Hubert van Humbeeck

?Guy Verhofstadt is weer bezig.? Zo klinken de geruchten in verband met wat de gewezen VLD-voorzitter klaarstoomt samen met gelijkgestemden uit andere politieke partijen. Een gesprek.

Geregeld komen in zaal F van de Senaat een aantal parlementsleden bijeen, vertegenwoordigers uit de VLD, de Volksunie en Agalev. Er zijn ook contacten met mensen uit de CVP en de franstalige PRL. De namen van de deelnemers aan die gesprekken zullen binnenkort terug te vinden zijn onder voorstellen die in de komende weken in het parlement zullen worden ingediend. Eén van de leden van het gezelschap is gewezen VLD-voorzitter Guy Verhofstadt. Hij werd er de jongste weken, zelfs bij zijn politieke vrienden in de VLD, van verdacht een politieke hergroepering voor te bereiden.

Wordt het een nieuwe partij, een ?platform? waaromheen een groep parlementairen zich verzamelt, of gaat het om ?wetgevende initiatieven over de partijgrenzen heen? ?

GUY VERHOFSTADT : Ik heb net ?De Geruchten? van Hugo Claus gelezen. Dat past uitstekend bij wat er de afgelopen weken werd verteld : een wereld van geruchten, zeg maar roddels…

Maar zelfs in de eigen VLD wordt verteld : ?Verhofstadt is weer bezig.? Hoe zit dat nu ?

VERHOFSTADT : Er wordt de jongste maanden van alles verteld. De waarheid is nochtans eenvoudig : ik tracht vanuit de VLD bruggen te slaan naar andere mensen en partijen om in dit land eindelijk iets te veranderen. Misschien was dat in het verleden mijn zwakke punt, namelijk dat ik te weinig inzag dat je pas zaken kan wijzigen als je beschikt over geallieerden in andere politieke families, die gelijkaardige veranderingen nastreven.

Ik had de voorbije maanden enorm veel contacten met allerlei mensen uit andere politieke partijen, leden van Agalev, de Volksunie, de CVP, de PRL ook, om over de partijgrenzen heen wetgevende initiatieven te nemen. Kwestie van tot een aanzet van veranderingen en hervormingen te geraken.

En blijkbaar is dit zo weinig Belgisch dat het meteen vragen, veronderstellingen, zelfs achterdocht oproept. Terwijl we alleen voor ogen hebben dat er, nu bijna zes maanden na de Witte Mars, eindelijk structurele antwoorden komen op de gestelde problemen. Daarbij gaat het niet zozeer om de vraag hoe een politicus zich hoort te gedragen het lijkt me nogal evident dat die zich goed gedraagt , dan wel om welke veranderingen er moeten worden doorgevoerd. Want het huidige politiek-democratisch bestel leidt tot wat we het afgelopen jaar allemaal hebben meegemaakt. Ik heb de disfuncties kunnen vaststellen in het Rwanda-dossier ; we zien ze haast dagelijks in de Commissie- Dutroux.

Ik heb het niet graag over de Nieuwe Politieke Cultuur. Die NPC lijkt wel een soort scherm dat sommigen willen optrekken. Een beetje nieuwe NPC, en daarmee is het antwoord gegeven op alle mistoestanden die vorig jaar aan het licht zijn gekomen. Let wel, ze zijn erg belangrijk, al die vragen rond cumul en dienstbetoon en ik zou daar persoonlijk heel ver in gaan. Maar nog belangrijker is dat er fundamentele wijzigingen komen, een definitieve breuk met het verleden. Dat kan alleen via een paar politiek-democratische hervormingen, die we zo snel mogelijk willen neerleggen.

In dat verband had u dus contacten met allerlei mensen, weliswaar buiten de klassieke partijstructuren.

VERHOFSTADT : Natuurlijk.

Met medeweten van VLD-voorzitter Herman De Croo ?

