In mei 1968 besefte hij dat hij ‘zeker niet links’ was. De Britse conservatieve denker Roger Scruton over verbondenheid, verloren respect, en waarom het Westen botst met de islam.

Roger Scruton, ‘The west and the rest. Globalisation and the terrorist threat’, uitgeverij Continuum, Londen/ New York, 187 blz., a 20,00.

Of hij echt zo’n pessimist is? Roger Scruton lacht, wrijft een lucifer aan, zuigt een verse vlam in zijn sigaar en zegt dan: ‘Weet u, zoals iedereen probeer ik optimistisch te zijn, omdat het leven dat nu eenmaal van ons eist. Maar ik ben niet de enige die nogal pessimistisch is over de manier waarop de dingen momenteel lopen. Schopenhauer bekritiseerde mensen wegens hun “onscrupuleuze optimisme”. Ik vind dat een goede term: optimisme heeft de neiging om onscrupuleus te zijn. Optimistische mensen voelen zich liever goed, dan eerlijk onder ogen te zien hoe de werkelijkheid echt in mekaar zit. In die zin kan optimisme schadelijk zijn. De Franse Revolutie is daar een enorm goed voorbeeld van: het was een explosie van onscrupuleus optimisme, die heel snel leidde tot massamoord en genocide.’

In Engeland voelt hij zich ‘een intellectuele paria’, die wordt ‘gemarginaliseerd door het links-liberale establishment’. In Nederland, daarentegen, is hij in sommige kringen een graag geziene gast. Hij is opgevoerd in de tv-serie Van de schoonheid en de troost, is vriend aan huis bij de cultuurfilosofische debatclub Nexus Instituut, en de Edmund Burke Stichting nodigde hem in juli 2001 uit voor een lezing over het conservatisme. ‘Gek genoeg word ik in Nederland helemaal niet gemarginaliseerd’, zegt hij. ‘Ik word er beschouwd als een enigszins excentrieke, maar volstrekt legitieme denker. Kennelijk is Nederland wél klaar voor de dingen die ik zeg.’

Hij heeft al veel gezegd, al veel geschreven. Over filosofie, politiek, esthetica, jagen, de verloren identiteit van ‘het oude Engeland’. In zijn nieuwe boek The west and the rest zoekt hij een antwoord op de vraag: wat is dat eigenlijk, het Westen? En waarin schuilt het conflict met de islam? Een belangrijk deel van het antwoord kregen we, schrijft hij, op 11 september 2001: ‘Toen ze het nieuws van de aanslagen hoorden, trokken veel immigrantengemeenschappen in Frankrijk, Duitsland en Engeland de straat op om uiting te geven aan hun vreugde. Plotseling werd duidelijk – wat het liberale establishment al tien jaar of meer probeert te verbergen – dat de loyauteiten waarop de Europese rechtsstaat is gebouwd, niet automatisch gedeeld worden door hen die van elders komen om er de bescherming van te genieten.’

Een land, een natiestaat, is meer dan een verzameling individuen, aldus Scruton. Het is een persoon, een eerste persoon meervoud, een collectief ‘ik’. Een ’territoriale verbondenheid’ geeft alle burgers – ongeacht hun etnische afkomst, taal of religieuze overtuiging – het gevoel dat ze ’thuishoren’ in hun ‘vaderland’. Maar die verbondenheid, een noodzakelijke voorwaarde van een legitieme democratie, wordt steeds verder uitgehold: tradities worden verworpen, de roep om meer rechten gaat gepaard met een afwijzing van bijbehorende plichten. Bovendien worden ‘de wetten van het land’ steeds meer ondergeschikt aan die van internationale instellingen. De islam, aan de andere kant, biedt volgens Scruton een ‘ongeëvenaard’ gevoel van verbondenheid, religieuze verbondenheid, die niet uitmondt in territoriale wetten, maar gestoeld is op ‘goddelijke bevelen’. Het is die botsing die we meemaken: ‘Met al-Qaeda zien we de echte impact van de globalisering op de islamitische revival. Wie tot die “basis” behoort, accepteert geen enkel grondgebied als zijn thuis en aanvaardt van geen enkele menselijke wet de autoriteit.’

