Arne Sierens: De Broers Geboers.

Voor een groot deel van zijn stukken haalt Arne Sierens inspiratie uit eigen ervaringen en uit zijn observatie van de mensen van de Brugse Poort, het Gentse stadsdeel waar hij is opgegroeid. Als zoon van een bankbediende die bovendien een niet onverdienstelijk romanschrijver was, zat Arne in een bevoorrechte positie. Maar de materiële en psychische ellende die hij er zag, is hem blijven achtervolgen. In “Het vermoeden” (1982), “Mouchette” (1990), “Moeder en Kind” (1995) heeft hij zijn verontwaardiging verwerkt in uitgepuurde teksten en via stijlexperimenten. Het recente “De broers Geboers” is duidelijk meer als aanklacht bedoeld. De tekst is bruut realisme, de tekening die regisseur

Johan Dehollander ervan maakt, zwart-wit.

In een armtierige kamer, een uitvergrote schoendoos op haar kant, deelt de struise Marnix Geboers ( Wim Opbrouck) de lakens uit. Pas ontslagen uit de gevangenis en door zijn vrouw bedrogen, tiranniseert hij zijn homofiele broer Ivan ( Wim Willaert) en diens vriend de Rus Andreï ( Didier De Neck). Die was eigenlijk voor de moeder bestemd, die in de kliniek verblijft “om iets te laten wegsnijden”. Onverwachts duikt vader Noël ( Jakob Beks) op. Vele jaren geleden liet hij vrouw en zonen voor een ander in de steek en nu heeft hij hen blijkbaar weer nodig. Tot overmaat van ramp is een vrachtwagen hun huis binnengereden en logeren ze nu bij mémé

( An Miller).

Te veel verhevigde emoties en opgeklopte toestanden voor één stuk en voor een sluitende regie. Te veel verwijzingen naar bekende

soapseries, zonder dat deze echt geparodieerd worden. Te veel toegevingen aan allusies op actuele confrontaties, zoals de opkomst van extreem rechts of de vooroordelen tegenover homo’s en vreemdelingen. Uitvergroting en overacting als camouflage?

De oppervlakkige karikatuur is nooit ver weg. De ene botsing volgt op de andere, maar de hilariteit daaruit is vaak goedkoop. Alleen Wim Willaert en Didier De Neck zorgen soms voor wat tegenwicht. De bedrijven worden afgesloten met luide muziek en een pantomime of rondedans in tegenlicht, een toverlantaarneffect als stijlbreuk. Helemaal een breuk is de mémé, één en al verkrampt in spreken en bewegen, een vergezochte combinatie van toverkol en fee. In het veel te lange zesde bedrijf wordt het vervolg van de dramatische gebeurtenissen verteld en laat ze verstaan dat er niets nieuws is onder de zon. Ook dergelijke oplossingen en clichématige boodschappen zijn we niet gewoon in de samenwerking tussen Sierens en Dehollander.

Tot 30/5 in het Nieuwpoorttheater, Gent (09) 223.00.00. Reisvoorstellingen en in 1999 in Theater Zuidpool, Antwerpen.

Roger Arteel

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content