Info: Joris Note is auteur.

Als je Verhofstadt bezig hoort, lijkt het herdenken van de shoah een eenvoudige zaak. U weet wel: we zien wat de daders de slachtoffers hebben aangedaan, we roepen ‘Wat erg!’ en ‘Nooit meer!’, we binden de strijd aan met hedendaagse extremisten, en klaar is Kees. Terecht wees Gie van den Berghe er onlangs (De Standaard, 21/3) nog op dat wie herhaling wil voorkomen zich niet moet identificeren met de slachtoffers, maar moet proberen de drijfveren van de daders te begrijpen. Om goed te herdenken, dienen we hard na te denken, anders blijven we hangen bij clichés.

Om goed te herdenken moeten we ook weten wát we herdenken, moeten we de feiten in hun bijzonderheid leren kennen, hun hoe en waar en wanneer. Ik toon u enkele eigenaardigheden die me onder ogen kwamen naar aanleiding van Het verhaal van een leven, een autobiografisch boek van de Israëliër Aharon Appelfeld. Op de website van het prestigieuze Amerikaanse National Yiddish Book Center valt, naast andere onzin, te lezen dat de auteur geboren werd ‘in Bukovina, a Polish town that was annexed to Romania after the First World War’; in feite is de Boekovina een streek, en géén Poolse streek. De flaptekst van de Nederlandse versie (uitgeverij Ambo) meldt dat Appelfeld afkomstig is uit ‘een klein dorpje in de Oekraïne’. Dat dorpje was een stad van zo’n 100.000 inwoners, Czernowitz – een centrum van Duits-joods intellectueel leven en een klinkende naam in de moderne literatuur, omdat ook de dichter Paul Celan er geboren werd; pas na de oorlog zou de stad deel gaan uitmaken van Oekraïne. Appelfeld (1932) groeide beschermd op: ‘Dan, op zevenjarige leeftijd, eindigt zijn jeugd als zijn moeder wordt vermoord door de nazi’s en Aharon en zijn vader naar een concentratiekamp worden gedeporteerd.’ Wat een inkorting! Vanaf 1937 heerste er in Roemenië officieel antisemitisme. De noordelijke Boekovina werd in juni 1940 voor een jaar bezet door de Russen; pas daarna begon de Duits-Roemeense terreur; in oktober 1941 moesten de joden van Czernowitz naar een getto en vingen de deportaties aan – Appelfeld was toen negen. Toegegeven, Het verhaal van een leven bevat weinig achtergrondinformatie, maar dat is geen reden om zomaar wat te zeggen. Simplificaties, slordigheden, fouten: het wijst op wezenlijk gebrek aan interesse voor de werkelijkheid.

Aharon Appelfeld is allereerst een productieve en succesrijke romancier, van wie lang geleden ook in onze taal een paar boeken uitkwamen. Waarom nu plots een uitgave van de vijf jaar oude niet-roman Het verhaal van een leven? Ach, omdat men hoopt dat een ‘waar gebeurd’ verhaal in dit Auschwitz-jaar de kassa zal doen rinkelen. (We zijn o zo verzot op ware feiten, die we vervolgens verhaspelen.) Het blijft bizar, want Appelfeld spreekt uitvoerig over zijn eigen schrijverschap, waarvan de Nederlandstalige lezer momenteel geen kennis kan nemen. Ter vergelijking: in Frankrijk verschenen samen met Histoire d’une vie twee herdrukken en een nieuwe roman.

Toch, en hoewel de vertaling vaak stroef aandoet, is Het verhaal van een leven heel lezenswaard. Het geeft slechts fragmenten van een verhaal, stukken, en niet bepaald de sensationeelste, niet eens altijd de ‘belangrijkste’; in weinig autobiografieën wordt zo veel verzwegen. Dat zwijgen maakt deel uit van de thematiek: het gaat Appelfeld immers onder meer om de moeilijkheid van het spreken, en om de moeite die het kostte, ook en juist in Israël, om op een goede manier met het verleden in het reine te komen.

Joris Note

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content