Het Westen is erin geslaagd om – met scheiding van kerk en staat, dus in principe ‘zonder God’ – een succesvolle samenleving uit te bouwen. Door de globalisering wordt dat succes uitgedragen en dat ervaart de terrorist als een bedreiging: ‘Veel terroristen zijn nihilisten. (…) (En) nihilisme is de andere kant van religie: het is de ontgoochelde kreet van de gelovige die heeft ontdekt dat God dood is.’ De remedie die Scruton voorstelt? Beginnen met een serieuze evaluatie van de factoren die ons, volgens hem, zo ver hebben gebracht, zoals daar zijn: ons migratiebeleid, onze aanvaarding van het multiculturalisme als een politiek doel, onze blinde gehechtheid aan vrije handel, onze onverschilligheid tegenover de erosie van de natiestaat door onder meer het bureaucratische Europa. Kortom, we hebben niet méér, maar minder globalisering nodig.

Om enige hoogte te krijgen van zijn wereldbeeld, moet een gesprek met Scruton haast beginnen in mei 1968, toen hij op 24-jarige leeftijd in Parijs getuige was van de studentenrevolte. ‘Een roeping zou ik het niet noemen’, zegt hij. ‘Maar ik besefte wel onmiddellijk dat ik zeker niet links was.’ Dat besef kreeg een filosofische ruggengraat toen hij kennismaakte met het werk van Edmund Burke, de Britse aristocraat wiens kritiek op de Franse Revolutie nog altijd verplichte stof is voor elke rechtgeaarde conservatief.

Wat hebben de Franse Revolutie en Mei ’68 met elkaar gemeen?

ROGER SCRUTON:(lacht) Veel! Maar het belangrijkste is volgens mij dat het allebei pogingen waren om de wereld te herscheppen volgens abstracte principes. De principes van de Franse Revolutie waren zogezegd rationeel en die van Mei ’68 irrationeel, maar het centrale idee was hetzelfde: alle gewoonten, tradities en instellingen die mensen via compromissen in staat stelden om samen te leven ondanks hun verschillen, die werden allemaal weggegooid en vervangen door absolute begrippen: in 1789 moest alles gericht zijn op vrijheid, gelijkheid en broederlijkheid, in 1968 op de bevrijding en zelfverwezenlijking van het individu. Maar dat zijn abstracte begrippen, die je nu eenmaal niet aan de werkelijkheid kunt opdringen.

Wat is er mis met de bevrijding van het individu?

SCRUTON: Kort gezegd: dat die onmogelijk is, gelet op het soort wezen dat we zijn. Onze vrijheid hangt niet af van ‘bevrijding’, maar van de erkenning van rationele beperkingen. De pure bevrijding van die beperkingen of structuren leidt tot spirituele anarchie. Terwijl ik die taferelen in Parijs gadesloeg, besefte ik ineens heel erg duidelijk dat leven een kwestie is van overgave, compromis en aanvaarding. Dat je moet proberen om dingen te vinden waarvan je houdt, en niet moet zoeken naar dingen die je haat. Dus dacht ik: misschien moet ik die dingen proberen te vinden, en ze ook verdedigen.

Het centrale geloof van het conservatisme is volgens u ‘dat we moeten terugvinden wat we verloren zijn’. Wat zijn we verloren?

SCRUTON: Relaties van respect tussen mensen. Die zijn ernstig in gevaar gebracht door de ineenstorting van het familieleven, de invasie van de massamedia en het bijbehorende gevoel dat alles onderuit kan worden gehaald en getrivialiseerd. Op die manier wordt de afstand tussen mensen vernietigd, en het is net die afstand die het mogelijk maakt om harmonieus samen te leven in een maatschappij van vreemden. We moeten onder ogen zien dat mensen zowel affectie als haat voor mekaar kunnen voelen, en dat zonder die noodzakelijke afstand de haat kan overkoken en gevaarlijk worden.

Hoe vinden we dat respect terug?

