meer en nog een beetje meer te verspelen.

Valkuil van het geluk

Alle wegen in Las Vegas leiden naar het casino. De gokfee lokt je uit je kamer en naar de speelvloer. Haar sluwheid maakt haar echter geen bedriegster. Ze doet in het geheel niet schijnheilig over haar intenties, getuige bijvoorbeeld de rijen slotmachines in de luchthaven. Ze zegt het rechtuit: show me your money! In de veronderstelling dat je ingaat op dat verzoek: wacht daarmee tot in het hotel! Blijf weg van de slots op de luchthaven, want die staan bekend als de ‘strakste’ van de stad, de machines met de grootste winstmarge in hun soort. Kies liever voor loose slots, ‘losse’ machines met een kleine winstmarge voor het casino en dus een hogere kans op winst voor de speler. Waar je die geluksbrengers vindt? Sommige casino’s hangen gigantische reclameborden op met de boodschap dat zij en niemand anders de ‘ loosest slots in town‘ hebben, goed voor een winstkans van 98 procent of meer. Zulke cijfers wekken de appetijt, maar hebben verder weinig betekenis. Want 97 of 98 procent zegt niets over het aantal vrijgevige slots in het casino: eentje, 50, allemaal? Niemand die het kan – of mag – zeggen. Tweede poging: waar je de ‘losse’ slots vindt? Volgens een ongeschreven Vegas-wet staan ze in de high traffic areas van het casino, daar waar de grootste bezoekersstromen ontstaan, langs de centrale wandelgangen en in de hoofdingang. De machines zijn er ‘losser’ omdat ze aarzelende voorbijgangers moeten overhalen om eens een kans te wagen. Wat inderdaad beter lukt door juichende spelers te tonen dan door een bende depressievelingen op te voeren. Hoewel het nergens staat aangeduid, verschuilt het geluk zich dus meestal op de kruispunten van de speelzaal.

Dat impliceert inderdaad dat slots en andere kansspelen strategisch worden opgesteld. Een goede opstelling is van cruciaal belang, beweren uitbaters. Zelfs in de stijlvolste casino’s zijn esthetische overwegingen ondergeschikt aan de strategische visie. Niets is toeval in deze goktempels.

Het casino is de valkuil van je geluk. Het casino wijst je een makkelijke weg naar rijkdom en verbergt de gevaarlijke hindernissen op dat pad. Of getuigt die beeldspraak van sensatiezucht? Een flauwe poging tot dramatiek? Ben ik, met andere woorden, een beetje aan het overdrijven? Nou, een beetje wel, moet ik bekennen. De gemiddelde speler in Las Vegas verliest, maar verliest met mate. Vandaar ook dat hij een ‘speler’ is en geen gokker. Hoe dramatisch is het om 100 of 200 dollar te verliezen? It’s part of the game. Een redelijke prijs voor een gezellig avondje uit. Morgen wordt het een lekker etentje of een show – dat kost even veel. Het is pas rond 3.00 of 4.00 uur ’s ochtends, wanneer de ‘normale’ mensen in bed liggen, dat de schaduwzijde van het Vegas-vertier zichtbaar wordt: dronkelappen die versuft naar hun kaarten staren, die moeite hebben om hun bloeddoorlopen ogen open te houden, die niet meer beseffen waar ze (mee bezig) zijn… Ook zij maken deel uit van Las Vegas. Ongewenste figuranten in het zo zorgvuldig opgebouwd beeld van Las Vegas als plezieroord, saboteurs van het sprookje dat je als vrolijke toerist beleeft. Al moet je hen tegelijk dankbaar zijn voor hun aanwezigheid. Ze tonen je namelijk wat er kan gebeuren als je jezelf niet in de hand hebt, ze waarschuwen je voor de gevaren van gokspelen. Hmm, dit begint opnieuw naar sensatiezucht te ruiken.

Tijd voor een hoogst belangrijke mededeling: gokken is leuk! Die spanning, die emoties, die sfeer! Die adrenalinestoot op het moment dat je een blackjack scoort of het rouletteballetje in het juiste vakje valt! Je móét het beleefd hebben! En de gevaren? Hou rekening met de gevaren en je bent veilig. Casino’s houden je niet vast onder dwang, ze liegen noch bedriegen. Ze ontkennen niet dat je meer kans hebt om te verliezen dan om te winnen. Ze spelen niet vals. Ze hoeven niet vals te spelen.

