Net als vóór de Golfoorlog van 1991 wordt ook vandaag nog tot het laatste moment gezocht naar vreedzame oplossingen voor Bagdad. Maar George W. Bush laat niet af. Zowel voor de Amerikaanse president als voor de VN-Veiligheidsraad worden het beslissende weken.

Erg overtuigend was het rapport van Hans Blix vorige vrijdag voor de Veiligheidsraad op het eerste gezicht niet. Diplomatisch was het des te meer. De hele wereld wachtte vol spanning af of het verslag nu voer zou zijn voor de voor- dan wel de tegenstanders van een militaire aanval tegen Irak. Maar het rapport liet kennelijk alle mogelijkheden open.

De inspecteurs hadden géén bewijzen gevonden dat Irak massavernietigingswapens bezit, maar dat betekent niet dat ze niet bestaan, betoogde het hoofd van de UNMOVIC-wapeninspecteurs. Als ze bestaan, moeten ze vernietigd worden. Bestaan ze niet meer, dan zal Irak dat moeten bewijzen. Maar om daar een duidelijk zicht op te krijgen, suggereerde hij, zouden de inspecteurs moeten kunnen verder zoeken. Irak leek trouwens meer dan voorheen bereid tot samenwerking, oordeelde hij.

Méér tijd voor de inspecteurs, dat was dus de impliciete boodschap van Blix aan de Veiligheidsraad. Frankrijk, Rusland, China en Duitsland spraken zich vrijwel meteen uit voor intensievere wapeninspecties. Tot ieders verbazing vroeg zowaar ook de Britse premier Tony Blair op het lentecongres van zijn partij in Glasgow meer tijd voor de inspecteurs. Het was met enige tegenzin, maar ook de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken Colin Powell zou in eerste instantie kennelijk instemmen met een verlenging van het mandaat. Maar, geen nood: die gematigde houding werd ruimschoots gecompenseerd door grove aantijgingen van George Bush aan het adres van de Veiligheidsraad, die in zijn bewoordingen ontaard is in ‘een praatclubje’.

Toch is het die Veiligheidsraad die als enige een oorlog tegen Irak kan legitimeren. Het ligt niet meteen in de aard van president Bush zich door externe instellingen of andere landen te laten dicteren. Amerika weigerde zelfs al meermaals internationale verdragen te ondertekenen. Maar als Amerika de wereldorde wil respecteren, is het van het grootste belang dat een oorlog tegen Irak wordt gesteund door de VN. Als Bush daarentegen elke vorm van internationaal recht overboord gooit en gesteund door slechts enkele bondgenoten ten strijde trekt, creëert hij een gevaarlijk precedent. Van dan af kan ook elke andere staat willekeurig tot een oorlog overgaan.

Voor Bush worden het dus bange dagen. Onderwerpt hij zich aan de macht van een internationale instelling? Of speelt hij cavalier seul? Volgens The Washington Post wil hij nog even in het gareel van de Verenigde Naties lopen. Een dezer dagen zou Bush namelijk een nieuw ontwerp van resolutie aan de Veiligheidsraad voorleggen. Daarin zouden verregaande ontwapeningseisen aan Irak worden geformuleerd. Meer details waren bij het ter perse gaan nog niet bekend. Wat de leden van de Veiligheidsraad voorgeschoteld zullen krijgen en hoe snel ze dat zullen goed- of afkeuren, valt dus af te wachten.

Maar Bush zou ook al eerder kunnen toeslaan. Een eerste conflict zou al kunnen ontstaan rond de Samud-2-raketten die de VN-wapeninspecteurs hebben ontdekt. Die raketten hebben een grotere reikwijdte dan toegestaan door de VN. Volgens Der Spiegel zou Blix Saddam dan ook vragen de 380 raketten zo snel mogelijk te vernietigen. Dat zou het Iraakse leger een zware slag toebrengen. Maar de vernietiging weigeren, zou nog zwaardere gevolgen hebben. Dat zou de VS een hard argument aanreiken om de oorlog te ontketenen.