SCRUTON: Ik geef toe dat het moeilijk wordt, maar je moet hoe dan ook op kleine schaal beginnen. Mensen moeten het aan hun kinderen leren, moeten een vrienden- en kennissenkring uitbouwen waar respect de norm is. We moeten instellingen opbouwen die waanzin en razernij vervangen door dialoog. En we hebben een leven nodig búiten de televisie. Dat is allemaal haalbaar, als mensen de wil hebben om het te doen. Als meer mensen het goede voorbeeld zouden geven.

Moeten politici dat ook doen?

SCRUTON: Uiteraard. Een van de problemen is dat politici naar de pijpen van de media dansen. Ze moeten er goedkoop uitzien, alles wordt geïnformaliseerd en gereduceerd tot een soort speelplaatsfenomeen. De rechtstreekse uitzending op televisie van de parlementaire debatten heeft een slecht effect op politici: ze beschouwen zichzelf niet langer als deelnemers aan een rationeel debat met een gezamenlijke bekommernis om het algemeen belang, maar proberen zoveel mogelijk aandacht te trekken, om beroemd te worden. Het lijkt meer op een voetbalwedstrijd, of op carnaval. Met als resultaat dat de mensen geen respect meer hebben voor politici.

Is het geen goede zaak dat het parlementaire proces transparanter is geworden?

SCRUTON: Niet noodzakelijk. Te veel transparantie maakt alles kapot. Dat geldt bijvoorbeeld ook voor de rechtspraak: er moet een zeker mysterie aan verbonden zijn, anders verliest een rechtbank haar overtuigingskracht. Een proces van rustige deliberatie kan onmogelijk toegankelijk zijn voor iedereen, omdat de meeste mensen niet de tijd hebben om het te begrijpen.

Maar het is net omdat ze het niet begrijpen dat zoveel mensen ertegen in opstand komen.

SCRUTON: Dat is een verdedigbaar punt. Maar ze zullen het niet begrijpen als het op de televisie komt. Je kunt een proces alleen maar begrijpen als je bereid bent om het grondig te bestuderen. Het parlement is altijd toegankelijk geweest voor het publiek, voor wie het wilde onderzoeken: je kon er naartoe gaan, commissies volgen, rapporten lezen, enzovoort. Als je alles onmiddellijk begrijpbaar wil maken, moet je al die commissies en ingewikkelde rapporten afschaffen. Onmiddellijke toegankelijkheid vereist verregaande simplificatie, en dan is het proces niet langer democratisch. Althans, zo zie ik dat toch.

Wat zou Edmund Burke volgens u het grootste probleem van onze tijd gevonden hebben?

SCRUTON: De steeds sterker wordende neiging om alle vormen van autoriteit af te wijzen, het idee dat niets of niemand nog het recht heeft om gehoorzaamd te worden. Dat hangt samen met de verwerping van tradities. Een centraal punt van Burke was dat samenlevingen niet alleen bestaan uit hun huidige leden, maar ook uit de doden en de ongeborenen. Een maatschappij die alleen bestaat uit de levenden, zou uit mekaar vallen. Alleen dankzij duurzame structuren kunnen mensen de verwezenlijkingen van het verleden erven en doorgeven aan toekomstige generaties. Onze wetten en politieke instellingen zijn het resultaat van honderden jaren evolutie. En je kunt maar zorgen voor de ongeborenen vanuit een respect voor de doden: alleen mensen die zich realiseren dat ze zelf iets hebben geërfd, zullen recht doen aan de generaties die na hen volgen. Dat is volgens mij een heel erg fundamenteel en diep inzicht, dat we stilaan dreigen te vergeten.

Leeft een conservatief niet te veel in het verleden?

SCRUTON:(lacht) Weet u, het verleden heeft een groot voordeel dat de toekomst niet heeft: je kunt het bestuderen, nagaan welke fouten werden gemaakt, wat moet worden bewaard en wat kan worden verbeterd. Filosofieën die gebaseerd zijn op een onzekere toekomst, zoals het marxisme, vormen een gevaar voor de mensheid, omdat we ze niet kunnen toetsen aan observatie.

U hebt het geregeld over ‘een religieus deficit’. Kan dat worden hersteld?

