Op 20 april 1999 richtten Dylan Klebold (17) en Eric Harris (18) een bloedbad aan op hun middelbare school Columbine High in Littleton, Colorado. Daarbij stierven twaalf medeleerlingen en een leraar. De twee daders pleegden die dag zelfmoord. Voor zijn boek Ver van de boom* sprak journalist Andrew Solomon uitvoerig met Dylans ouders Sue en Tom Klebold. ‘Proberen te begrijpen was moeilijk, omgaan met het verlies was moeilijk, me verzoenen met de gevolgen van zijn daden was moeilijk, maar van hem houden, nee, dat was altijd gemakkelijk voor me. ‘

Ik ging Tom en Sue Klebold interviewen in de verwachting dat dit meer licht zou werpen op de daden van hun zoon. Anders dan sindsdien vaak werd gesuggereerd, kwamen de jongens niet uit gebroken gezinnen en waren ze nooit veroordeeld voor crimineel geweld. Wat de wereld die getuige was van deze afschuwelijke gebeurtenis graag wilde geloven, was dat goed ouderschap kan voorkomen dat kinderen zich ontwikkelen tot een Eric Harris en Dylan Klebold, maar hoe beter ik de Klebolds leerde kennen, hoe groter voor mij het raadsel werd. Sue Klebolds vriendelijkheid – voor Dylans dood werkte ze met gehandicapten – zou voor menig verwaarloosd of misbruikt kind een gebedsverhoring zijn en Toms aanstekelijke enthousiasme geeft iedereen die zich moedeloos voelt nieuwe energie. De Klebolds zijn een gezin waarvan ik graag deel zou uitmaken.

Het laatste wat Sue Klebold van Dylan, de jongste van haar twee kinderen, hoorde, was ‘dag’ toen hij op die 20e april de voordeur liet dichtvallen om naar school te gaan. Tussen de middag kreeg Tom een telefoontje over de schietpartij op school en hoorde dat Dylan verdachte was. Hij belde Sue. ‘Ik besefte meteen wat hij zou kunnen aanrichten’, vertelde Sue. ‘En terwijl elke andere moeder in Littleton aan het bidden was voor de veiligheid van haar kind, kon ik niet anders dan bidden dat hij zou sterven voor hij nog meer mensen iets zou aandoen. Ik realiseerde me dat als zich dit werkelijk afspeelde en hij het overleefde, hij veroordeeld en geëxecuteerd zou worden en de gedachte hem twee keer te moeten verliezen was voor mij ondragelijk. Geen gebed is mij zwaarder gevallen dan mijn gebed dat hij zichzelf zou doden, want dan zou ik tenminste weten dat hij dood wilde en niet met alle vragen blijven zitten die ik zou hebben als hij door een politiekogel aan zijn einde zou komen. Misschien heb ik er goed aan gedaan, maar daarna heb ik vaak zoveel spijt gehad van dat gebed: ik wilde dat mijn zoon zelfmoord zou plegen en dat deed hij.’ Die avond moesten de Klebolds van de politie hun huis uit omdat die alles wilde doorzoeken, maar ook vanwege hun eigen veiligheid. ‘Ik stelde me Dylan dood voor’, zei Sue, ‘en ik dacht: hij was jong en gezond, misschien kan hij orgaandonor zijn. En toen dacht ik: zou iemand de organen van een moordenaar willen? Toen begon voor het eerst tot me door te dringen hoe de wereld mijn zoon zou zien.’

In Littleton begon een periode van rouw. Een timmerman uit Illinois richtte vijftien kruisen op een heuvel in de buurt van de school op. ‘Dat gaf me heel veel steun’, aldus Tom. ‘Ik wilde deel van de gemeenschap zijn. En ik dacht dat we allemaal samen konden rouwen’, vertelde Sue. ‘Er waren bloemen en bij de kruisen van Dylan en Eric lagen er net zo veel als bij de andere.’ Toen vernielden de ouders van een aantal slachtoffers de kruisen van Dylan en Eric. De jeugdgroep van een plaatselijke kerk plantte vijftien bomen, maar ouders van de slachtoffers hakten in tegenwoordigheid van de pers de bomen van Dylan en Eric om. Weldra werd er in publicaties over het incident gesproken van dertien in plaats van vijftien slachtoffers. ‘Waar het op neerkwam,’ aldus Tom, ‘was dat er dertien kinderen waren omgekomen. Twee nazi’s hadden hen gedood en hun ouders waren daar verantwoordelijk voor. Men wilde ons zien hangen.’ Sue zei peinzend: ‘Ik denk dat in de ogen van de andere ouders zij een verlies hadden geleden en ik niet, omdat hun kinderen waardevol waren en het mijne niet. Mijn kind stierf ook. Hij stierf na een verschrikkelijke beslissing en een verschrikkelijke daad, maar het was nog steeds mijn kind en ook hij was omgekomen.’

