Voedingsdeskundige Piet Vanthemsche analyseert de gevolgen van de voorbije PCB-affaire.
Als er iemand in ons land ervaring heeft in crisisbeheersing in de voedingssector, is het wel Piet Vanthemsche. Als ambtenaar lag hij aan de basis van de succesvolle strijd tegen varkenspest – zijn aanpak staat model voor wetenschappelijke analysen. Als kabinetschef van de onfortuinlijke minister van Landbouw Karel Pinxten (toen CVP) kreeg hij de dioxinecrisis op zijn brood. Tijdens een bewogen zitting van de parlementaire dioxinecommissie nam hij ontslag omdat hij vond dat de ambtenaren, die bergen hadden verzet om de crisis onder controle te krijgen, te veel geschoffeerd werden.
Nu kijkt hij als onafhankelijk consulent van een afstand tegen de jongste crisis aan. ‘De schorsing van inspecteur Etienne Cobbaert was een vergissing’ stelt Vanthemsche. ‘Die man heeft al gigantische risico’s genomen om zijn werk goed te doen en was een onaantastbaar symbool voor zijn collega’s. Cobbaert maakte een fout door 26 stalen te vergeten en gaf dat toe. Zelfs de beste mensen maken fouten als ze onder druk staan. Maar de paranoia in de buitendiensten van de inspectie bereikte ondertussen ongekende hoogten. Het vertrouwen moet dringend hersteld worden, anders dreigt de inspectie totaal verlamd te raken. Want als er één sector is waar haast elke dag uit het niets een crisis kan opduiken, is het wel die van de voedselveiligheid.’
Vanthemsche ziet nog een tweede probleem: de overheid en de bedrijfswereld die zich beide als gevolg van het groeiende wantrouwen in een egelstelling terugtrekken. ‘Na de dioxinecrisis was de bedrijfswereld tot veel bereid’, zegt hij. ‘Maar als de overheid bij elk alarm zonder meer de zware middelen bovenhaalt, zal dat niet blijven duren. De actie moet in verhouding staan tot het probleem. De overheid reageert veel te onvoorspelbaar: nu eens niet en dan weer als ware er een crisis. Er zijn twee modellen voor de relatie tussen overheid en bedrijfswereld: een relatief open en voorspelbaar model omdat er scenario’s klaarliggen van wat er zal gebeuren, of een repressief scenario naar Amerikaans model, waarvan het gevolg wel is dat bedrijven geen enkele inspanning méér zullen leveren dan de wettelijk verplichte.’
De voorbije PCB-affaire was voor Vanthemsche een non-event: een communicatiecrisis die niets met gevaar voor de volksgezondheid te maken had. ‘Ze groeide wel stapsgewijs uit tot een soort vuurproef en volgde mooi de etappes die we kennen uit de dioxinecrisis.’
Zijn naam viel vorige week geregeld als tijdelijke ‘crisismanager’ van het Federaal Voedselagentschap. ‘Mijn niet-bewezen managementcapaciteiten beginnen blijkbaar mythische proporties aan te nemen’, grinnikt Vanthemsche. ‘Misschien moet ik daar ooit wel eens iets mee doen.’