Wie zijn de mensen die wij gemeenzaam ‘zigeuners’ plegen te noemen?

Tijdens de Spaanse burgeroorlog werd Ceferino Jimenez Malla vermoord door republikeinse troepen – hij had een priester verdedigd en bovendien geweigerd om zijn geloof te verloochenen. Op 4 mei 1997 werd Malla – als eerste zigeuner – zalig verklaard door Johannes Paulus II. In 1995 had de paus in Auschwitz hun “tragische lot” al in herinnering gebracht: meer dan een half miljoen zigeuners kwamen om in de nazi-kampen. Vervolging, discriminatie en regelrechte uitroeiing: zo gaat het al eeuwen.

Een eigen geschiedschrijving hebben ze niet, maar men gaat ervan uit dat hun voorouders rond het jaar duizend uit Noord-India naar het westen zijn getrokken. Via Perzië en Klein-Azië kwamen ze in Europa terecht, waar hun aanwezigheid sinds de veertiende eeuw is gedocumenteerd.

Als reizigers en pelgrims kwamen ze veelal aan de kost als muzikanten en ambachtslieden. Echt welkom zijn ze nergens ooit geweest. In Spanje werd tijdens de Middeleeuwen fanatiek jacht op hen gemaakt. In Roemenië (waar de naam ‘Roma’ op gebaseerd is) waren ze nog tot 1856 horigen: ze werden verkocht samen met het land waarop ze woonden. De vervolging door de nazi’s kende een eerste hoogtepunt in 1936, toen Berlijn ‘zigeunervrij’ werd gemaakt voor de Olympische Spelen.

Dé zigeuners bestaan niet. Er zijn verschillende groepen, waarvan de Roma veruit de grootste is – deze mensen verkiezen dan ook ‘Roma’ te worden genoemd en niet ‘zigeuners’. In Oost-Europa is tzigani niet minder dan een scheldwoord.

Vandaag leven er naar schatting zo’n tien miljoen Roma verspreid over de wereld. De grote meerderheid leeft sedentair en verblijft in Oost-Europa, waar ze sinds de ineenstorting van het communisme en de bijbehorende werkloosheidspieken fungeren als zondebok voor zowat alles wat fout is en verkeerd gaat. En waar ze voortdurend het slachtoffer zijn van aanslagen door neonazistische skinheads. Hun recente pogingen om in het Westen een beter leven te vinden, zijn daarvan het logische gevolg.

In 1971 werd de International Romany Union gesticht. Deze organisatie streeft naar Roma-eenheid, strijdt tegen racisme en werd officieel erkend door de Verenigde Naties. Een eigen religie hebben de Roma niet: hun bekering tot christendom dan wel islam was vroeger wellicht een manier om zich aan te passen. Wel geloven ze in God en de duivel, lotsbestemming en “de eenheid van alles”.

Het Romani is een Indo-Germaanse taal, met wortels in het Sanskriet. Door de vele leenwoorden die de diverse rondtrekkende clans in de loop der tijden onderweg hebben opgepikt, kent de taal vele dialecten. Sinds enkele jaren hebben de Roma een eigen literatuur en worden hun sprookjes en legenden voor het nageslacht bewaard.

Ter info van Binnenlandse Zaken en de Gentse politie: Rom (meervoud: Roma) betekent in het Romani zoveel als: mens.

Joël De Ceulaer

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content