Veel gepest

Onderzoek in de daaropvolgende maanden wees uit dat er veel gepest werd op Columbine. ‘Alleen als je tot de gevierde jongens behoorde en uitblonk in sport, telde je mee’, vertelde Tom. ‘Daarom koesterde Dylan een wrok. Het enige wat het voorval op Columbine beslist zou hebben voorkomen, was als er wat gedaan zou zijn aan die rotsfeer op school waar hij zo onder leed. Hij en Eric hebben niet ons doodgeschoten en ze hebben niet K-mart of een tankstation onder vuur genomen, maar de school. De hele sociale sfeer op Columbine was verziekt en Dylan kon er niks tegen doen.’ Zonder dat de Klebolds dat wisten, kreeg Dylan op school zware vernederingen te verduren, hoewel hij 1,92 meter was en niet gauw met zich liet sollen. Hij was op een dag thuisgekomen met zijn shirt helemaal onder de ketchupvlekken. Toen zijn moeder vroeg wat er was gebeurd, antwoordde hij dat hij een vreselijke rotdag had gehad en er niet over wilde praten. Maanden na zijn dood kwam ze te weten dat Dylan en Eric geduwd en volgespoten waren met ketchup door jongens die hen flikkers hadden genoemd. ‘Ik vond het verschrikkelijk dat ik wel de gevolgen daarvan had gezien maar hem niet had geholpen’, vertelde ze. Toen Tom een paar weken na het drama Dylans auto bij het politiebureau ging ophalen, zei een van de agenten tegen hem: ‘Toen mijn zoon een keer van die school thuiskwam, bleek dat ze midden in de hal zijn haar in de fik hadden gestoken. Zijn hele hoofdhuid was verbrand. Ik wilde die school steen voor steen afbreken, maar hij zei dat dat het alleen maar erger zou maken.’

Sue Klebold: ‘Ik weet nooit wat erger is: denken dat het in je kind ingebakken zat en je er niets aan had kunnen doen, of denken dat hij een goed mens was en iets dit bij hem in gang heeft gezet. Sinds het drama weet ik wat het is om een outcast te zijn en daardoor ben ik beter gaan begrijpen hoe het voor mijn zoon moet zijn geweest om zo uitgesloten te worden. Door hem zijn we in eenzelfde situatie terechtgekomen als hij en zijn we outcasts geworden, impopulair en zonder middelen om onszelf te verdedigen tegen degenen die ons haten.’

Tom was net als Dylan op de middelbare school pijnlijk verlegen geweest en vanwege hun overeenkomsten dacht hij Dylan wel aan te kunnen voelen. Hij kan zich goed herkennen in hoe Dylan zich waarschijnlijk zal hebben gevoeld, maar niet in wat hij deed. Sue wijt het aan een uiterst ongelukkige samenloop van omstandigheden, zoals depressiviteit, een sfeer op school die hem ziedend maakte en een vriend met ernstige problemen die veel invloed op hem had. ‘Dylan was een beetje bang voor Eric en een beetje beschermend ten opzichte van hem en voelde zich ook een beetje door hem overheerst’, legde ze uit. ‘Hij zat gevangen in iets wat hem tot deze afschuwelijke daad heeft gebracht maar wat ik niet begrijp. Ik geloof niet dat hij echt zo was, ik kan dat niet geloven. Ja, die afschuwelijke daad was een bewuste keuze van hem, maar wat was er geestelijk met hem aan de hand dat hij zo’n keuze maakte? Iets in hem was gebroken. Die ziekelijke afwijking die al die anderen de dood injoeg en verwondde, joeg ook mijn zoon de dood in.’

