Het conclaaf van de Commissie-Dutroux in de Priorij Corsendonck verliep nog minder vlot dan bekend. Een chronologie.

De parlementaire commissie, die sinds oktober vorig jaar de gerechtelijke onderzoeken naar de seriemisdadiger Marc Dutroux en consoorten doorlicht, is aan conclusies toe. De leden trokken op maandag 10 maart naar de Priorij Corsendonk in Turnhout en wilden op woensdag, de dertiende, met de eerste conclusies uitpakken. Inmiddels is duidelijk dat de berg een muis baarde, al geraakte niet meteen bekend waarom.

10 maart. De commissieleden beginnen eraan zonder de rapporten van de verslaggevers Renaat Landuyt (SP) en Nathalie de T’Serclaes (PSC), zonder strikte agenda en zonder rigoureuze methode. Toch had voorzitter Marc Verwilghen (VLD) verklaard dat zijn commissie tekortkomingen, fouten, verantwoordelijkheden en aanbevelingen zou formuleren. De enige teksten die voorliggen, komen van de externe deskundigen, de professoren Brice De Ruyver (Universiteit Gent) en Françoise Tulckens (UCL), maar ze zijn nog niet helemaal klaar : niet vertaald en vooral niet éénsluidend. Zelfs Verwilghen heeft ze niet allemaal gelezen. Hij probeert het conclaaf op gang te brengen door achtereenvolgens de verdwijningen van Loubna, Julie & Mélissa en An & Eefje te bespreken en daarbij met het oog op remedies te speuren naar alle mogelijke structurele en individuele tekortkomingen in het onderzoek. Deze werkmethode wordt evenwel verlaten wegens te tijdrovend, en ook omdat zich de eerste wrijvingen voordoen als de christen-democraten (CVP en PSC) en de Franstalige liberalen en socialisten (PS en PRL) de betrokken magistraten niet zomaar aan de schandpaal willen.

11 maart. Voorzitter Verwilghen beseft dat een gedetailleerde foutenanalyse niet langer haalbaar is en probeert dan maar tot algemene conclusies te komen. ’s Namiddags licht professor De Ruyver zijn voorstellen toe om de bestaande politiediensten te integreren, vooral met het oog op een betere criminaliteitsbestrijding en betere controle. Deze interventie hebben de commissieleden niet verwacht en de meesten trekken zich dan ook terug op hun respectieve partijstellingen. De Ruyvers voorstellen sluiten dichter aan bij eerder gepubliceerde VLD-standpunten dan bij die van de SP, zoals minister van Binnenlandse Zaken Johan Vande Lanotte die in de commissie kwam toelichten. Tony Van Parys (CVP) en zijn Franstalige partijgenoten tonen zich andermaal een groot voorstander van de Gerechtelijke Politie bij de Parketten (GPP) en dringen zelfs aan op een inhaalmanoeuvre ten voordele van de GPP vooraleer over de mogelijke samenvoeging ervan met de BOB van de rijkswacht te praten. Terwijl aan Vlaamse kant met politiële en justitiële begrippen wordt gegoocheld, zorgen de Franstaligen voor begripsverwarring. De commissie geraakt er niet uit. ’s Avonds in de bar begint voorzitter Verwilghen met de steun van Gerolf Annemans (Vlaams Blok) luidop de lijst te overlopen van alle 104 getuigen voor de commissie. Verwacht wordt dat elk commissielid laat weten wie hij/zij individueel verantwoordelijk en eventueel te sanctioneren acht. De voorzitter wil op die manier zijn commissarissen kleur doen bekennen. Dat doen zij ook : de voorzitter geraakt niet verder dan een paar procureurs des konings van PSC-signatuur. En nog minder ver als Claude Eerdekens (PS), daarin gesteund door Annemans, ook justitieminister De Clerck een paar beleidsfouten wil aanwrijven. Als dan ook Olivier Maingain (PRL) zich verzet tegen Verwilghens werkwijze en aan Robespierre herinnert, is de voorzitter niet meer te houden. Van Parys stelt voor dat de experten een lijst opmaken van al wie in een van de gerechtelijke onderzoeken te kort schoot. En als de commissarissen hun verantwoordelijkheid niet openlijk durven opnemen, moeten ze mij de namen desnoods anoniem melden, zegt Verwilghen. Eerdekens doet uiteindelijk het lumineuze voorstel om te gaan slapen, niet echter nadat de voorzitter iedereen duidelijk heeft gemaakt dat de commissie regelrecht afstevent op haar ondergang.

12 maart. Er wordt vroeg begonnen en aan de slachtofferbejegening gedacht. Maar al gauw wordt verder geredetwist over de herverkaveling van het politielandschap. Hoewel het over een geïntegreerde en niet over een éénheidspolitie gaat, is Serge Moureaux (PS) radicaal tegen. Patrick Dewael (VLD), Geert Bourgeois (VU) en Annemans tonen zich voor. Van Parys blijft veeleer afwijzend, pleit verder voor de GPP met de gemeentepolitie als basiscomponent, wordt daarin gesteund door een uitzonderlijk strijdlustige De ‘T Serclaes en doet uiteindelijk een eigen voorstel. Renaat Landuyt (SP) die zich in tegenstelling tot zijn partijgenoot Dany Vandenbossche al van bij het begin van het conclaaf opvallend afzijdig hield, zwijgt andermaal. Dit kan erop wijzen dat SP en CVP elkaar vinden. Dewael en Verwilghen consulteren elkaar schriftelijk en Van Parys’voorstel wordt finaal met de steun van Landuyt gekelderd. ’s Namiddags steekt de partijpolitiek andermaal de kop op als in het ontwerpcommuniqué voorgesteld wordt niet-samendrukbare straffen (een VLD-thema) in te voeren. Ook daar kan geen sprake van zijn. Het slotcommuniqué wordt een even tergende mislukking als het conclaaf zelf.

F.D.M.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content