VERHOFSTADT : Uiteraard. Ik geloof dat hij dat ook in interviews heeft bevestigd. Ik wil de zaak alleen vooruit helpen. Vandaar mijn zoektocht naar een meerderheid in het parlement om structurele hervormingen tot stand te brengen, zoals het wijzigen van ons kiesstelsel, het creëren van een parlement dat opnieuw de baas, of liever de controleur van de regering wordt, en het terugdringen van de slechte kanten van de macht van de partijen. In feite gaat het om een viertal grote hervormingen. Die lopen evenwel uit in verscheidene wetsvoorstellen. Want die moeten op verschillende manieren worden vertaald, voor de Senaat, de Kamer en het Vlaams parlement. Neem nu het voorstel tot invoering van het referendum. Het is evident dat dit zowel op gemeentelijk vlak als op het Vlaamse niveau moet worden ingevuld. In het totaal gaat het om een achttal wetsvoorstellen.

Is dat alles wat deze mensen bindt ?

VERHOFSTADT : Precies. En ik vind dat heel veel. Dat en de wil om die voorstellen op de politieke agenda te plaatsen. Die gaan trouwens veel verder dan wat momenteel wordt besproken in de werkgroepen of commissies rond voorzitter Norbert De Batselier (SP) van het Vlaams Parlement en voorzitter Raymond Langendries (PSC) van het federaal parlement. Al wil ik daarover niet denigrerend doen, zeker niet over wat De Batselier probeert te forceren.

Ik weet het : die samenwerking, niet alleen over de partijgrenzen heen, maar zelfs over de scheiding tussen meerderheid en oppositie heen, is niet echt Belgisch. We zoeken ook niet naar alweer een Belgisch compromis. We willen alleen gebruik maken van de kracht en de creativiteit die in het parlement aanwezig is.

Het is u niet ontgaan dat u hier samenwerkt aan de uitvoering van uw Burgermanifesten met mensen, zoals gewezen CVP-voorzitter Johan Van Hecke, voorzitter Bert Anciaux van de VU en Jos Geysels van Agalev die u tot voor enkele maanden exemplaren van uw teksten naar het hoofd gooiden.

VERHOFSTADT : Hebben die dat ooit gedaan… ?

Sommigen zullen zich uitspraken herinneren gedaan tijdens een CVP-congres in Gent…

VERHOFSTADT : (Besmuikt lachend) Is dat zo… ?

Het verhaal wil dat dit avontuur begon met een gesprek tussen u en Van Hecke, georganiseerd door de hoofdredacteur van een krant. Klopt dat ?

VERHOFSTADT : Nee, dat is nog zo’n gerucht. Het begon eigenlijk na mijn toespraak op 1 oktober in Antwerpen, waarna mensen uit verschillende partijen me contacteerden, zowel van Agalev als van VU als van CVP, zeggende : daarover willen we met u voortpraten. Die speech over de Belgische ziekte was een soort alternatief voor de State of the Union van premier Jean-Luc Dehaene (CVP) de Witte Mars had nog niet plaatsgevonden. Ik heb daar een analyse van die Belgische ziekte proberen te maken, de politisering, het cliëntelisme, de overwoekering van de politiek-democratische structuren door de macht van de partijen en de aanverwante groepen. De eerste reactie daarop kwam van Agalev, dat vroeg om daarrond initiatieven te ontwikkelen. Daarna is er ook een reactie gekomen vanuit de VU en nog later vanuit de CVP. Is dat nu veel verschillend van wat vroeger in de Burgermanifesten stond ?

Precies. Wie is veranderd ? Zij of u ?

VERHOFSTADT : Niet ik of zij, maar België is veranderd. Twee jaar geleden luidde de vaststelling : de bevolking vindt het huidige maatschappelijke systeem uitstekend. Dat was de conclusie van de meeste politieke waarnemers na de verkiezingen van ’95. Nu, twee jaar later, na de Witte Mars, is de situatie totaal veranderd.

Vroeger gold de stelling van Marcel Van Dam dat de mensen veeleer het ongemak van het status-quo aanvaarden, boven de onzekerheid van de verandering. Het is pijnlijk dat drama’s à la Dutroux moeten gebeuren alvorens de mensen begrijpen dat dit systeem naar dergelijke ongelukken leidt. Dat is de grote verandering, die maakt dat mensen uit verschillende politieke partijen plotseling wel samen verregaande wetsvoorstellen kunnen indienen. Het moet toch eens afgelopen zijn met het carcan van de partijen, dat een voorstel van de oppositie onaanvaardbaar maakt voor de meerderheid en waardoor een voorstel van de meerderheid niet door de beugel kan voor de oppositie. Die samenwerking is voor mij de nieuwe manier om aan politiek te doen.