Niet verhuisd

Het verbaasde me dat de Klebolds waren blijven wonen in de stad waar ze zo veel pijn en leed te verduren hadden gehad. ‘Als we waren verhuisd en onze namen hadden veranderd, zou de pers daar toch wel achter gekomen zijn’, zei Sue. ‘Iedereen die ik tegenkwam, zou in mij “de moeder van die moordenaar” hebben gezien. Hier waren er tenminste nog mensen die me mochten om mezelf en mensen die Dylan graag gemogen hadden, en dat was wat ik nodig had, vooral mensen die Dylan graag gemogen hadden.’ Tom zei kortweg: ‘Als we vertrokken waren, zouden zij gewonnen hebben. Blijven was mijn verzet tegen de mensen die probeerden ons de grond in te stampen.’ Ik opperde dat het moeilijk moest zijn geweest om na alles wat er gebeurd was van Dylan te blijven houden. Sue antwoordde: ‘Nee, nooit. Dat was het gemakkelijkste. Proberen te begrijpen was moeilijk, omgaan met het verlies was moeilijk, me verzoenen met de gevolgen van zijn daden was moeilijk, maar van hem houden, nee, dat was altijd gemakkelijk voor me.’

‘Ik dacht altijd dat ik mensen wel begreep en dat ik ze aardig goed kon aanvoelen en inschatten’, zei Sue. ‘Hierna besefte ik dat ik geen idee heb wat een ander denkt. We lezen onze kinderen sprookjes voor en leren ze dat er goede en slechte mensen zijn. Dat zou ik nooit meer doen. Ik zou nu zeggen dat we allemaal het vermogen in ons hebben om goed te zijn en het vermogen om slechte keuzes te maken. Als je van mensen houdt, moet je zowel van het goede als het slechte in ze houden.’ Sue werkte in een gebouw waar ook een kantoor van de reclassering zat en had het vervreemdend en beangstigend gevonden om de lift in te stappen met ex-gedetineerden. Na Columbine keek ze anders tegen hen aan. ‘Ik zag in dat ze net zoals mijn zoon waren. Dat het gewoon mensen waren die, om wat voor reden dan ook, een vreselijke keuze hadden gemaakt en in een verschrikkelijke, uitzichtloze situatie waren terechtgekomen. Als ik nieuws over terroristen hoor, denk ik: dat is iemands kind. Door Columbine voel ik me nu meer met de mensheid verbonden dan anders het geval zou zijn geweest.’

Schoolbal

Voordat ik mijn eerste ontmoeting met Tom en Sue zou hebben, vroeg een vriend me of ik bang was voor de Klebolds, alsof ik de kans liep besmet te worden door een of andere kwade kracht in hun huis. Wat uiteindelijk moeilijk te begrijpen viel, was dat ze zo normaal bleken te zijn. Ze lieten me familiefotoalbums en homevideo’s zien. Ik was vooral getroffen door een video waarin Dylan zich gereedmaakt voor het schoolbal, drie dagen voor de slachtpartij. Daarop is hij een beetje onbehouwen, zoals jongens op die leeftijd kunnen zijn, maar heeft hij ook iets aardigs. Het leek me een leuke jongen. Het zou nooit bij me zijn opgekomen dat hij op het punt stond een gruwelijk bloedbad aan te richten. Glimlachend trekt hij zijn gehuurde smoking recht en klaagt dat de mouwen wat kort zijn. Intussen doet zijn date zijn boutonnière op. ‘Pa, waarom film je dit?’ vraagt hij. Dan lacht hij en zegt: ‘Als ik er later nog eens naar kijk, zal ik me wel afvragen wat ik toen dacht.’ Het was een indrukwekkend staaltje veinzerij, want je lijkt hier te maken te hebben met iemand die later nog eens zal terugkijken hoe hij zich die dag gereedmaakte om met een mooi meisje naar het mooiste feest van zijn leven te gaan. Tegen het einde van de video, zegt hij: ‘Ik wil later absoluut geen kinderen. Kinderen verknallen je leven alleen maar.’ Die plotselinge boosheid komt uit het niets en is even snel weer verdwenen.

