Niet armoede, onrecht en religieus fanatisme veroorzaken opstanden, burgeroorlogen en terrorisme, maar een overschot aan goedgevoede jongemannen. Dat is de uitdagende theorie die de Duitse onderzoeker Gunnar Heinsohn uiteenzet in Zonen grijpen de wereldmacht.

Drie jaar na de verschijning leek het lied van Gunnar Heinsohns boek Söhne und Weltmacht (2003) uitgezongen. De bijna 3000 exemplaren waren gestaag de deur uitgegaan, en de uitgeverij dacht er niet aan om een tweede druk op de markt te brengen. Tot de Duitse filosoof Peter Sloterdijk naar Söhne und Weltmacht verwees als inspiratiebron voor zijn eigen boek Zorn und Zeit (2006) en Heinsohn uitnodigde in zijn televisieprogramma Das Philosophische Quartett op ZDF. Toen The Wall Street Journal daarop het artikel Babies Win Wars van Heinsohn publiceerde, werd hij geïnviteerd om te spreken op militaire conferenties. En kijk, in 2008 komen gelijktijdig een Nederlandse, een Japanse en Poolse vertaling van Söhne und Weltmacht op de markt.

Gunnar Heinsohn (1943), die aan de universiteit in Bremen een onderzoekscentrum naar genocide leidt, beweert dat zijn boek de terugtrekking van de Britse troepen uit Basra heeft versneld. Bevelhebber Robin Brim vertelde de auteur dat zijn theorie van de youth bulge – het fenomeen waarbij de leeftijdscategorie van 15 tot 29 jaar minstens 20 procent van een bevolking uitmaakt – hem voor het eerst de situatie in Basra deed begrijpen. ‘Overal, in huizen en op pleinen, zag Brim verontrustend grote groepen jonge mensen. Hoewel de sjiieten geleden hadden onder Saddam Hoessein, namen de jongeren een sceptische houding aan tegen de Britten. Dorpen met zoveel jongeren hadden de Britten, meestal de enige zonen in hun gezin, van hun leven nog niet gezien. Ze waren er niet gerust op. De tweede, derde en vierde zonen in een Iraaks gezin hebben inderdaad niets te verliezen, integendeel. Erfdeelloos en zonder uitzicht op een baan zijn ze bereid grote risico’s te nemen. Het verlies van een van de zonen is voor het gezin ook geen complete ontreddering, wat bij gezinnen met maar één zoon wel het geval is.’

De Amerikaanse generaal Raymond Odierno, die Bagdad innam, had het tegen Heinsohn over de haat in de ogen van de soennitische jongeren. ‘De Amerikaanse soldaten vreesden voortdurend in de rug te worden aangevallen. Burgers uitschakelen was geen optie, dus besloot Odierno de actiefste elementen bij het minste vergrijp op te sluiten. Dat leidde daarna tot het schandaal in de overvolle Abu Ghraibgevangenis. Odierno kreeg een reprimande van de legertop, maar eigenlijk had hij in die onvoorziene situatie voor het minste kwaad gekozen.’

Volgens Heinsohn zijn dergelijke explosieve situaties alleen denkbaar in landen met een youth bulge.

Hoe nieuw is uw theorie van de youth bulge als oorzaak van gewelddadige onrust?

GUNNAR HEINSOHN: Gaston Bouthoul legde in 1935 al het verband tussen demografie en oorlog. Het was een weinig gestructureerd betoog waarin hij trachtte te achterhalen waarom jongeren in Frankrijk in de jaren twintig niet met elkaar op de vuist gingen, terwijl hun leeftijdgenoten in Italië en Duitsland elkaar wel als fascist of communist te lijf gingen. Nadat hij een aantal hypotheses had verworpen, zocht hij de verklaring in het verschil in geboortecijfers in de periode 1900-1915: Italianen en Duitsers hadden toen gemiddeld zes, de Fransen drie kinderen. Na de Eerste Wereldoorlog waren er in Frankrijk dus geen overtollige zonen meer over die woedend op straat konden komen.

Bouthoul stelde in 1970 in Infanticide différé ook een demografische oorlogs-index op. Hij voorspelde het risico op grootschalig bloedvergieten in El Salvador, waar de helft van de bevolking op dat moment jonger dan vijftien jaar was. Ik ben me later gaan verdiepen in de aanloop naar de burgeroorlog in El Salvador: Vanaf 1975 waren er niet alleen meer jonge boze mannen in El Salvador dan ooit tevoren, ze waren ook nog nooit zo welvarend en goed gevoed geweest. Dat spreekt tegen wat de vredesinstituten telkens weer in hun jaarverslagen schrijven, namelijk dat met de strijd tegen de honger ook oorlog en gewelddadige confrontaties uit de wereld worden gebannen. Onderzoek wijst uit dat het nergens de hongerlijders zijn die oorlog voeren maar gefrustreerde zonen met een volle maag, en vaak ook een opleiding. Dat is mijn toevoeging aan de theorie van Bouthoul.

Ziet u de relatie tussen een overschot aan jongeren en gewelddadige conflicten niet te deterministisch? Doet het beleid er dan niets toe?