CASUS BELLI

Dat Saddam Hoessein (zo snel mogelijk) van de macht verdreven moet worden, staat voor president Bush al lang vast. Reeds in de lente van vorig jaar verklaarde hij dat hij de Iraakse president weg wilde. Irak behoorde tot ‘de as van het kwaad’ en voor Amerika was dat een voldoende grond om een preventieve oorlog tegen het land in te zetten. George W. Bush stelde een ultimatum: Irak kreeg de kans om meteen alle VN-resoluties uit te voeren die het sinds 1991 naast zich had neergelegd. Zo niet zou Amerika tot de aanval overgaan. Saddam deed een toegeving: de VN-wapen-inspecteurs waren opnieuw welkom in Irak. Daarop stemden de VS ermee in met de Verenigde Naties samen te werken, op één voorwaarde: dat ze zelf een resolutie konden opstellen.

Resolutie 1441 werd een resolutie van de laatste kans. Ze moet een oorlog verantwoorden die in principe niemand wil. Frankrijk en Rusland verwierpen een eerste versie van de resolutie, maar uiteindelijk werd de definitieve tekst door alle vijftien leden van de Veiligheidsraad goedgekeurd, ook door Syrië dat vreest anders als een schurkenstaat gebrandmerkt te worden.

Voor Saddam wordt het een bijzonder dwingende resolutie, die hem nauwelijks nog enige manoeuvreerruimte laat. Hij moet een lijst opmaken van de wapens die hij bezit. Als die onvolledig is en de inspecteurs vinden ze toch, dan hangt hij. Als hij toegeeft dat hij verboden wapens bezit, hangt hij ook. En tegelijk mag hij de inspecteurs niet tegenwerken. Anders riskeert hij de oorlog waar hij op het nippertje aan was ontsnapt.

De oorlog. Waarom moest die er ook alweer komen? Volgens sommigen was het de vrees na de aanslagen van elf september dat terreurnetwerken als al-Qaeda in het bezit zouden komen van chemische en biologische wapens. Maar tot nu toe heeft nog niemand echt bewezen dat er banden zijn tussen al-Qaeda en het regime in Bagdad. ‘ He tried to kill my daddy‘, was nog een andere dieperliggende reden van zoon George W. Bush. En er zijn de oliebelangen.

Die spelen ongetwijfeld mee in de houding van de leden van de Veiligheidsraad. China, Frankrijk en Rusland, drie van de vijf permanente leden, hebben een vetorecht en kunnen in principe beletten dat er een oorlog komt. Landen die contracten hebben met het regime van Saddam Hoessein, zien hem trouwens wellicht liever aanblijven. Vandaar dat Rusland koud en warm blaast. Niet alleen Saddam maakte afspraken met president Vladimir Poetin, ook Amerika wilde in de gunst komen van de Russen. Die zouden de Amerikanen immers een deel van de olie kunnen leveren die vandaag afkomstig is uit de Golf.

Ook vredesduif Jacques Chirac – een late roeping van de Franse president – probeert van twee walletjes te eten. Nu nog werpt hij zich op als een overtuigd tegenstander van een oorlog: zo komen zijn contracten met Saddam zeker niet in het gedrang. Maar van de VS zou hij de garantie gekregen hebben dat de Franse belangen in Irak geen gevaar lopen, ook niet als de Amerikanen na een oorlog de macht zouden uitoefenen in de regio.

Ten slotte kampt ook China met bot-sende belangen. Enerzijds heeft het de Golf nodig om de stijgende oliebehoefte in eigen land te bevredigen. Anderzijds wil het zijn verbeterde relaties met Amerika niet op het spel zetten.

OLIE-VOOR-VOEDSEL

De olievelden in Irak zijn uitgestrekt. Ze bevatten olie van het lichtere soort dat minder raffinage vergt dan de andere oliesoorten. De ontginning is dus goedkoop. Wie zou er geen belangen willen in een land dat wellicht zelfs twee keer zoveel olievoorraden bezit dan totnogtoe bekend is?