‘Er wordt zo goed als nooit klacht ingediend tegen een casino wegens verdenking van fraude’, aldus John Momot, sinds meer dan een kwarteeuw advocaat in Las Vegas en vandaag een van de bekendste strafpleiters in de stad. ‘De Gaming Commission houdt alles nauwgezet in de gaten. Als klant hoef je je geen zorgen te maken over bedrog. De regels en reglementen waaraan casino’s hier worden onderworpen, zijn veel strenger dan elders. De kansspelwetgeving in Nevada kan als voorbeeld dienen voor de rest van de wereld.’

Als er iemand vals speelt, dan ben jij dat. Of ik. Het hoeft niet te verwonderen dat Las Vegas de interesse van allerlei geboefte wekt: zoveel bewegend geld, zomaar binnen handbereik! De zichtbare en onzichtbare veiligheidsmaatregelen in het casino houden de meeste dieven en oplichters tegen vooraleer ze hun eerste move kunnen maken, maar af en toe zal er wel een behendige goudzoeker zijn die weet te ontkomen. Onder de oplichters bevinden zich veel ingenieurs en arbeiders in dienst van (of ontslagen door) een fabrikant van slotmachines. Ook de eigen croupiers behoren tot de usual suspects, omdat al het casinogeld door hun vingers glijdt en één beweging kan volstaan om dat geld in eigen zak te doen verdwijnen. Om die reden worden croupiers in een uniform zonder broekzakken gehesen en moeten ze aan het einde van hun shift in de handen klappen en hun handpalmen naar het plafond richten. Het broekzakloos uniform, daar zie je als leek wel het nut van in. Het verplichte handjeklap lijkt veeleer een scherts, want de behendige croupier met slechte bedoelingen zal zijn buit niet tussen wijs- en middelvinger verstoppen. Eerder dan als diefstalverklikker fungeert het hand-ritueel als een afscheidsgroet van de croupier aan zijn tafelgasten. Vaak gevolgd door een vrolijk ‘ see you later‘.

Het is geen geheim dat de casino’s proberen om virtuoze valsspelers binnen te halen als veiligheidsadviseur. Wordt een sjoemelaar betrapt op een vernuftige fraudetechniek, dan is de kans groter dat hij een vet salaris in de schoot krijgt geworpen dan dat hij wordt aangegeven bij de politie.

Halfduistere hoeken

Vergeet die droom waarin je een miljoen dollar wint! In het casino heb je al gewonnen als je niet verloren hebt. Gewonnen, want je hebt plezier gehad zonder kosten. Gewonnen, want je hebt gratis cocktails gedronken. Jawel, gratis cocktails. Gin-tonic, screwdriver, mai tai, white Russian, cosmopolitan, long island, noem maar op… Wat je lever verlangt en je geest verlamt, wordt je in onbeperkte kwantiteiten aangeboden. De beleefdheid gebiedt dat je de serveerster een dollar als fooi toestopt wanneer ze drankjes levert, maar verplicht is dat niet. Glas leeg? Daar is al het volgende. Even gratis als het eerste. Even bitter als zoet. Even giftig als lekker.

De gratis drankjes maken deel uit van de mooie valstrik van het casino: ze beroven je ongemerkt van je realiteitszin, ze doen je vergeten hoeveel geld je hebt ingezet en hoe lang je al op zwier bent. Ze kosten het casino een smak geld, maar dat geld komt via een omwegje weer binnen.

Casino-uitbaters hanteren even onzichtbare als onmiskenbaar geniale tactieken om toeristen naar binnen te lokken en ze daar te houden. Nergens in de speelzaal hangt een klok, omdat die een ongewenste herinnering aan de realiteit oproept. Nergens zijn er ramen, omdat die zouden verklappen dat de dag is overgegaan in de nacht. In bepaalde casino’s worden de uithoeken met opzet halfduister gehouden, opdat bezoekers zich naar een beter verlicht centraal gedeelte zouden bewegen, ver weg van de uitgangen. Even sluw: nergens hangen ‘ exit‘-borden. Identiek ogende vleugels hebben als bedoeling om je oriëntatiezin te ontregelen. Zonder dat je het merkt, word je binnengeleid in een doolhof. Probeer bij wijze van test maar eens om niét verloren te lopen in Mirage. Een casino sluit je vakkundig af van de buitenwereld. Een unieke benadering van interieurdesign.

Door Bart Vandormael

Wat je lever verlangt en je geest verlamt, wordt je in onbeperkte kwantiteiten aangeboden.

Voor de Amerikaan is het casino niet anders dan de bioscoop: een plek waar je ontspanning consumeert.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content