HEINSOHN: Oh, maar er zijn veel uitwegen. Tot hun vijftiende zijn het allemaal aardige jongens, die alleen eens ruzie maken met hun broers. Maar daarna moeten zij die geen eerste zonen zijn zelf hun weg zoeken. Zestig procent van de jongeren in landen met een jongerenoverschot wil emigreren. Sommigen slagen daarin of vinden een fel begeerde job, anderen belanden in de misdaad of sluiten zich aan bij een straatbende.

Mijn critici verwijzen vaak naar Zuid-Afrika en Brazilië, waar er géén oorlogen waren ondanks de youth bulge. Maar het totale aantal roofmoorden en slachtoffers van bendeoorlogen in Zuid-Afrika na de apartheid komt aardig in de buurt van het aantal slachtoffers in pakweg Congo en Uganda. Hetzelfde met de slachtoffers van het straatgeweld in Brazilië, dat ook minder opvalt omdat we de dodentol niet optellen.

U suggereert dat de revolutie op Cuba ook zonder Fidel Castro onvermijdelijk was vanwege de demografische onderbouw. Maar waarom bleef het daarna dan rustig?

HEINSOHN: Castro heeft de youth bulge maar kunnen bedwingen door jonge Cubanen met zogenaamde bevrijdingstroepen naar zwart Afrika te sturen. Ook de migratie naar de Verenigde Staten was een uitlaatklep voor boze jongeren. Individuen kunnen een aandeel hebben in het slagen van een revolutie, maar ze zijn er niet de motor van.

Waarom keerde Latijns-Amerika na een periode van dictatuur terug naar de democratie? De factoren die aanleiding hebben gegeven tot de extreme strijd bestaan nog, maar het geboortecijfer is teruggevallen, en een generatie met minder kinderen is meer op vrede en rust gesteld. Waarom denk je dat de Europese jongeren zo pacifistisch zijn? Omdat ze enige zonen zijn. Als de Duitse jongeren nu niet met 7 maar met 80 miljoen zouden zijn, dan was het niet ondenkbaar dat ze bommen zouden gooien in voormalig Duitstalige gebieden zoals Danzig en Breslau, met de verklaring dat ze niet gestraft willen worden door historische beslissingen waar ze niets mee te maken hebben. En als jonge Palestijnen enige zonen zouden zijn, dan zou het daar veel rustiger zijn.

U gaat in tegen de bewering dat de oplossing van het Palestijnse probleem rust zal brengen in het Midden-Oosten. Waarom?

HEINSOHN: Omdat het een misverstand is. Ten eerste zijn er veel meer slachtoffers gevallen bij inter-Arabische conflicten dan in de nu al zestig jaar aanslepende strijd tussen de Palestijnen en Israël. Op 300 slachtoffers in het Midden-Oosten is er één Palestijn. Dat komt omdat de vergelding van Israël voor aanvallen van de Palestijnen binnen de perken blijft, terwijl in inter-Arabische conflicten altijd zoveel mogelijk slachtoffers worden gemaakt.

Bovendien vervult Israël nu ook een belangrijke rol als bliksemafleider. Als de haat tegen de gemeenschappelijke vijand wegvalt, zal er minder eenheid zijn in de Arabische landen en zouden de gefrustreerde jongeren hun woede wel eens op elkaar of de overheid kunnen uitwerken. Vergeet niet dat er bij de recente strijd tussen Fatah en Hamas vijfhonderd doden zijn gevallen. Misschien hebben de Palestijnen wel geluk dat Israël bestaat.

Dat klinkt cynisch, maar is het ook een argument om de kwestie niet te regelen?

HEINSOHN: Cynisch is dat de Europese landen het conflict in stand houden. De moeders in de Gazastrook baren nog altijd zes kinderen, terwijl hun zusters in Libanon twee kinderen op de wereld zetten. Kinderen zijn voor de Palestijnen dan ook een bron van inkomsten geworden. Indertijd hebben westerse hulporganisaties bijna elk nieuwgeboren kind als een vluchteling bestempeld en verschaffen het voedsel, medicijnen en een opleiding. Zo garanderen we de aanvoer van een leger boze jongemannen die tot alles bereid zijn.

In 1950 woonden er in de Gazastrook 240.000 mensen, nu zijn het er 1,5 miljoen. In 2006 waren er 640.000 Joodse jongens onder de vijftien, terwijl er meer dan 1 miljoen Palestijnse jongens in die leeftijdscategorie in Gaza, op de Westelijke Jordaanoever en Israël wonen. Bijna 90 procent van de Palestijnse jongeren wordt door ons onderhouden. Het wordt tijd dat we de Palestijnen vertellen dat als ze grote gezinnen willen, ze daar zelf voor moeten betalen.

Is het geen sociologische wetmatigheid dat het kindertal automatisch daalt als de welvaart stijgt?