Vroeger was uw hervormingsdrang erop gericht de VLD incontournable te maken. Heeft u die strategie nu gewijzigd ?

VERHOFSTADT : Ik heb geleerd uit het verleden. Namelijk, dat je met anderen moet samenwerken om tot wezenlijke veranderingen te komen en dat niemand de waarheid in pacht heeft.

Misschien ben ik veel te vroeg in de politieke arena gegooid…

Sommigen in de CVP en zelfs in de VLD zullen dat graag beamen.

VERHOFSTADT : Jamaar, dat klopt. Hoewel, ik meen dat mijn ideeën niet fundamenteel veranderd zijn.

U geeft wel de indruk het eens te zijn met Dehaene, dat de voorbije jaren al te veel aandacht werd besteed aan het sociaal-economische ?

VERHOFSTADT : Die analyse klopt. Alleen, jullie beginnen altijd weer over die Burgermanifesten, ik niet…

U heeft ze geschreven !

VERHOFSTADT :… en ik zou ze nog schrijven. Ik ben echt niet rouwig om die Burgermanifesten. Want dat was toen, nog voor de Zwarte Zondag van eind ’91, het echte verhaal : Mensen, dit is niet alleen een sociaal-economisch probleem, het is een breed politiek-maatschappelijk probleem van een land dat zijn instellingen moet hervormen omdat de macht niet langer bij de burger ligt. Er zijn destijds traktaten geschreven om aan te tonen dat ?de burger? niet bestond. Maar het is onbelangrijk te weten, wie nu eigenlijk als eerste heeft gewaarschuwd. Eigenlijk is de oorzaak van het sociaal-economische falen van het land precies dezelfde als van het politiek, democratisch en maatschappelijk falen.

Want er bestaat ook een sociaal-economisch probleem. De voorbije tijd werden de sociale partners openlijk gekappiteld omdat ze niet tot een overeenkomst kunnen komen, omdat ze niet bij machte zijn de lijnen uit te zetten en meer werkgelegenheid te scheppen. De oorzaak daarvan is van dezelfde orde als de oorzaak van de politieke, maatschappelijke malaise. We hebben vijftig jaar geleden, na de oorlog, een maatschappelijk stelsel opgebouwd dat fantastische voordelen opleverde. Tot zo’n vijfentwintig jaar geleden, zolang er te verdelen viel. Sindsdien heeft het ons niets anders dan kommer en kwel bezorgd. En blijkbaar zijn we moelijk in staat de noodzakelijke koerswijzigingen door te voeren, ondanks een van de hoogste werkloosheidscijfers van Europa. Op politiek en maatschappelijk vlak leidt zoiets tot wat we de afgelopen maanden hebben meegemaakt. Andere landen hebben dergelijke problemen ook doorgemaakt. Alleen, zij hebben zich aangepast.

Had de malaise die zich nu heeft geënt op de affaire-Dutroux zich niet evenzeer op een sociaal-economisch probleem kunnen vastzetten ?

VERHOFSTADT : Allicht. Maar intussen hebben we nog schandalen gekend. Als we lezen wat er in de schriftjes van Leo Delcroix (CVP) staat… Is dat niet voldoende als verhaal ?

U heeft bij de PVV-VLD toch ook een Delcroix gekend ?

VERHOFSTADT : Ik wil niet met de vinger beginnen te wijzen : daar zit een socialist, een christen-democraat, een liberaal… Het relevante daaraan is dat het een bepaald politiek-maatschappelijk systeem van de voorbije tientallen jaren beschrijft. Zolang dat niet tot drama’s leidde, zoals nu in justitie, was de Belg nogal gelaten. Maar met de affaires van vorig jaar werd een point of no return overschreden.

Met welke voorstellen willen jullie voor de dag komen ?

VERHOFSTADT : Alle voorstellen hebben betrekking op het politiek-democratisch systeem. We willen de stemplicht afschaffen. De kopstem willen we niet afschaffen. Wie het echt wil, kan nog altijd een lijststem uitbrengen. Maar elke invloed van de uitgebrachte kopstemmen bij de berekening van het aantal zetels wordt vermeden. Op die manier verliezen de partijen hun stevigste greep op de verkozenen. Persoonlijk vind ik dit voorstel het meest verregaand. Omdat het erop gericht is de zelfstandigheid van het parlementslid te herstellen. Zelfstandigheid die hij of zij momenteel niet heeft.

