Twee Franse miljardairs vechten om het Italiaanse Gucci. Waar blijft de derde hond?

Er wordt fel gestreden om het Italiaanse lederwaren- en modehuis Gucci, dat nota bene zijn wettelijke zetel, om fiscale redenen, in Amsterdam heeft. De krijgers zijn twee beroemde Franse multimiljardairs. In hun portefeuilles steekt veel van wat in Frankrijk naam en faam heeft. Gezworen vijanden. De frontbeschrijving klinkt een beetje moeilijk, maar de herkenningsfactor is groot.

François Pinault van de groep Pinault-Printemps-La Redoute (PPR) kan zich, na L’Oréal-erfgename Liliane Bettencourt, de rijkste Franse onderdaan noemen. Het rijk van deze man van bescheiden afkomst, die op zestienjarige leeftijd de school verliet en intussen tot vriend van president Jacques Chirac is gepromoveerd, strekt zich uit over Le Printemps en Conforama en de populaire boeken-, muziek- en fotoketen Fnac. De reus van de massadistributie mag ook gaarne in luxe handelen, met onder meer het Britse veilinghuis Christie’s, het onvolprezen wijnhuis Château-Latour en het exclusieve skioord Vail in de Amerikaanse staat Colorado. Met Bouygues doet hij ook nog een en ander in de bouw. Pinault beschrijft zichzelf als een fervent verdediger van de Franse traditie van het familiekapitalisme.

De tegenpartij heet Bernard Arnault, de absolute luxekoning met zijn Louis Vuitton Moët Hennessy (LVMH). Naast de luxegoederen en de dranken boert LVMH in de mode en cosmetica met toppers als Christian Dior, Givenchy, Céline en Guerlain. De taksvrije internationale winkelketen DFS rondt het imperium af. Ten gevolge van de Aziëcrisis heeft Arnault een zwak jaar achter de rug: de nettowinst halveerde tot elf miljard frank.

Beide heren leveren dus slag om de luxe-Italiaan Gucci. François Pinault (PPR) ziet in Gucci de logische stap in de opbouw van zijn groep. De distributiereus versterkt er zijn eigen luxehuis mee. Dat komt de Italiaanse kledingzaak goed uit. Gucci moet zich hard weren om zijn eigenheid te verdedigen tegen zijn rivaal LVMH van Bernard Arnault, die hem zonder veel complimenten poogt in te palmen.

De Italiaan in Amsterdam is niet alleen prestigieus, maar ook winstgevend. Afgelopen jaar steeg de omzet met 9,6 procent tot 35 miljard frank; de nettowinst klom met elf procent omhoog. Dat is vooral te danken aan de gestegen verkopen in Zuid-Korea en in Japan, waar acht nieuwe winkels opengingen. Waaruit tegelijkertijd blijkt dat de nieuwe armoede in Korea ten gevolge van de Aziëcrisis ongelijk is verdeeld en de economische recessie van Japan niet iedereen even hard treft.

FRANÇOIS PINAULT ALS WITTE RIDDER

Tot enkele weken geleden leek de strijd om Gucci beslecht. Min of meer stiekem had Arnault (LVMH) 34 procent van de groep gekocht. Vervolgens verborg hij niet langer zijn ambitie om een meerderheidsbelang te veroveren, en zwaaide hij zelfs met een openbaar overnamebod. Dat het Italiaanse huis prompt als vijandig bestempelde.

Arnault zit weliswaar met een pak geld in Gucci, maar in de raad van bestuur bezetten zijn mannetjes maar een bescheiden plaatsje. Zodat de groep hem de controle uit handen kon slaan met een kapitaalverhoging. Welke witte ridder bood dat geld? François Pinault (PPR) natuurlijk. Hij kwam met 106 miljard frank over de brug en was daarmee meteen, met 40 procent van de aandelen, de controlerende aandeelhouder. Door de kapitaalverhoging verwaterde het belang van zijn rivaal Arnault tot 20 procent, minder dan een blokkeringsminderheid.

De directie van Gucci bakte zoete broodjes met zijn nieuwe aandeelhouder. Pinault beloofde immers Sanofi Beauté bij Gucci onder te brengen. Een geweldige aanwinst, met sterke merken als Yves Saint Laurent en de parfums Oscar de la Renta, Van Cleef & Arpels en het nieuwe Krizia Profumi en Fendi Profumi. Op die manier groeit Gucci tot een geduchte concurrent van LVMH. Het bleek geen loze belofte: Pinault telde 36 miljard frank neer voor die cosmeticatak van het Franse farma- en cosmeticabedrijf Sanofi. En kaapte de boel weg voor de neus van Bernard Arnault, ook kandidaat-koper.

De luxekoning verloor op een paar weken tijd twee keer van zijn tegenstander. Dat is die man niet gewoon. Dus bracht Arnault de zaak-Gucci nogmaals voor de rechtbank in Amsterdam, dit keer in beroep. De rechter annuleerde de door Pinault betaalde kapitaalverhoging niet, maar beval Gucci het openbaar overnamebod van Arnault te overwegen. Net als de aanbiedingen van eventueel andere kopers. Want ook in Parijs blijft het gevecht om een been kennelijk niet beperkt tot twee honden.

G.D.

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content