SCRUTON: Religies kunnen niet opnieuw tot leven worden gebracht door er simpelweg naar te verlangen. Ze ontstaan door massabewegingen of door religieus leiderschap, daarvan kennen we genoeg voorbeelden. De mens heeft behoefte aan waarachtige religie, en als hij er niet voor openstaat, vullen allerlei soorten vervangingsgodsdiensten het gat dat achterblijft: het aanbidden van beroemdheden, bijvoorbeeld. Dat bedoel ik met ‘het religieuze deficit’: we raken het verlangen niet kwijt, maar we kunnen het opvullen met de verkeerde dingen. En de traditionele kerk is net een erg goed voorbeeld van een vorm van collectieve rationaliteit, die de grote emoties en bronnen van menselijk conflict kan kanaliseren en stroomlijnen.

In uw boek schetst u een erg somber beeld van de multiculturele samenleving.

SCRUTON: Nee, niet uitsluitend somber. Niet álle moslimgemeenschappen in het Westen leven in conflict met hun omgeving. Maar het behoort niet tot de aard van de islam om te tolereren dat ze een minderheid vormen in een land dat wordt bestuurd volgens onislamitische premissen. Dat is een tamelijk nieuwe ervaring. De vorige keer dat dat gebeurde, was in India, waar het onmiddellijk explodeerde toen de Britse heerschappij afliep. Het leidde tot een verdeling, en in Kashmir is de toestand nog altijd explosief.

Hoe kunnen we dat conflict in het Westen oplossen?

SCRUTON: Het probleem is dat je mensen een alternatief moet geven dat hen bevredigt. Anders zullen steeds meer jonge immigranten van de tweede generatie hun heil zoeken in het islamisme, omdat ze zich niet kunnen integreren in de omringende, seculiere cultuur. In de Verenigde Staten stelt het probleem zich minder, omdat daar al heel lang een mechanisme van assimilatie bestaat. Maar dat is assimilatie, dat is niet echt een multiculturele samenleving. Wat je in Europa ziet, en heel duidelijk in Nederland, is dat veel immigranten zich niet inschakelen in de seculiere cultuur en getto’s vormen. Het is moeilijk om dat op te lossen, want je moet immigranten een eerlijke deal aanbieden, zonder afbreuk te doen aan het algemene gevoel van verbondenheid. Maar ik ben ervan overtuigd dat mensen willen en kunnen aanvaarden dat ze met elkaar moeten samenleven, als ze behoorlijk worden behandeld en als de aanvaarding wederzijds is.

Wat is de eerste stap?

SCRUTON: Het eerste wat we moeten doen, is erover discussiëren in plaats van ervan weg te lopen. Ook over discriminatie, al weet ik niet of discriminatie een adequate verklaring is voor het huidige moslimterrorisme. Osama bin Laden en zijn kring zijn of waren allemaal enorm geprivilegieerde mensen. Mohamed Atta, bijvoorbeeld, die de aanval van 11 september leidde, was in geen geval het slachtoffer van discriminatie. Hij was goed opgevoed, stamde uit de Egyptische middenklasse en kreeg ook in het Westen alle gastvrijheid en de best mogelijke opleiding. Als dat discriminatie is, wil ik graag gediscrimineerd worden.

U noemt de Europese Unie een ‘broedplaats voor moslimterroristen’.

SCRUTON: Kennelijk is ze dat geworden, niet? Terroristische cellen opereren vanuit de Europese Unie, waar ze vrijheid genieten zonder zich rekenschap te moeten geven van de bijbehorende verantwoordelijkheden.

U gelooft niet in het Europese project, zeker niet in de op handen zijnde uitbreiding van de EU?

