Het Copernicusplan voor de modernisering van de federale overheidsdiensten dreigt te leiden tot een juridische veldslag, want bij de uitgerangeerde topambtenaren lopen de frustraties hoog op.

Minister van Ambtenarenzaken Luc Van den Bossche (SP) laat zich niet tegenhouden door een zwaar ongeval en evenmin door andere vervelende of tijdrovende obstakels. ‘De Copernicushervorming gaat onverminderd voort’, meldde hij resoluut toen de achtste kamer van de Raad van State op 7 september een Koninklijk Besluit over de selectie, aanwerving en taken van de nieuwe managers van de federale overheid schorste. Het administratieve rechtscollege ging daarmee in op een klacht van Michel Jadot, sinds 1994 de secretaris-generaal van het ministerie van Arbeid en Tewerkstelling.

Het tussenarrest (er loopt nog een procedure ten gronde) trok meteen een flinke streep door de lopende aanwervingsprocedure voor een hele rist nieuwe topfunctionarissen. Twee benoemingen konden die juridische dans nog net ontspringen. Luc Coene, kabinetschef van premier Guy Verhofstadt (VLD), werd op 1 september voorzitter van het directiecomité van de administratie Kanselarij en Algemeen Diensten. Dezelfde dag ging topman Frank Robben van de Kruispuntbank van de Sociale Zekerheid ook aan de slag als voorzitter van de nieuwe federale overheidsdienst Informatie en Communicatietechnologie. Dat op 1 september de kabinetten en ministeries van Ambtenarenzaken en van Begroting niet zoals gepland op volle kracht het Copernicustijdperk ingingen, werd niet breed in de media uitgesmeerd.

Op de ministerraad van vorige week vrijdag legde Van den Bossche al een nieuw besluit voor aan de regering. Aan die tekst was tot op het allerlaatste moment geschaafd, want de Raad van State was niet mals geweest voor het aangevochten besluit van 2 mei. Maar de PS verzette zich tegen kleine aanpassingen van het besluit over de managementfuncties en wil liefst het hele plan overboord gooien.

De Raad van State erkende in ieder geval dat huidige topambtenaren een serieuze morele klap krijgen als ze in de hervormde administratie naast de hoogste posten grijpen. Een andere opmerking sloeg op het feit dat de topmanagers bevoegd zouden worden om ondergeschikten in dienst te nemen. Een onterechte delegatie van bevoegdheden, luidde het. Voorts wees de Raad op het risico van willekeur bij de managerskeuze door de regering. Ook anticipeerde Van den Bossche al te gemakkelijk op een nieuwe wettelijke regeling over de ‘functionele tweetaligheid’ van de nieuwe managers. Een aanpassing van de talenregeling heeft grondwettelijke repercussies en daarvoor moet een minister wachten op een beslissing van het parlement, zo vond de Raad van State.

Hoewel zijn ontwerp van het nieuwe besluit op al die opmerkingen een antwoord probeerde te geven, kreeg Van den Bossche na uren vergaderen geen fiat van de ministerraad. Deze week onderneemt hij een nieuwe poging, maar de praktijk van de intussen afgebroken selectie- en aanwervingsprocedures zal andermaal een twistpunt zijn. Terwijl de minister de voorbije zomer nog aan het ziekbed gekluisterd was, haalde hij in dat verband bijzonder scherp uit naar de Franstalige socialisten en hun vice-premier Laurette Onkelinx. ‘Zelfs een procedure met schoonheidsfouten is nog altijd objectiever dan een benoeming door het PS-partijbureau’, fulmineerde Van den Bossche.

NATTEVINGERWERK

Toen hij dan eind augustus ontslagen werd uit het ziekenhuis, kondigde Van den Bossche aan dat hij een en ander wel even zou rechtzetten met enkele ‘kleine correcties’, zoals het schrappen van kwetsende intelligentieproeven. De moeizame beslissing over een nieuw besluit om Copernicus op snelheid te houden, en het al maanden aanslepende gebakkelei met de PS en anderen over de selectie en werving van topmanagers, illustreren evenwel dat er meer aan de hand is.

