Het gaat om Yves Desmet van De Morgen en Dirk Achten van De Standaard, die het heimelijke gekonkel van Karel De Gucht en Johan Van Hecke op muziek hebben gezet. Ze konden dus niet bepaald de schijn van onpartijdigheid ophouden, toen ze nadien zelf commentaar gaven bij de rel die uit deze samenzwering voortsproot. En die leidde naar de zoveelste vlucht van Johan Van Hecke, hier ooit ‘de laaghartige prairiewolf uit Oosterzele’ genoemd.

Mogen journalisten, al dan niet bezoldigd, samenwerken met politici die ze in principe afstandelijk zouden moeten benaderen ? Moeilijk te zeggen, maar erg koosjer lijkt het alvast niet. Carl Decaluwé, ook CD&V, besloot hierover niet te lang na te denken en kondigde een klacht bij de persbond aan. Tegen Desmet, niet tegen Achten die hij terecht als slechts een ‘gewoon journalist’ beschouwt. Maar Desmet omschrijft hij, eveneens terecht, als een voltijdse betweter die zich met zijn eindeloze voorraad meningen ook via de televisie aan eenieder opdringt. Vroeger was dat in elk VRT-programma, nu op VTM. Wij zijn benieuwd naar de reactie van de AVBB, zijnde de persbond.

Toen die AVBB vorige maand het jaarverslag van haar Raad voor Deontologie publiceerde, leidde dat op onze redactie tot grote herrie. Dat jaarverslag geeft een overzicht van alle bezwaarschriften tegen journalisten, en van het advies daarover van de Raad of van het College. Die adviezen vallen in twee categorieën uiteen. Indien de klager geen journalist is, krijgt hij ongelijk. Is hij wel journalist, dan is het over eieren lopen en koppen tellen geblazen.

Wij hebben het verslag voor ons liggen. Veel klachten tegen De Morgen, vanzelfsprekend, en voor de rest zijn het vooral VRT en VTM die elkaar wederzijds beschuldigen van het stelen van berichten. Volgens Leo Hellemans heeft VTM op 11 september zonder de herkomst te vermelden een bericht van Greet De Keyser overgenomen, dat er in Amerika twee vliegtuigen tegen een appartement waren gevlogen. Volgens Klaus Van Isacker heeft de VRT Greet De Keyser zelf van VTM overgenomen zonder de herkomst te vermelden. En in een addendum klaagt hij Hellemans aan omdat die lid is van de loge. Dat laatste is door de Raad aanvaard. Het gaat niet op dat een beroepsjournalist zich inlaat met de zotternijen die binnen de muren van een obediëntie plaatsgrijpen.

Wat verder opvalt: geen enkele klacht tegen Knack. En dat stak bij onze chef-Wetstraat, die op de redactievergadering hard uithaalde: ‘Ik vind hier protesten tegen de FET, tegen De Standaard, tegen Jambers… en tegen ons niks. Dit kan zo niet verder! De mensen gaan denken dat wij onze stiel niet kennen. Als wij volgend jaar niet met minstens vier klachten in dat verslag staan, wordt de eindejaarspremie ingetrokken.’

Het bleef meer dan een volle minuut muisstil in de vergaderzaal. Ieder van ons onderzocht zijn geweten. Zeker Patrick Martens, die voorzitter is van de Raad voor Deontologie, maar er niet eens in slaagt om een klacht tegen zijn eigen blad in het jaarrapport te sluizen. Sommige lezers zullen misschien denken dat hij ze eruit heeft gesluisd, maar die kennen Martens niet. En dan moet u ook weten dat onze directeur, Hubert van Humbeeck, in het College voor Deontologie zetelt. Want als er eerlijke journalisten nodig zijn, weten ze Knack wel wonen.

Terwijl onze chef-Wetstraat geïrriteerd op het tafelblad trommelde, stond plotseling onze chef-cultuur op en riep: ‘Ik dien een klacht in tegen Guido Despiegelaere.’

Het klonk als een donderslag bij heldere hemel. Despiegelaere, die zorgvuldig de punt van een kolossale sigaar zat af te knippen, was het meest verbouwereerd van ons allen, maar was in een automatische reflex toch al maar begonnen met het rollen van zijn schouders en het warm draaien van de vele spieren in zijn hals. ‘Een klacht tegen mij ?’ beet hij onze chef-cultuur toe. ‘Waarom, als ik vragen mag?’

‘Gij kweekt schapen’, snauwde Jan Braet terug. ‘En ik heb vernomen dat de manier waarop niet strookt met de principes van ons vak, en zeker niet met de beginselen die wij in ons contract met de heer De Nolf hebben onderschreven.’

Onze chef-economie veerde woedend overeind: ‘Alsof de afbeeldingen in uw rubriek overeenstemmen met de beginselen die wij in ons contract met de heer De Nolf hebben onderschreven. Zelfs mijn schapen gedragen zich deugdzamer dan de vrouwen die gij exposeert. En nog iets: ik heb u op een persconferentie in Leuven op het podium naast Jan Hoet zien zitten. Die knaap heeft in zijn blote in De Standaard gestaan. Of beter gezegd: gelegen. Weet ge wat? Ik dien een klacht in tegen u.’

Nu was het de beurt aan onze chef-cultuur om verontwaardigd te snuiven: ‘Jan komt er naakt in elk geval heel wat beter voor dan Kristien Hemmerechts. Trouwens, als ge u stoort aan blote vrouwen, klaag dan Draulans aan. Of leest ge niet wat voor vunzigheden die ons allemaal aanprijst, onder het mom van wetenschapsjournalistiek ?’

Om kort te gaan: binnen het kwartier werden bij Patrick Martens zeventien klachten ingediend, van Knack-redacteurs tegen Knack-redacteurs. De strafste was die van onze chef-justitie tegen uw dienaar. ‘Hij schrijft wel dat ik altijd negatief bericht over graaf Lippens, maar kan hij dat bewijzen?’

Nadat het ergste rumoer was geluwd, sloeg onze chef-Wetstraat met de vuist op tafel en sprak boos: ‘Ik zie het al, ik zal het weer zelf moeten doen. Draulans, in uw artikel van deze week beweert ene Marc Luwel dat de administratie van onderwijs degelijk werk verricht. Wat voor slappe kost is dat? Hier zie: een duizendkoppig monster dat barst van de slaapkoppen en de incompetentie. Dat klinkt al beter, niet? Als we hier geen klacht voor krijgen weet ik het ook niet meer.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content