Koen Meulenaere
Koen Meulenaere Van 1991 tot 2012 de satiricus van Knack

In de Kroonraad van Knack geven vooraanstaande politici hun opinie over de actualiteit. Deze week Hugo Schiltz over de peilingen en 18 mei, de Sabena-commissie, de Spekpater, de olievervuiling, de mogelijke oorlog in Irak en de uitslag van de Israëlische verkiezingen.

Mijnheer Schiltz, het heeft de voorbije weken weer peilingen naar de kiesintenties geregend. De betrouwbaarheid ervan is niet altijd even groot.

HUGO SCHILTZ: Ik heb jarenlang statistiek gedoceerd en ik maak groot voorbehoud bij de manier waarop sommige onderzoekers hun steekproeven houden. En hoe dan ook: als er dertig tot veertig procent onbesliste kiezers zijn, betekenen die peilingen niet meer dan wat Chinees theater. Ik zou iedereen afraden om op basis daarvan zijn politieke koers aan te passen.

De labiliteit, of vriendelijker gezegd de mobiliteit, van de kiezers is groter dan ooit. Vroeger stond de keuze van tachtig procent van het kiezerskorps lang op voorhand vast, en werd in de campagne gestreden om de gunst van de twintig procent overigen. Nu is het volume van ‘last-minute-beslissers’ verbazend sterk aangegroeid. De actualiteit van de laatste weken voor de verkiezingen geeft vaak de doorslag. En dus krijgen de media, met op kop de televisie, steeds meer macht. Zij bepalen wie of wat op welke manier in de belangstelling komt. Dat maakt het voor partijen en politici niet gemakkelijker, al is het niet per definitie slecht voor de democratie. Het gaat om het eeuwige spanningsveld tussen rechtstreekse en getrapte democratie. De bevolking spreekt zich nu rechtstreekser uit dan vroeger, toen haar mening getemperd werd door een patriarchaal systeem waarin vooraanstaanden de mensen voorschreven wat ze moesten denken.

De wispelturigheid van de kiezer beïnvloedt de campagne. In enkele maanden tijd stelt de VLD al drie keer de inzet van de komende verkiezingen bij. Nu zegt ook premier Guy Verhofstadt dat hij paars zonder groen verkiest.

SCHILTZ: De politiek wordt overgevoelig voor ‘signalen’ vanuit de kiezersgroep. Met de eerdere opstelling van de VLD kon de burger zich ondubbelzinnig uitspreken voor of tegen paars-groen. Maar we zijn snel teruggevallen in het klassieke schema waarbij elke partij de handen vrij houdt. Ik denk dat de VLD geschrokken is van de reacties bij haar conservatieve vleugel die het op de zenuwen krijgt van de groenen, en van de reacties bij de katholieke VLD-kiezers die niet opgezet zijn met de anti-confessionele stellingnamen van voorzitter Karel De Gucht.

Er kunnen na 18 mei tal van asymmetrieën ontstaan. Tussen federale en regionale regeringen, tussen Vlaanderen en Wallonië, en zelfs tussen Kamer en Senaat.

SCHILTZ: De kans op een asymmetrie tussen federale en regionale regeringen wordt groter nu de verkiezingen niet op dezelfde datum plaatsvinden. Voorbeelden uit andere federale staten zoals Canada, Oostenrijk of Duitsland tonen aan dat dit niet tot bestuurlijke chaos hoeft te leiden, op voorwaarde dat de bevoegdheden goed zijn afgelijnd.

De politieke kaart in Vlaanderen is nu al totaal verschillend van die in Wallonië. Vlaanderen is aan een proces van herschikking bezig, maar voorlopig gaat dat vooral gepaard met veel versplintering, terwijl in Wallonië al een hergroepering heeft plaatsgevonden rond liberalen en socialisten. Het zal de vorming van een stevige federale regering niet vergemakkelijken, maar men moet het experiment van de asymmetrische regeringen toch maar eens doorvoeren. Dat is vanuit democratisch standpunt zelfs gezonder omdat de partijen dan op hun werkelijke waarde getaxeerd worden, en niet op die van hun zusterpartij in het andere landsgedeelte. Tot nu toe profiteerden SP.A en CDH (ex-PSC) daarvan, beide leefden boven hun electorale stand.

