Opwarming brengt natuur in beweging

BOSANEMONEN zouden als reactie op de klimaatopwarming uit Vlaanderen kunnen verdwijnen. © Reporters

Het uitzicht van onze bossen verandert als gevolg van het broeikaseffect.

De klimaatopwarming heeft een effect op onze bossen. Dat blijkt uit een stand van zaken die Pieter De Frenne en zijn collega’s van het Labo Bos & Natuur van de UGent opmaken in het blad Natuur.focus. Volgens de auteurs zijn er wereldwijd nefaste effecten vastgesteld van de door de mens in de hand gewerkte klimaatopwarming: planten die hoger in de bergen moeten kruipen om aan te warme omstandigheden te ontsnappen, bijvoorbeeld, of vissen die naar koudere wateren moeten migreren. In het tropisch regenwoud leidt minder regen tot grotere droogtestress.

Weersmetingen wijzen uit dat België bijna dubbel zo snel opwarmt als het gemiddelde van de aarde. Er is geen duidelijke trend in de hoeveelheid neerslag, hoewel het aannemelijk lijkt dat de regen meer geconcentreerd valt: periodes van hevige buien afgewisseld met periodes zonder regen, zoals in de voorbije zomer. Ongeveer 22 procent van het Belgische grondgebied is bedekt met bossen. Vlaanderen is verhoudingsgewijs arm aan bossen.

De resultaten van een groot aantal waarnemingen wijzen uit dat vooral beuk en fijnspar getroffen worden: hun groei en finaal ook hun overlevingskansen worden bedreigd door de opwarming. Op termijn zou bijvoorbeeld het Zoniënwoud, dat voor driekwart uit beuken bestaat, totaal ongeschikt worden voor de soort. Over het algemeen verwachten wetenschappers dat Europese bossen tegen het eind van de eeuw gemiddeld 28 procent minder waard zullen zijn dan nu.

Soorten uit de onderlaag, zoals esdoorn, zouden profiteren van de ruimte en het licht die beschikbaar worden door het verdwijnen van de bosreuzen. De effecten op de kruidlaag op de bosbodem zijn moeilijker te voorspellen, omdat ze sterk afhangen van de mate waarin het bladerdek intact blijft. Een bos met een stevig bladerdak waar de zon niet makkelijk doorheen dringt, buffert de bodem tegen grote temperatuurschommelingen, wat nuttig zou kunnen zijn voor de bosplanten.

Toch vrezen wetenschappers dat er belangrijke verschuivingen zullen optreden, met moeilijk te voorspellen effecten op het bosecosysteem. Uit bijna 1500 studies waarin twee planteninventarissen in hetzelfde bos met een interval van gemiddeld 35 jaar tijd zijn uitgevoerd, blijkt dat een derde van de oorspronkelijk aanwezige plantensoorten door andere vervangen was. Zo is het niet uitgesloten dat de bosanemoon naar het noorden verschuift en dus uit onze bossen zal verdwijnen, maar vervangen wordt door een oprukkende zuidelijke soort als de bosvogelmelk. De natuur is duidelijk in beweging als gevolg van de klimaatopwarming.

DOOR DIRK DRAULANS

Op termijn zou het Zoniënwoud ongeschikt kunnen worden voor de beuk, terwijl die er nu dominant is.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content