Vanaf de dag van het bloedbad, 20 april, tot in oktober wisten de Klebolds maar heel weinig over wat er precies was gebeurd, behalve dat Dylan betrokken was geweest bij de schietpartij en vermoedelijk zelfmoord had gepleegd. ‘We bleven krampachtig geloven dat hij niet echt iemand had gedood’, vertelde Sue. Toen kwam het politierapport. ‘Dat bracht al het verdriet weer naar boven, omdat er niets meer te ontkennen viel. Ze wisten te vertellen welke mensen hij had gedood. Dit is het kaartje van de school waarop alle lichamen van de kinderen staan aangegeven.’ Toen zagen ze de ‘keldertapes’ die Dylan en Eric opzettelijk hadden achtergelaten en waarop Dylan in niets leek op de jongeman van de schoolbalvideo, maar vol zelfverheerlijking zijn haat en woede spuide. ‘Het kijken naar die video’s was net zo traumatisch als de gebeurtenis zelf’, vertelde Sue. ‘Alles waar we krampachtig in waren blijven geloven om onszelf te beschermen, viel in gruzelementen. Er werd in ons huis nooit hatelijk over anderen gesproken. Ik ben deels Joods, maar ze maakten allerlei antisemitische opmerkingen. Alle denigrerende benamingen zoals ‘nikker’ passeerden de revue. Ik zag het eindresultaat van mijn levenswerk: ik had een monster gecreëerd. Alles wat ik geweigerd had te geloven, was waar. Dylan had uit eigen vrije wil meegedaan en het bloedbad was niet in een opwelling aangericht. Hij had wapens gekocht en in elkaar gezet waarmee zo veel mogelijk mensen gedood konden worden. Hij schoot om te doden. Voor het eerst begreep ik hoe anderen Dylan zagen. Toen ik zijn minachting voor de wereld zag, haatte ik mijn zoon bijna. Ik wilde de video vernietigen waarin hij was vastgelegd als iemand met een verwrongen, destructieve geest. Hoe liefdevol hij ook herinnerd zou worden door de mensen die hem hadden gekend, vanaf dat moment zouden de tapes definitief alles weerleggen wat er aan positiefs over zijn karakter te zeggen viel. Voor mij is het een verstikkende leegte.’

Op deze tapes komt één moment van vriendelijkheid voor, zoals de hoop op de bodem van de doos van Pandora. Als Eric het over hun ouders heeft, zegt Dylan: ‘Laat mijn ouders erbuiten, die zijn goed voor mij geweest.’

Heerlijk kind

Als je Tom en Sue vraagt naar hun herinneringen uit de tijd voor het drama, worden ze wat meer ontspannen. ‘Dylan was een bijzonder kind’, zei Tom over de jeugd van zijn zoon. ‘Heel gemotiveerd. Nieuwsgierig.’ Tom gaat elk jaar op Dylans verjaardag naar de plek waar de twee altijd gingen wandelen en neemt dan een Dr Pepper mee, want Dylan hield van Dr Pepper, en het koalabeertje waar Dylan in zijn kindertijd dol op was. Het kostte de Klebolds drie jaar om Dylans kamer op te ruimen en er de gezellige gastenkamer van te maken waar ik sliep als ik hen bezocht. Sue: ‘Het was een geweldig, prachtig, bijna perfect kind. Door hem voelde je je ook als ouder geweldig, want hij deed alles goed. Dylan was heel gestructureerd en ongelofelijk goed in organiseren en dingen regelen.’ Op zijn derde kon hij al tot 110 tellen en sommen maken met behulp van koelkastmagneetjes. Hij ging een jaar eerder naar school, haalde de beste cijfers en mocht het programma voor begaafde kinderen volgen. ‘Al op heel jonge leeftijd gooide hij vijf of zes puzzels op een hoop omdat hij het spannend vond om ze allemaal tegelijk te doen. Hij hield van doolhof- en woordspelletjes. Hij speelde schaak met Tom. Het was gewoon een heerlijk kind.’ Sue keek me van opzij aan en zei toen zachtjes: ‘Je kunt je niet voorstellen hoelang het geleden is dat ik de kans kreeg om op te scheppen over mijn zoon.’ Later vertelde ze: ‘Hij was heel gemakkelijk te beïnvloeden. Je kon met hem redeneren en zeggen: “Dat moet je daar- en daarom doen” en bijna altijd kon je hem tot andere gedachten brengen. Als ouder vond ik dat een sterke kant van hem. Maar nu zie ik dat dat hem misschien juist vreselijke ellende heeft gebracht.’

In de schrijfsels die Dylan en Eric hebben achtergelaten, komt Eric naar voren als moorddadig: zijn woede is totaal naar buiten gericht. Maar Dylan komt naar voren als suïcidaal: bij hem is alles gericht op zelfontkenning en zelfkritiek. Het is alsof Dylan met de moordpartij meedeed omwille van Eric en Eric met de zelfmoord omwille van Dylan. Tegen het einde telde Dylan de uren af die hem nog restten. ‘Hoe kon hij dit zo geheimhouden,’ vroeg Sue zich af, ‘deze innerlijke pijn?’