Een andere coalitie in Kamer en Senaat is moeilijk werkbaar, maar het is nog gebeurd dat men in een van de twee kamers een grotere meerderheid moest vormen dan nodig om ook in de andere voldoende stemmen te halen. Men moet dan op zoek naar het kleinste gemeen veelvoud, ook dat vergemakkelijkt de regeringsvorming niet.

De Sabenacommissie heeft haar rapport voorgesteld. De grootste schuld wordt bij de Zwitsers gelegd, de Belgische bestuurders en politici komen al bij al goed weg.

SCHILTZ: De Zwitsers hebben misschien de doodsteek gegeven, maar het management van Sabena was al lang vóór het Zwitserse avontuur van bedenkelijk niveau. Het hogere kader bestond voor de helft uit politieke creaturen, en de balansen waren weinig betrouwbaar. Ik heb in de regering ooit aangedrongen op een onderzoek naar de betrokken revisoren, maar dat voorstel kreeg geen gehoor. Voor mij had Sabena in 1990 failliet moeten gaan. Met een goede overnemer had men de core business kunnen redden, maar daarvan wilden ze in het kernkabinet helemaal niet horen.

De voorzitter van de Sabenacommissie, Raymond Langendries (CDH), toonde zich ontgoocheld over de druk van de politieke partijen. In die omstandigheden hebben parlementaire onderzoekscommissies volgens hem geen zin.

SCHILTZ: Langendries is erg gesteld op de correcte toepassing van de regels. Het valt hem zwaar dat bepaalde leden van zijn commissie het niet te nauw hebben genomen met de deontologische regels. Een onderzoekscommissie moet zich gedragen als een onafhankelijke magistraat, moet de getuigen objectief en vakkundig ondervragen, en moet de discretie over de ingewonnen inlichtingen bewaren. Partijbelangen zouden geen rol mogen spelen, de enige bekommernis moet zijn om de waarheid te ontdekken. Maar dat is natuurlijk een idealistische definitie. Mensen blijven mensen en kunnen zich niet losmaken van de machtskanalen waarlangs ze in de politiek zijn gekomen.

Vorige vrijdag is ‘Spekpater’ Werenfried van Straaten overleden. Op zijn minst een merkwaardige figuur.

SCHILTZ: Hij had een grote vitaliteit en creativiteit, zoals je wel meer aantreft bij leidende figuren in kloosterordes die dan grote bouwwerken of organisaties uit de grond stampen. Als student heb ik Van Straaten een paar keer ontmoet, hij was een charismatisch en geestdriftig man die mensen kon motiveren om zich belangeloos in te zetten ‘voor de goede zaak’. Maar mettertijd begon het mij te storen dat de Spekpater met Oostpriesterhulp geen grens meer trok tussen religie en politiek. Ik zal niet zeggen dat hij echt een agent van de CIA was, maar hij leunde er toch dicht bij aan. Hij heeft zich, gesteund door het Vaticaan, steeds meer toegespitst op anti-communistische acties. En al ben ikzelf geen voorstander van het communisme, dat ik beschouw als een verwording van de marxistische leer die tot een schandelijke dictatuur heeft geleid, toch vond ik dat Oostpriesterhulp de religie te veel gebruikte voor politieke doeleinden.

De Vlaamse kust wordt vervuild door olie uit het gezonken autoschip Tricolor. En Galicië vecht nog steeds tegen de olie uit de gezonken tanker Prestige. Moet de EU drastischer ingrijpen tegen wantoestanden in de zeevaart?

SCHILTZ: Niet alleen de EU, ook de Verenigde Naties zouden dat moeten doen. In vergelijking met vroeger gaan we achteruit. Het is vreemd dat men zo traag en stuntelig optreedt tegen de ecologische bedreiging van olietankers en van andere schepen met grote brandstofreservoirs. En dat Frankrijk, België en Nederland geen oplossing schijnen te vinden voor dat in de weg liggende wrak van de Tricolor is verontrustend.

Het onvermogen om de zeevaart te controleren, blijkt ook uit het gijzelen van grote baggerschepen in Indonesië, niet om ecologische maar om politiek-economische redenen, en uit de gewapende piraterij op zee die in Zuidoost-Azië opnieuw de kop opsteekt. Een vorm van criminaliteit van twee eeuwen geleden die men ten onrechte uitgeroeid achtte, zoals blijkt uit de rapporten van de grote rederijen en de scheepsverzekeraars. Blijkbaar is er geen enkel internationaal lichaam bij machte om de nochtans bestaande rechtsregels voor de zeescheepvaart te doen respecteren.

