Tussen Noord- en Zuid-Korea is de tempera- tuur gedaald tot tegen het vriespunt. Treedt er nu dooi op, of blijft het bij ijsvorming ?

De hereniging van Korea is onze nationale obsessie,? zei de vice-minister van Buitenlandse Zaken op een toon die verried dat hij buitenlands onbegrip voor die obsessie wel gewend was. Dat wil zeggen, Zuid-Koreanen verlangen naar de hereniging van Noord- en Zuid-Korea, officieel en officieus, met heel hun hart en met al hun krachten maar hun verstand is minder enthousiast. Dat doet hen hopen dat de begeerde hereniging niet voor volgende maand zal zijn en, als het even kan, ook niet voor volgend jaar. Optimisten denken aan een volgende generatie misschien, als binnen een twintigtal jaren wellicht de voorwaarden gunstig geëvolueerd zullen zijn. En zelfs dàn zijn er experten die hun twijfels hebben. Er wordt in Seoel, dat maar een goed uur rijden van Panmunjom ligt, het traditionele raakpunt tussen Noord en Zuid, graag vergeleken met de hereniging van Duitsland. En wel als een afschrikwekkend voorbeeld, dat men hier onder geen beding wenst na te volgen.

Het beeld zelf is er een van een nachtmerrie. Als de voedselschaarste volgens sommigen een hongersnood die de afgelopen maanden het geïsoleerde Noord-Korea getroffen heeft, zou aanhouden tot er een breekpunt bereikt werd, zodat het noordelijke regime in elkaar zou storten zoals in 1989 de DDR in elkaar stuikte toen de Muur van Berlijn open ging, dan kan men een gigantische en verschrikkelijke uittocht van Noord-Koreanen verwachten naar China en naar Zuid-Korea. Echte ?bootvluchtelingen? zouden er niet zoveel opduiken, zeggen kenners nu, omdat er maar heel weinig schepen beschikbaar zijn in Noord-Korea. Nu al komen sporadisch vluchtelingen over, en zowel de Chinese Volksrepubliek, die achter haar grens een vluchtelingenkamp in gereedheid brengt, als Zuid-Korea dat bezuiden Seoel het zijne al heeft, bereiden zich voor op ernstige aantallen bezoekers.

De vergelijking met Duitsland en de DDR is dan niet oninteressant. Zuid-Korea heeft 44,5 miljoen inwoners, het Noorden heeft er 23 miljoen. Dat impliceert dat Zuid-Korea twee mensen heeft per Noord-Koreaan, om de rekening van een instorting van Pyongyang te betalen. De Duitse Bondsrepubliek had er vier voor elke Oost-Duitser. Daarbij was de DDR veel rijker dan Noord-Korea nu is en de Bondsrepubliek was ook Zuid-Korea niet. Volgens betrouwbare cijfers zou er om de economie van het Noorden gelijk te trekken met die van het Zuiden, 1,2 triljoen dollar nodig zijn, vier keer het bruto nationaal product van Zuid-Korea. Men begrijpt dat die daar, ondanks alle liefde voor hun noordelijke broeders (veel Zuid-Koreanen hebben familie in het Noorden wonen), niet echt op zitten te vlassen.

Daarbij is het, ondanks de angst en de tekens, helemaal niet zeker dat het regime van Pyongyang binnenkort door de knieën gaat. Dat de voedselschaarste reëel is, bewijzen foto’s van Noord-Koreanen, genomen van achter de Chinese grens. Dat dat voldoende zou zijn om in het laatste echt stalinistische land van de wereld een volksopstand tegen het regime te ontketenen, staat echter verre van vast. Voedselhulp uit Zuid-Korea, in de vorm van een Zuid-Koreaans schip geladen met rijst, die in een moment van zwakheid aanvaard werd, ontaardde bij aankomst in een wansmakelijke rel. Het schip werd aan de ketting gelegd, de bemanning opgesloten wegens zogenaamde spionage.

HARD OF PRAGMATISCH ?

Noord-Korea, dat sinds de dood van Kim Il Sung in naam geleid wordt door diens zoon Kim Jong Il, is in feite tamelijk besluiteloos. Waarnemers hebben het over een machtsstrijd tussen redelijk pragmatische bureaucraten die het ministerie van Buitenlandse Zaken controleren, en stalinisten van de harde lijn die de partijtop en het ministerie van Defensie bevolken en die tegen elke verzachting van het regime zijn, naar binnen of naar buiten, en ook tegen het soort onderhandelingen dat hen wordt aangeboden. Zij beschouwen Zuid-Korea niet als een onafhankelijke staat, maar als een marionet of een provincie van de Verenigde Staten. Consequent in hun starheid willen ze dan ook alleen maar praten met de VS. Terwijl Washington onderhandelingen met vier partijen voorstelt, waaraan Noord- en Zuid-Korea, China en de VS zouden deelnemen. Rond die voorstellen is het, in het afgelopen jaar of wat, afwisselend vriezen en dooien geweest, tot een paar maanden geleden een doorbraak op komst leek.

De vijftiende augustus, officiële feestdag in Zuid-Korea, achtte de Zuid-Koreaanse president Kim Young Sam de tijd rijp om een plan bekend te maken voor steun aan Noord-Korea. Wat er vervolgens gebeurde, was dat een Noord-Koreaanse onderzeeër een landingspoging op de Zuidelijke kust ondernam en vastliep. Een twintigtal mannen gingen van boord de meesten van hen werden niet veel later dood teruggevonden als na een collectieve zelfmoord. Een paar anderen werden gepakt, een laatste wist nog weken later het hele Zuid-Koreaanse veiligheidssysteem op de been te houden in opperste paraatheid. Eén man.

