Meer dan 600.000 pechverhelpingen hebben VAB en Touring in 2001 uitgevoerd, en het aantal oproepen stijgt nog ieder jaar. Om straks op het Europese vlak een rol van betekenis te kunnen spelen, voeren de twee organisaties nu fusiegesprekken.

Ooit werden ze de ‘engelen van de weg’ genoemd. Op elk uur van de dag of nacht snellen wegenwachters gestrande automobilisten ter hulp. In 85 procent van de gevallen herstellen ze het defect in minder dan een half uur. Kan de panne niet worden gerepareerd, wordt de wagen afgesleept en krijgt de automobilist een vervangauto ter beschikking voor de duur van de herstelling, met een maximum van vijf dagen. Maarten Matienko (VAB): ‘Onze wegenwachters willen de automobilist maximale mobiliteit garanderen. Zij hebben een grote technische kennis en een ruime praktijkervaring met de meest uiteenlopende modellen. Onze interventiewagens zitten bovendien propvol vervangonderdelen. Aan boord bevindt zich ook een uitgebreid assortiment werktuigen, naast moderne meetapparatuur waarmee ze snel een precieze diagnose kunnen stellen. Totale kostprijs: om en bij de 50.000 euro, afhankelijk van het voertuig. In geval van twijfel zal de wegenwachter bijkomend advies inwinnen bij ons specialistenteam op het VAB-hoofdkwartier in Zwijndrecht. Of hij vraagt toestemming aan de helpdesk om een bepaalde herstelling te mogen uitvoeren.’

Sommige autoconstructeurs schrijven voor dat bepaalde herstellingen enkel door een erkende dealer mogen worden uitgevoerd, anders vervalt de fabrieksgarantie. Dat weet ook Gilbert Appelen, automonteur en sinds het einde van de jaren zeventig als VAB-wegenwachter in Limburg onderweg. Hij rijdt dagelijks om en bij de 350 km door weer en wind, want het grondgebied van zijn provincie is uitgestrekt. Met een gemiddelde van tien pechverhelpingen per dag, heeft hij meer dan de handen vol én vuil. Maar met plezier gedaan, zo blijkt.

‘Wegenwachter is een roeping. Elke oproep houdt een nieuwe uitdaging in, elke situatie is anders. Een kapotte batterij of lekke band is meestal niet het probleem, wel de man of vrouw die aan de kant van de weg stilstaat en te laat op het werk of bij de onthaalmoeder zal arriveren. In het beste geval staat de gevarendriehoek reglementair opgesteld en legt hij of zij zich zonder commentaar neer bij het onvoorziene oponthoud. Maar ik arriveer ook bij mensen die totaal overstuur zijn, anderen lopen vloekend en tierend in het rond. Op zo’n moment moet ik de juiste toon proberen te vinden, want om de wagen weer aan de praat te krijgen, moet ik uitvissen wat er fout is gelopen. En wat blijkt? In een op de vijf gevallen treft de bestuurder zelf schuld: lege brandstoftank, verkeerde brandstof getankt, autosleutel kwijt, deurslot bevroren. Ik kan een boek schrijven over de stommiteiten die mensen begaan. Ze hebben last van stress of ze zijn gewoon verstrooid; ze beschouwen de auto als een gebruiksvoorwerp dat op commando moet rijden. Hoe en waarom zo’n ding rijdt, interesseert ze hoegenaamd niet. Dat er ’s winters antivries in het waterreservoir moet: nooit van gehoord. Zij weten evenmin dat de afstandsbediening van de sleutel wordt gevoed door een batterij die af en toe moet worden vervangen.’

Een wegenwachter moet bovendien flexibel zijn, weekend- en nachtwerk horen bij de job. En hij moet oog hebben voor nieuwe toepassingen en ontwikkelingen op het vlak van automechaniek en elektronica. Gilbert Appelen: ‘In mijn vak raak ik nooit volleerd, ik blijf student tot aan mijn pensioen.’ Hij heeft gelijk, het herstellen of vervangen van elektronische besturingssystemen is specialistenwerk geworden en kan enkel met behulp van dure diagnoseapparatuur die vaak verschilt van merk tot merk.

Thierry Willemarck (gedelegeerd bestuurder Touring) erkent de problematiek: ‘De opmars van de elektronica in de auto verplicht onze bijstandsorganisatie tot enorme investeringen op het vlak van opleiding van onze wegenwachters en van de technische uitrusting van onze interventiewagens. Om hun werk goed te kunnen doen, en dat verwacht de klant, moeten zij op de hoogte zijn van de allernieuwste elektronicatoepassingen voor alle modellen van alle merken. Dat is een bijzonder zware opdracht.’

