Ingrid Van Daele
Ingrid Van Daele Ingrid Van Daele is redacteur bij Knack

De langverwachte bijzondere algemene aandeelhoudersvergadering van Lernout & Hauspie verliep in mineur. Wie moedig naar Ieper was gefietst, moest met de moed der wanhoop weer naar huis. ‘Alle activiteiten van LHSP zullen verkocht moeten worden’, kondigde Philippe Bodson aan. Mendez en een paar andere zouden niet volstaan.

‘Hij had het niet mogen zeggen’, jammerde een van de aandeelhouders voor de radio vóór de aanvang van de bijzondere aandeelhoudersvergadering van Lernout & Hauspie vorige vrijdag. ‘Als Bodson zelf niet in zijn herstelplan gelooft, dan de schuldeisers ook niet.’ De pers was uitgebreid op de bijeenkomst aanwezig, maar de opkomst van de aandeelhouders was magertjes. Van de 3500 verwachte ingeschrevenen kwamen er slechts een 460-tal opdagen.

Zo vreemd was dat trouwens niet. Wie zou er nog geloven in de redding van een bedrijf waarvan de oprichters achter de tralies zitten? En wie heeft er nog hoop op een herstel als de topman Philippe Bodson daarover zelf hardop zijn twijfels uit? In een uitzending van Kanaal Z de dag voordien was hij formeel. ‘Ik ben er niet van overtuigd dat mijn plan zal worden aanvaard’, zei hij. Dat dit het faillissement van het bedrijf zou kunnen betekenen, kon hij alleen maar bevestigen.

Sauver les meubles, limiter les dégats. Dat was de weg die Bodson klaarblijkelijk had uitgestippeld. Uit een bericht van The Wall Street Journal bleek dat het nieuwe management van Lernout & Hauspie, zijnde Philippe Bodson, de investeringsbank Crédit Suisse First Boston had gevraagd de verkoop van de meeste activa van het bedrijf te evalueren met het oog op een schuldaflossing. De krant concludeerde: dit is de aankondiging van een verbrokkeling van het bedrijf.

Ook op de aandeelhoudersvergadering werd duchtig in die richting gespeculeerd. Voor LHSP zou een ‘sterfhuisconstructie’ worden opgezet. Wat kun je trouwens beter bedenken voor een bedrijf waarvan gefluisterd werd dat zijn schuldenlast oploopt tot tientallen miljarden?

De verkoop van slechts enkele activa zoals het vertaalbedrijf Mendez was te hoog gegrepen, zo bleek. De omzetcijfers van Mendez en Dictaphone moesten, vergeleken met de correcties in het auditrapport, substantieel worden bijgesteld, analyseerde Bodson. De verkoop van die bedrijven zou dan ook niet volstaan om te kunnen voortwerken. Bovendien zou de lopende brugfinanciering vermoedelijk tegen de zomer al zijn opgesoupeerd. Wat betekent dat er haast bij is en de bedrijven niet snel genoeg van de hand kunnen worden gedaan. Omdat dit er niet inzit, gooit Bodson het over een andere boeg: alle activiteiten van LHSP, ook de vertaaltechnologie, moeten worden verkocht. De moedige aandeelhouders die naar een opbeurende toespraak van de algemeen directeur waren komen luisteren, zakten ontgoocheld weg in hun stoel.

De ‘schuldigen’ in het hele debat – sinds hun aanhouding door de publieke opinie geïdentificeerd als het drietal Jo Lernout, Pol Hauspie en Nico Willaert – schitterden door hun afwezigheid. Al werden ze er sowieso niet echt verwacht. De dag voor de bijzondere aandeelhoudersvergadering werden ze opgepakt voor verhoor en naar de gevangenis doorverwezen. ‘De tijd was gekomen om ze te verhoren’, verklaarde procureur Jean-Marie Coppens. ‘Het gerecht volgt zijn eigen koers.’

Toeval of niet, de arrestatie vond plaats op de dag dat de drie het revisorenkantoor KPMG lustig door het slijk haalden. In drie brieven antwoordden ze op de aanvallen van het revisorenkantoor in hun rapport. Niet KPMG was om de tuin geleid, was de algemene teneur van hun verhaal. Zij waren het slachtoffer geworden van de beoordelingsfouten van hun adviseur. De raadgevingen van KPMG hadden zij in daden omgezet. Ook over de LDC-structuren, waarover KPMG elke verantwoordelijkheid had ontkend, zou het kantoor hen met raad en daad hebben bijgestaan.

Of KPMG waarvan het imago uiteraard zwaar gedeukt is, helemaal vrijuit gaat in de zaak, valt af te wachten. Deminor, dat op de vergadering aanwezig was om een 2000-tal aandeelhouders te verdedigen, ziet hen alvast als een van de verantwoordelijken – ze zijn niet alleen. Tijdens de vergadering was KPMG zeer schaars in zijn commentaar. Voorzitter Theo Erauw wees er alleen op dat het hier gaat om ‘een geval van misbruik, misleiding en fraude op het hoogste niveau van een bedrijf, wat gelukkig niet erg vaak voorkomt’. Hij voegde eraan toe, dat hij het feit dat de pers over grotere bevoegdheden beschikt dan de bedrijfsrevisoren en bijvoorbeeld klanten kan contacteren – wat een bedrijfsrevisor moet aanvragen aan het bedrijf – een onvoldoende reden vindt om de auditcontroleprocedures te wijzigen. ‘Men kan dat altijd voorstellen, maar dat zal veel meer tijd kosten en een hogere prijs. Het is niet omdat er één ongeval gebeurt, dat een volledige regelgeving moet wijzigen.’

Ook met het strenge wetsontwerp dat het parlement momenteel bespreekt over de onafhankelijkheid van de revisor is hij het helemaal niet eens. ‘Men wil van de revisor een controleur maken’, zegt hij. En dat is hij klaarblijkelijk niet.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content