Het afgelopen decennium is er in Irak trouwens niet verder naar olie gezocht. Het olie-voor-voedselprogramma beperkt de olie-export tot maximaal 2 miljard dollar per halfjaar. In ruil daarvoor mag Irak bepaalde producten zoals medicijnen en voedsel invoeren. Voor de oliekraan weer helemaal open kan, moeten eerst de sancties worden opgeheven. En daar zou niet iedereen mee opgezet zijn. De smokkelhandel in medicijnen en in allerhande consumptiegoederen draait op volle toeren. En op de zwarte markt wordt zonder scrupules olie verhandeld. Turkije hangt af van de Iraakse leveringen voor zijn diesel. En het is bekend dat ook de Verenigde Staten via verschillende tussenstations olie van de zwarte markt uit Irak invoerden.

‘Saddam werkt niet mee’, zei Bush na het eerste verslag van de inspecteurs van eind januari. Hij leverde onvoldoende bewijzen dat de chemische en biologische wapens effectief vernietigd zijn. En zijn 12.000 pagina’s tellende wapeninventaris die verheldering moest brengen, leverde meer vragen op dan antwoorden. Meer tijd om de inspecties uit te voeren: ook toen was dat het antwoord van Hans Blix.

Maar tijd voor inspecties betekent ook tijd voor diplomatiek overleg. En voor gerommel in Europa. Acht Europese landen betuigden hun steun aan de VS in de ‘Blair-Berlusconi-Aznarbrief’. Duitsland, Frankrijk en België werd niet om hun mening gevraagd.

Dit rebelse trio weigerde binnen de NAVO ook nog steun aan Turkije als signaal dat het nog niet had ingestemd met een oorlog. Voor de Amerikanen voldoende reden om naast de ‘as van het kwaad’ voortaan ook van een ‘as van de wezels’ te gewagen.

Die drie Europese ‘bondgenoten’ raakten er maar niet van overtuigd dat een oorlog tegen Irak noodzakelijk is. En daarom, ook voor de publieke opinie en de andere weifelaars, werd Colin Powell met ‘harde bewijzen’ naar de Veiligheidsraad gestuurd. In 76 minuten, met beeldmateriaal en geluidsopnames, toonde hij aan dat Saddam Hoessein de inspecteurs misleidt. En trachtte hij de link met al-Qaeda te bewijzen.

Veel VN-leden kreeg hij er niet mee over de streep. Verschillende landen blijven hopen op een vreedzame oplossing. Elk doet dat op zijn manier. Duits minister van Buitenlandse Zaken Joschka Fischer, sinds februari voorzitter van de Veiligheidsraad, ging op bezoek bij de paus. En de paus zelf stuurde een gezant naar Irak in een ultieme poging om Saddam Hoessein op betere gedachten te brengen.

Frankrijk en Duitsland lanceerden een vredesvoorstel waarbij VN-blauwhelmen naar Irak zouden worden uitgestuurd, om de wapeninspecteurs te steunen. Het herinnert aan het initiatief van ex-kanselier Willy Brandt (SPD). Die legde in november 1990 een vergelijkbaar plan voor, dat Saddam evenwel achteloos van tafel zou vegen. Vandaag waren het de VS die de voet hard op de rem zetten. Ze waren furieus toen ze vernamen wat de rebellen van het ‘oude Europa’ nu weer in hun schild voerden. Bovendien bleek het geheime Frans-Duitse plan zó geheim dat niet alle partijen ervan op de hoogte waren. Zelfs Joschka Fischer kende de details niet.

In Engeland blijft premier Blair inmiddels maar de oorlog verdedigen. Zelfs zonder de steun van zijn bevolking. Massabetogingen bewijzen dat de bevolking nog gelooft in vrede. Maar Blair maakt het niets uit, ook al behoren betogingen zoals die in Londen tot de grootste die er ooit in Engeland zijn gehouden. ‘Als er 500.000 mensen op straat komen,’ aldus Blair ‘is dat nog altijd minder dan het aantal doden waarvoor Saddam verantwoordelijk is. Als het er één miljoen zijn, vertegenwoordigen ze nog altijd niet het aantal slachtoffers van de oorlogen die hij ontketend heeft.’ Betogingen zullen daar alvast het tij niet meer kunnen doen keren.

Ingrid Van Daele

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content