Toen ik de Klebolds vroeg wat ze Dylan zouden willen vragen als hij bij ons in de kamer zou zijn, antwoordde Tom: ‘Ik zou hem vragen wat er verdomme omging in zijn hoofd en waarom hij verdomme gedaan heeft wat hij heeft gedaan!’ Sue keek een tijdje naar de vloer en zei toen kalm: ‘Ik zou hem vragen mij te vergeven dat ik als zijn moeder nooit heb beseft wat er in zijn hoofd omging, dat ik hem niet heb kunnen helpen, dat ik niet de persoon was die hij in vertrouwen kon nemen.’ Later vertelde ze: ‘Ik heb duizenden dromen gehad over Dylan waarin ik met hem praat en probeer hem me te laten vertellen hoe hij zich voelt. Ik droomde dat ik hem hielp bij het naar bed gaan en dat hij, toen ik zijn shirt uittrok, onder de messneden bleek te zitten. Al die pijn die hij leed zag ik niet, die bleef verborgen.’

Na een tijd vol enorme spanningen werd er borstkanker bij Sue geconstateerd. ‘Ik geloof niet in chakra’s’, zei ze. ‘Maar je denkt wel dat het iets te maken heeft met die pijn in je hart, de mislukte opvoeding en het verlies van je kind. Uiteindelijk kwam ik in contact met een aantal vrouwen van wie een kind zelfmoord had gepleegd. Het waren zes vrouwen en drie van ons hebben borstkanker gehad. Ik moest er soms om lachen en zei vaak dat dat me een soort opluchting gaf. Want na alles wat we hadden meegemaakt, leek borstkanker haast iets leuks en normaals.’ Na de stortvloed van gebeurtenissen sinds Columbine had ze twee jaar lang het gevoel gehad dat ze dood wilde, maar nu kreeg ze nieuwe energie die haar leven weer een doel gaf. ‘Ik dacht: wacht even! Ik moet eerst nog iets doen. Ik moet uitleggen wie Dylan was en hoe hij was. Ik ontmoette onlangs een vrouw van wie de ene zoon zelfmoord had gepleegd en de andere zoon in de gevangenis zat. Ik zei tegen haar: “Je kunt dit nu nog niet snappen of geloven, maar als je hier diep in duikt, geeft dat verlichting. Het is niet de weg die jij gekozen zou hebben, maar je zult er beter en sterker uitkomen.”‘

Mijn eigen pijn

Toen ik tegen de Klebolds zei dat ik vond dat ze een buitengewoon helder inzicht in hun situatie hadden, antwoordde Tom: ‘We kunnen zo open en eerlijk over die dingen zijn omdat onze zoon dood is. Zijn verhaal is af. We kunnen niet meer hopen dat hij nog wat anders, wat beters gaat doen. Je kunt een verhaal een stuk beter vertellen als je weet hoe het afloopt.’ Een paar jaar na onze eerste ontmoeting vertelde Sue me: ‘Lang geleden ging een koophuis in Californië aan onze neus voorbij omdat ons bod te laag was. Toen stond dit huis in Littleton te koop. We kwamen met een laag bod, maar tot onze grote verrassing werd het geaccepteerd. Toen vonden we dat we veel geluk hadden gehad dat het huis in Californië niet was doorgegaan. Maar als dat wel het geval zou zijn geweest, was Columbine niet gebeurd. Na het gebeuren wenste ik aanvankelijk dat ik nooit kinderen had gehad, dat ik nooit was getrouwd. Als Tom en ik elkaar niet tegen het lijf waren gelopen in Ohio, zou Dylan niet hebben bestaan en zou dit vreselijks niet zijn gebeurd. Maar na verloop van tijd maakte dat plaats voor het gevoel dat ik, wat mijzelf betreft, blij ben dat ik kinderen heb gekregen en blij ben met de kinderen die ik gekregen heb, omdat de liefde voor hen de allergrootste vreugde van mijn leven is, ook al moest ik daarvoor betalen met deze pijn. En dan bedoel ik mijn eigen pijn, niet die van andere mensen. Maar ik aanvaard mijn eigen pijn, het leven is vol lijden en dit is mijn eigen pijn. Ik weet dat het beter zou zijn geweest voor de wereld als Dylan nooit was geboren. Maar ik geloof niet dat het beter voor mij zou zijn geweest.’

DOOR ANDREW SOLOMON

‘Geen gebed is mij zwaarder gevallen dan mijn gebed dat hij zichzelf zou doden.’

‘Je kunt je niet voorstellen hoelang het geleden is dat ik de kans kreeg om op te scheppen over mijn zoon.’

‘Ik zou hem vragen mij te vergeven dat ik als zijn moeder nooit heb beseft wat er in zijn hoofd omging.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content