AUTO WORDT WEGWERPPRODUCT

In de auto van de toekomst zijn alle mechanische componenten vervangen door computergestuurde systemen en is zelfs de motor verdwenen als krachtbron. De auto van de toekomst is een onderhoudsvrij wegwerpproduct met een beperkte levensduur dat op het einde van de rit wordt gedemonteerd en gerecycleerd. Zelfs voor de meest bekwame wegenwachter lijkt dan de kous af. Op dat moment wordt ook het lidmaatschap bij een automobilistenclub overbodig.

Volgens Maarten Matienko (VAB) zal het zo’n vaart niet lopen: ‘De auto van de toekomst is niet voor morgen en ook niet voor overmorgen. Ondertussen stijgt het aantal pechgevallen jaar na jaar en blijft wegenwachter een beroep met toekomst. Want hoe meer auto’s op de weg, hoe groter het risico op pannes. In zes jaar tijd is het Belgische wagenpark met 445.453 personenwagens aangegroeid, tot ruim 4,3 miljoen. Wij rijden ook meer kilometers per jaar: plus 28 procent over een periode van twintig jaar. Het wagenpark wordt bovendien ouder: in 1990 bedroeg de gemiddelde leeftijd van een auto vijf jaar en elf maanden. Tien jaar later wordt hij pas na zeven jaar en vier maanden ingeruild. Daarnaast vindt iedereen het vanzelfsprekend dat zijn auto is uitgerust met airco, met elektrisch bediende ruiten en spiegels, met verwarmde zetels en noem maar op. Zij beseffen niet dat die comfortonderdelen de batterij zwaar op de proef stellen. Problemen met de batterij en de ontsteking staan niet toevallig op plaats één van de pechstatistieken.’

Informatie over de ledenstatistiek geeft VAB niet. Thierry Willemarck (Touring) legt gelukkig meer openheid aan de dag, ondanks slechte cijfers: ‘Over een periode van vier jaar hebben wij 75.000 leden verloren.’ De concurrentie zit inderdaad niet stil. Enkele autoconstructeurs pakken zelf uit met een mobiliteitsgarantie voor hun klanten en organiseren op eigen houtje de pechverhelping. Andere kapers op de kust zijn de verzekeringsmaatschappijen, zij verzekeren een pakket van risico’s waarvan gratis bijstand een onderdeel is.

Ondanks het ledenverlies gelooft Thierry Willemarck in een toekomst voor de clubformule: ‘Onze dienstverlening omvat meer aspecten dan enkel technische assistentie. Als belangenverdediger van de automobilist onderhandelen wij geregeld met de minister van Verkeer over maatregelen die de verkeersveiligheid ten goede komen. Wij zitten ook vaak aan tafel met de autoconstructeurs om samen naar oplossingen te zoeken voor een of ander technisch defect dat plots opduikt in onze statistieken, zonder dat onze wegenwachters de oorzaak van de panne kunnen opsporen of verklaren. Deze acties blijven meestal verborgen voor het oog van de publieke opinie. Dat is een bewuste politiek van het huis. Wij hechten veel belang aan een goede samenwerking met de autoconstructeurs en de overheid. Daarom bespreken we eventuele problemen bij voorkeur binnenskamers. Maar misschien moeten wij onze strategie op het vlak van communicatie overdenken en anders oriënteren.’

Een eerste aanzet werd enkele maanden geleden gegeven. In een gezamenlijke persmededeling kondigden VAB en Touring verkennende fusiegesprekken aan. Om voor de hand liggende redenen, zegt Thierry Willemarck. ‘Willen wij op Europees vlak een rol van betekenis spelen, moeten wij naar een schaalvergroting van onze middelen en activiteiten. Een fusie van VAB en Touring is één mogelijkheid.’ Voor de leden kwam het initiatief als een totale verrassing. Beide bijstandsorganisaties hebben immers een andere wordingsgeschiedenis en een verschillende bedrijfscultuur. De buitenwereld schat daarom de slaagkansen van een verstandshuwelijk niet hoog in, het lijkt alsof men water en vuur wil verzoenen. Over het verloop van de gesprekken is weinig bekend.

Thierry Willemarck: ‘Over het principe van een bundeling van de krachten zijn we het eens, maar over de manier waarop én over de kostprijs van de operatie bestaat nog geen eensgezindheid. De onderhandelaars hebben zichzelf de tijd gegeven tot midden januari voor een definitief antwoord.’

U.V.D.

Maarten Matienko: ‘De auto van de toekomst is niet voor morgen en ook niet voor overmorgen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content