SCRUTON: Nee, daar geloof ik niet in, omdat het niet compatibel is met de territoriale loyauteit aan de natiestaten die we door de jaren heen hebben verworven. Integendeel, Europa bemoeit zich constant met de territoriale wetgeving. Dat leidt, vooral in Engeland, tot een enorme ontevredenheid: mensen beschouwen de wetten die hen door bureaucraten in Brussel worden opgelegd, als onaanvaardbaar. Over het democratische deficit van de Europese Unie is iedereen het eens. Hoe groter de democratie, hoe kleiner de representativiteit. Dat is een van de thema’s van mijn boek: alle democratieën hangen af van een pre-politieke, gemeenschappelijke verbondenheid. Als de democratie zo omvangrijk wordt dat er geen rekening meer wordt gehouden met die verbondenheid, is het politieke proces zijn legitimiteit kwijt. De impuls achter de Europese Unie, en achter de uitbreiding ervan, is puur economisch: groei, groei, groei. Wat dat betreft, ben ik het helemaal eens met sommige mensen ter linkerzijde: we leggen onze prioriteiten totaal verkeerd. Alleen maar groeien en het niveau van onnodige consumptie opdrijven, ten koste van alle dingen die het leven de moeite waard maken, is intrinsiek gevaarlijk.

Dan hebt u sympathie voor sommige anti-globalisten.

SCRUTON:(lacht) Ik zou nooit betogen zoals zij doen, ik ben nu eenmaal geen betogend type. Maar ik ben het met hen eens dat we meer moeten luisteren naar de stem van de gewone mensheid. En die stem zegt: misschien zijn wij mensen wel veel gelukkiger op een lokaal dan op een globaal niveau. Dan zouden we plaatselijke gemeenschappen kunnen helpen om zichzelf terug te vinden en hun identiteit te bewaren. Die stem moet worden gehoord.

Kunnen we de klok nog terugdraaien?

SCRUTON: Dat is een cliché en clichés moeten worden weerlegd. Dus zeg ik: ja, dat kunnen we. Het is wat de Reformatie heeft gedaan. Het is wat de Renaissance heeft gedaan, onder meer op het vlak van architectuur: de klok tweeduizend jaar terugdraaien. De klok zal er niet meer hetzelfde uitzien als je ze terugdraait, maar er is geen enkele reden om het niet te proberen.

Iets anders: u bent een tijd geleden ontmaskerd als pr-man voor de industrie. U liet zich door een tabaksproducent betalen voor journalistieke stukken waarin u het opnam voor de roker.

SCRUTON: Ja, met die ‘onthulling’ heeft men geprobeerd om mij het leven zuur te maken. Terwijl ik nooit iets te verbergen heb gehad: mijn vrouw en ik hebben een pr-bedrijf en wij werken onder meer voor een tabaksproducent. We adviseren, beleggen meetings en publiceren briefings. Iedereen was daarvan op de hoogte. En de journalistieke stukken die ik schrijf, vertolken mijn persoonlijke overtuiging. Maar ach, zoals u weet, is roken niet meer politiek correct.

Raakt politieke correctheid niet stilaan uit de mode?

SCRUTON: Het is op de terugweg, ja. Maar voor wie aan de verkeerde kant staat, kan het nog altijd tamelijk gevaarlijk zijn, heb ik al vaak ondervonden: in Engeland ben ik het voorwerp geweest van hevige haatcampagnes. Politieke correctheid is een veilige positie, natuurlijk. Als je politiek correct bent, word je niet bekritiseerd en hoef je verder niets te doen: je hoeft je levensstijl niet aan te passen, je hoeft niet trouw te blijven aan je vrouw, je hoeft niet aan liefdadigheid te doen, je hoeft eigenlijk geen enkele morele inspanning te doen. Je moet alleen maar de juiste dingen zeggen en iedereen laat je met rust.

Terwijl u liever mensen voor het hoofd stoot.

SCRUTON:(lacht) Ik doe dat niet opzettelijk, ik zeg alleen maar wat ik denk. Ik vertolk oncomfortabele waarheden, en mensen houden meer van comfortabele leugens.

Joël De Ceulaer

‘Nihilisme is de andere kant van religie: het is de ontgoochelde kreet van de gelovige die heeft ontdekt dat God dood is.’

‘Je kunt maar zorgen voor de ongeborenen vanuit een respect voor de doden.’

‘De klok zal er niet meer hetzelfde uitzien als je ze terugdraait, maar er is geen enkele reden om het niet te proberen.’

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content