Dan is er het voorstel tot rechtstreekse verkiezing voor uitvoerende mandaten, te beginnen met het mandaat van burgemeester. Een vierde slaat op het referendum. Een bindend referendum ! Op alle niveaus. Al is daar nog wat discussie over, omdat je daarmee op het federale niveau al gauw in het klassieke communautaire vaarwater dreigt te verzeilen.

Filip Dewinter van het Vlaams Blok zal vermoedelijk ook enkele voorstellen voor een referendum aanreiken.

VERHOFSTADT : Gaan we daarom, omdat over een probleem twee meningen bestaan, een politiek-democratisch instrument niet gebruiken ? Trouwens, er zal moeten worden bepaald hoeveel mensen zo’n referendum moeten vragen, hoe de vraag moet worden geformuleerd ; precies om dit soort problemen te vermijden. We hebben er wel voor gezorgd dat het een instrument wordt dat niet door de eerste de beste politieke avonturier kan worden aangewend.

Dit is een eerste pakket er moeten er nog volgen. Als dit pakket op de politieke agenda kan worden geplaatst en eventueel passeren, dan mogen we gerust van een breuk met het verleden gewagen.

U kunt natuurlijk aanvoeren dat de socialisten die belangstelling toonden voor deze projecten al bij de VLD zitten, toch valt het op dat er geen socialisten in uw gezelschap worden gesignaleerd. Hoe komt dat ?

VERHOFSTADT : Gewoon omdat geen van hen contact heeft opgenomen. Zo simpel is dat.

Is er hier sprake van een gestructureerd overleg met die vertegenwoordigers van verschillende partijen ?

VERHOFSTADT : Helemaal niet. Maar we zien elkaar geregeld, hier in de Senaat, in zaal F, om deze voorstellen te bespreken.

Zijn de leden van de groep bereid alle consequenties te dragen, ook als ze door de eigen partij worden teruggefloten.

VERHOFSTADT : Dat moet u hen zelf vragen.

Is het niet onvermijdelijk dat al deze mensen finaal een aparte groep, een eigen fractie gaan vormen in het parlement ?

VERHOFSTADT : Dat is nu een typische kronkel in de Belgische politieke geesten. Wij redeneren al te vaak op de Latijnse manier. In Griekenland, bijvoorbeeld, is het ondenkbaar dat iemand van de meerderheid nog maar praat met iemand van de oppositie. Zo iemand wordt door de eigen partij gewoon verbannen. In Italië en Frankrijk gaan ze daarin niet zo ver, maar toch… Wij hebben eenzelfde mentaliteit. Terwijl in Nederland dit soort initiatieven schering en inslag zijn. Dat is een volwassen manier om aan politiek te doen.

Toch blijft het verbazen dat u praat over het teruggeven van de macht aan het parlement met mensen, CVP’ers, die enkele maanden geleden de bijzondere machten goedkeurden en dus een flink stuk van hun parlementaire controle uit handen gaven. Stelt u zich geen vragen bij die plotselinge bekering ?

VERHOFSTADT : Ach, het belangrijkste is toch de bekering (lacht). Hoelang moeten we elkaar nog met het verleden blijven achtervolgen ? Moeten we na de Witte Mars, en na alles wat er is gebeurd, blijven kankeren ? Zouden we niet beter naar de toekomst kijken ? Mijn ervaring in de Rwanda-Commissie is van die aard dat ik er nu van overtuigd ben dat mensen van verschillende politieke gezindheid kunnen samenwerken.

U heeft een drukke politieke agenda : dit initiatief, de Rwanda-Commissie en een nieuwe gooi naar het voorzitterschap van de VLD ? Politieke vrienden dringen aan op uw kandidatuur, wordt gezegd.

VERHOFSTADT : Ik heb het al gezegd : de beslissing daarover valt later. De kandidaturen worden overigens maar begin mei ingewacht.

Hubert van Humbeeck Rik Van Cauwelaert

Guy Verhofstadt : Ik heb geleerd uit het verleden.

Samenwerking tussen mensen van verschillende politieke gezindheid is noodzakelijk. In beeld : premier Jean-Luc Dehaene.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content