Midden juli hadden zich niet minder dan 185 kandidaten gemeld voor het voorzitterschap van zeven federale overheidsdiensten, die in een eerste uitvoeringsfase van Copernicus dit jaar nog zouden worden opgericht. Naast de Kanselarij en de administratie van Informatie en Communicatietechnologie zijn dat Personeel en Organisatie, Budget en Beheerscontrole, Sociale Zaken, Volksgezondheid en Justitie. Dat die hoogste functie van voorzitter een bruto jaarwedde van ongeveer 7,5 miljoen frank oplevert, zal niet geheel vreemd geweest zijn aan het succes van de aanmeldingscampagne. Bijna vierhonderd kandidaten dachten een goede kans te maken voor andere managementfuncties, die toch ook nog met 4 miljoen frank bruto per jaar worden vergoed.

Ondertussen vallen die kandidaten echter bij bosjes af in de selectieprocedures. Het hete hangijzer is het zogeheten assessment om de managementvaardigheden van de kandidaten vast te stellen. Dat proceduregedeelte – het overheidsbureau Selor staat in voor de eerste stap in de selectie – is niet alleen in handen van bureaus uit de privé-sector. Het is ook beslissend.

Voor Michel Jadot, die van PS-strekking is, maar ontkent dat hij als een PS-pion tegen Van den Bossche tekeergaat, is dat de achilleshiel van het Copernicusverhaal. ‘Ik ben niet tegen een modern overheidsapparaat. Dat heb ik in de voorbije jaren op mijn eigen departement genoeg bewezen. Ik ben wel tegen de methode-Van den Bossche. Hij heeft van het begin af aan privé-firma’s en consultancybureaus ingeschakeld die niets van de werking van het openbaar ambt kennen of begrijpen. Bij het beruchte assessment loopt het helemaal de spuigaten uit. Om te weten hoe zo’n proef verloopt, heb ik in de voorbije jaren zelf tweemaal aan een assessment meegedaan, brievenbusopdrachten en rollenspelen incluis. De eerste keer was ik te autoritair en stond ik niet open voor medewerkers. De tweede keer had ik me beter voorbereid, maar toen concludeerden de psychologen van dienst dat ik de zaken te veel op hun beloop liet en geen gezag had. Dat is dus puur nattevingerwerk.’

GEBREK AAN CHARISMA

Jadot wordt in zijn oordeel gesteund door gezakte kandidaten. Bepaalde bureaus slagen er kennelijk niet eens in om onderlegde ’tegenspelers’ voor de kandidaten te laten opdraven, maar stellen vervolgens wel vragen bij hun gebrek aan charisma of bij een ander persoonlijkheidskenmerk.

De hakbijl valt overigens niet alleen voor mindere goden. Zo zijn ook administrateur-generaal Jo De Cock van het Riziv en topman Christian Decoster van het ministerie van Volksgezondheid al out voor een topfunctie in de nieuwe overheidsdiensten. Een droge, ambtelijke mededeling van een negatieve beslissing doet voor sommigen de deur dicht. Omdat in de huidige procedures geen beroep mogelijk is, richten zij zich nu tot de Raad van State.

Wat daarvan de gevolgen zullen zijn voor de Copernicushervorming is voorlopig moeilijk in te schatten. Het is evenmin duidelijk of afgewezen kandidaten nog een tweede kans krijgen indien de selectieprocedures aangepast worden. Maar dat dit alles een impact heeft op het klimaat bij de huidige top van de federale ambtenarij is zonneklaar. Daar denken velen inmiddels zelfs met enige spijt terug aan de vorige minister van Ambtenarenzaken, PS’er André Flahaut. Die wilde naar hun zeggen de hervorming van de administratie ‘veel zachter en stap voor stap’ aanpakken. ‘We hadden toen beter meegewerkt.’

Jadot: ‘Van den Bossche heeft vanaf het begin de huidige leidinggevende ambtenaren geschoffeerd. Persoonlijk kreeg ik te horen dat hij niet twijfelde aan mijn capaciteiten, maar dat mijn leeftijd – ik ben 61 – een probleem was. Mijn kritiek en mijn klacht bij de Raad van State hebben ook niets te maken met de persoon van Luc Coene of Frank Robben. Dat zijn ongetwijfeld knappe mensen. Maar als de allereerste benoeming van een topmanager gaat over de kabinetschef van de premier, dan kan je moeilijk over een goed voorbeeld van modernisering spreken. En als alle belangrijke kabinetsleden vervolgens opschuiven naar beleidsvoorbereidende cellen wordt de verwarring tussen politiek en ambtenarij compleet. Dan komen we al snel uit bij een politieke kolonisering van het openbaar ambt.’

Han Renard Patrick Martens

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content