HEINSOHN: Niet als je op die manier kroostrijke gezinnen blijft belonen. Kijk, toen Algerije de verkiezingsuitslag nietig verklaarde na de overwinning van de islamitische partij heeft Europa niet gereageerd. De generaals konden vrij jacht maken op de al dan niet vermeende terroristen, en hele dorpen werden uitgemoord. Toch heeft de rust zich stilaan hersteld. De eigenlijke reden is dat het kindertal is teruggevallen op 1,9.

Heeft de Europese toenadering ook geen rol gespeeld in de rust op het oude continent?

HEINSOHN: Europa heeft geen unie gevormd omdat men de oorlog moe was, zoals weleens wordt gezegd. En het heeft zijn kolonies ook niet zomaar genereus de vrijheid gegeven. Europa is een soft power geworden toen het demografisch geen andere keuze meer had. Toen Frankrijk na de Tweede Wereldoorlog militair optrad in Vietnam, was dat niet met eigen manschappen maar vooral met het Vreemdelingenlegioen, waarin ook veel Waffen-SS’ers zaten. En waarom heeft de droom van het panslavisme al een tijdje afgedaan en zijn de Slavische staten nu wel bereid om met Duitsland en andere Europese staten een verbond aan te gaan? Omdat Europa alleen nog stervende naties telt zonder weerbare mannen. Daarom heeft het zich verenigd, en is het een soft power geworden.

Wat vertelt de demografische situatie ons over de toekomstige veiligheid van de wereld?

HEINSOHN: De meeste landen zijn over hun piek heen wat overtollige jongeren betreft. Latijns-Amerika zal de vreedzame democratische weg opgaan, al kunnen er nieuwe, kleinere spanningen ontstaan wanneer indianengroepen in landen als Guatemala weer een meerderheid gaan vormen.

Islamitische landen zoals Algerije, Libanon, Marokko, Iran en de Verenigde Arabische Emiraten volgen de dalende trend van Tunesië en Turkije qua aantal kinderen. Over het algemeen zijn de verwachtingen optimistisch: het aantal grote, bloedige conflicten zal afnemen. Een uitzondering is Afghanistan, waar honderdduizenden jongemannen geen kans maken voor een door het Westen gesponsorde job bij de politie of het leger. Voor dat enorme reservoir van werkloze en goedgevoede vierde en vijfde zonen is heroïsme een optie. De Engelse filosoof Thomas Hobbes maakte tijdens de Engelse burgeroorlog halfweg de zeventiende eeuw al de cynische observatie dat de oorlog iedere man wat te bieden heeft: ofwel de overwinning, ofwel de heldendood. Er wacht de NAVO-strijdkrachten, veelal enige zonen, een ongelijke strijd tegen het aankomende leger van rebellerende jongeren in Afghanistan.

Op het internet vond ik uw naam vaak bij islamofobe sites en blogs. Verontrust u dat?

HEINSOHN: Op het internet heb je geen vat. Maar in discussies met islamofoben voer ik telkens aan dat het probleem niet de Koran is. Het zijn de angry young men die een religieuze rechtvaardiging zoeken voor gewelddadig en moorddadig gedrag. Ze willen niet als gewone moordenaars gezien worden, en om zich moreel te legitimeren stoffen ze het Boek af zoals anderen zich op het marxisme beriepen. Mijn islamitische studenten begrijpen hun geloofsgenoten die dat doen evenmin als westerlingen, maar zij zijn dan ook geen drop-outs.

Fitna, de film van Geert Wilders, had over de youth bulge in de islamitische landen moeten gaan en over hun misbruik van de Koran. Het draait namelijk niet om een religieus conflict. Eerst is er de woede van mensen die moeten vechten voor hun plaatsje in de maatschappij, en pas dán komt de Koran. Moorden in naam van een ideaal of als werktuig van Allah is nu eenmaal makkelijker.

Waar situeert u zichzelf in het politieke spectrum?

HEINSOHN: Ik was links, maar ik ben liberaal geworden. Via de Freie Demokratische Partei probeer ik het inzicht bij te brengen dat een kinderbijslag per kind niet is wat Europa nodig heeft, maar wel opgeleide vrouwen die een tweede kind willen baren. Ik zou de hele pot van de kinderbijslag reserveren voor één forse premie bij het tweede kind. Ik denk dat we zo de kansen van migrantenkinderen verhogen, en tegelijk de nodeloze agressie kunnen intomen. Er worden in Bremen namelijk meer auto’s in brand gestoken dan in Parijs.

De gewezen Amerikaanse president Bill Clinton heeft begin jaren negentig bewezen dat een enigszins vergelijkbare maatregel werkt. Aanvankelijk werd hij ervan beschuldigd een racist te zijn die het op de zwaksten in de samenleving had gemunt. Hij zou de zwarte vrouwen met hun grote kroost aan hun lot overlaten. Maar zijn criticasters waren de racisten: zij meenden dat zwarte vrouwen in de getto’s niet in staat waren hun gedrag te veranderen. Ze hebben ongelijk gekregen, en iedereen is er beter van geworden.

GUNNAR HEINSOHN, ZONEN GRIJPEN DE WERELDMACHT, NIEUW AMSTERDAM UITGEVERS, 192 BLZ., 17,95 EURO.

DOOR ERIC BRACKE

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content