Hans Blix en Mohamed ElBaradei hebben het eerste verslag over de wapeninspecties in Irak bij de Veiligheidsraad ingediend. Dat was scherp voor Saddam Hoessein en brengt een militaire interventie van de Amerikanen heel dichtbij.

SCHILTZ: De VS proberen elk element te gebruiken als rechtvaardiging voor hun oorlog. Na de aanslagen van al-Qaeda op 11 september zijn ze eerst een kruistocht begonnen tegen het internationale terrorisme. Ze hebben in Afghanistan in korte tijd de Taliban uitgeschakeld, maar nadien is al-Qaeda naar de achtergrond verdwenen. Over de jacht op Osama Bin Laden horen we nauwelijks nog iets. In plaats daarvan is Irak naar voren geschoven als vijand nummer één. Intussen laten ze het Palestijnse vraagstuk verrotten tot een niveau dat voor de westerse beschaving onaanvaardbaar is. Ik huiver voor goedkoop anti-Amerikanisme, maar toch stel ik me vragen bij de ideologische motivering van de huidige buitenlandse politiek van de VS.

Met de open brief pro Bush van acht Europese leiders hebben de Amerikanen de EU, en zeker Frankrijk en Duitsland, voor schut gezet.

SCHILTZ: Ik zou graag weten hoe die brief tot stand is gekomen. Hebben sommige Europese landen op die manier een signaal aan Frankrijk en Duitsland willen geven dat ze niet met zijn tweeën, in het spoor van de Gaulle, de Amerikaanse rol in Europa kunnen spelen? Of willen ze bij de Amerikanen in een goed blaadje staan om later op een of andere vorm van beloning te kunnen rekenen? De zoveelste uiting van verdeeldheid in de EU is in elk geval geen opwekkend schouwspel op een moment dat we met de Conventie trachten, ik zeg wel ’trachten’, om een juridisch kader voor een meer geïntegreerd Europa te creëren. Onder druk van Engeland dreigen we te hervallen in de klassieke statendiplomatie waaruit nooit een gebalde Europese macht tevoorschijn kan komen. Dat is een spijtige ontwikkeling die weinig eer betoont aan wat de stamvaders van de Europese Gemeenschap in gedachten hadden.

De Amerikaanse minister van Defensie Donald Rumsfeld goot nog olie op het vuur door Frankrijk en Duitsland ‘het oude Europa’ te noemen.

SCHILTZ: Als het ‘nieuwe Europa’ bestaat uit de schildknapen van de VS, dan behoor ik liever tot het oude. Maar het geeft aan dat de Amerikanen de wereld alleen nog door hun eigen bril bekijken. Dat zal blijven duren tot China een volwaardige tegenpool vormt. Want tot dan hebben ze van weinig landen iets te vrezen. En wat zouden ze zich de les laten lezen door de Europese kleuterklas?

De Israëlische verkiezingen zijn een grote triomf geworden voor Likoed en premier Ariel Sharon. Opteert de Israëlische kiezer definitief voor de confrontatie met de Palestijnen?

SCHILTZ: Uit mijn contacten met joodse vrienden leer ik dat de perceptie van de figuur Sharon heel anders is bij ons dan bij hen. Zij parafraseren het ‘ Nous avons peur’ van Paul-Henri Spaak en zeggen: ‘Jullie in West-Europa denken dat de Palestijnen alleen een decente eigen staat willen, maar eigenlijk willen ze onze dood en willen ze ons verjagen en vernietigen. Jullie weigeren dat te geloven, maar wij weten wel beter.’ Vandaar dat ze de gelederen sluiten rond Sharon, die een symbool is van militaire macht. En een sterk leger zien ze als hun enige garantie op veiligheid. Volgens optimisten zullen de Amerikanen zodra de kwestie Irak is geregeld ook het Israëlisch-Palestijns conflict oplossen, maar dat is in het verleden al meermaals voorgespiegeld en het is er nooit van gekomen. De invloed van de joodse lobby op de besluitvormende kringen in Amerika blijft zeer groot, onder meer omdat de joden een belangrijke electorale macht zijn. Er zijn weinig Amerikaanse politici die daar tegenin durven te gaan.

Koen Meulenaere

Hugo Schiltz: ‘Als het nieuwe Europa bestaat uit de schildknapen van de VS, DAN behoor ik liever tot het oude.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content