Daarna was het aan de president om kwaad te zijn, en was het uit met de vriendelijkheid. Zolang Pyongyang niet officieel zijn excuses had aangeboden, zou er niet meer met hen gepraat worden, liet Kim Young Sam weten. Niet over noodhulp, en niet over onderhandelingen. Als we aannemen dat die duikboot door het ministerie van Defensie gestuurd was, dan was hun plan geslaagd, zelfs met alle would-be spionnen en saboteurs uitgeschakeld : de onderhandelingen waren hiermee goed en wel stopgezet.

Dus was het de beurt aan Washington om op te treden. Amerikanen hadden al eerder bemiddelaar gespeeld, met name in de persoon van president Jimmy Carter tijdens de vorige crisis over de Noord-Koreaanse nucleaire plannen. Om kort te gaan, na weken onderhandelen tussen Mark Minton van het State Department en de Noord-Koreaan Li Hyong Cho van Buitenlandse Zaken kwamen er formele excuses uit Pyongyang, en een vast voornemen dat zoiets niet meer zou gebeuren. In ruil daarvoor bleken de VS bereid om hun embargo’s tegen het Noorden op te heffen, en mee te helpen aan voorzieningen in voedselhulp, ook al waren ze zelf niet van zins daar graan te gaan leveren. Meteen lijken ook de onderhandelingen met vier weer tot de reële mogelijkheden te gaan behoren.

BIJ STILSTAANDE WAPENS

Het lijkt wel een schimmenspel. Men speelt Koude Oorlog met échte doden en met échte wapens. Men doet geen stap zonder het meest theatrale effect berekend te hebben. Men uit geen woord zonder dat het op de achterste rijen gehoord kan worden. Dat Koude-Oorlogsspel wordt op zijn toppunt gedreven bij Panmunjom, waar de twee kampen elkaar ontmoeten en wapenstilstand spelen. Want tussen de twee heerst geen staat van vrede, maar een sinds 1953 in stand gehouden wapenstilstand. Bij Panmunjom, in een ?gedemilitariseerde zone?, hebben beiden hun kazernes : de Verenigde Naties die indertijd onder Amerikaanse leiding de oorlog voerden, de Zuid-Koreanen en aan de andere kant de Noord-Koreanen.

Panmunjom ligt aan de Koreaanse oostkust, dertig kilometer van Seoel. Een rond observatorium, dreigend voorbeeld van moderne militaire architectuur, beheerst de omgeving, die in alle richtingen omheind is door goed onderhouden prikkeldraad. De wachthokjes zijn bemand, de soldaten zijn gewapend, de borstweringen van zandzakjes zijn geverfd, alles loopt daar puik en kan nog honderd jaar mee. Bezoekers worden rondgeleid, krijgen een uitleg met diapositieven, worden verzocht niet met Noord-Koreanen te praten als ze die zouden tegenkomen. Soms lijkt het spel op een echte oorlog, waarin de propaganda van vijftien jaar geleden moet blijven voortspuien tot hij op is en een nieuw vat kan aangestoken worden. (Hier staat de hoogste vlaggenmast ter wereld : 160 meter hoog, met een Noord-Koreaanse vlag eraan die 300 kilo weegt en dus alleen wappert als er écht veel wind staat. Die mast werd opgericht nadat de andere kant de hoogste had neergezet : honderd meter, met Zuid-Koreaanse vlag eraan van 150 kilo. Het wekt hilariteit op bij burger-bezoekers, maar het is niet geestig bedoeld.

Dat oude schimmenspel heeft immers, zolang de wapenstilstand duurt (al 44 jaar), ook de Zuid-Koreaanse politiek beheerst. Het ligt aan de basis van de militaire dictaturen (en aan de Amerikaanse steun voor die dictaturen), het heeft zowel in het Zuiden als in het Noorden de Koreaanse mentaliteiten gevormd in koppigheid, confrontatie en paranoia. In een rechtlijnigheid ook die bij uitstek geschikt was om door cynici geëxploiteerd te worden. Vandaar dat vakbonden in Korea, meer nog dan in andere confucianistische landen, beknot zijn in hun rechten. Al te gemakkelijk worden zij van communistische agitatie beschuldigd, en dan wijst men onmiddellijk naar het Noorden. Communistische vakbondsleiders die vanuit het Noorden geïnfiltreerd zijn daar kunnen de heren van de chaebols toch niet aan toegeven ?

Vandaar dat studentenmanifestaties zo gemakkelijk gewelddadig worden : voor het minste of geringste worden studentenleiders ervan beschuldigd communistische propaganda te verspreiden en voor de Noord-Koreanen te werken. Vorig jaar moesten alle ruiten van de letteren-faculteit van Yonsei-universiteit in Seoel eraan geloven. Daarom vindt de regering dat zij het recht heeft om autoritair op te treden ?voor het goed van het land?, en een sociale beweging, als die te dreigend wordt, neer te slaan.

Het huidige conflict over de nieuwe arbeidswetgeving, die enerzijds gemakkelijker ontslagen van werknemers voorziet, en anderzijds hun syndicale rechten wil besnoeien, is het kind van dit conflict. Wie tegen de regering ageert, werkt in deze logica voor die àndere regering. Dus stuurt men de politie, en laat men de leidende figuren arresteren. Leidende figuren die zeggen : binnen zeven dagen leggen wij met een algemene staking het land plat. Moeilijk te aanvaarden is dat, voor een president die tot nog toe maar twéé kampen zag in Zuid-Korea : dat van de politici en dat van de captains of industry. En nu zou er ineens een derde kamp zijn, dat van de vakbonden ?

Sus van Elzen

Bij Panmunjom loopt nu de gevoeligste grens van de wereld.

VN-Soldaten uit veel landen komen Koude Oorlog snuiven in Panmunjom.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content