Met het gerechtelijk akkoord van de Amerikaanse zakenbank Lehman gaat de kredietcrisis een nieuwe fase in. Europa krijgt meer dan zijn deel van de miserie.

De kredietcrisis is nog lang niet ten einde en de gevolgen zullen nog heel lang voelbaar blijven. Ook bij ons. Sinds de kredietcrisis midden vorig jaar in de VS uitbrak moesten de banken wereldwijd al meer dan 500 miljard dollar aan waardeverminderingen slikken. Zowat alle banken zijn erbij betrokken, ook de grote, klinkende namen. De Belgische grootbanken moesten samen al 3,8 miljard minder nettowinst noteren als gevolg vande Amerikaanse kredietcrisis.

En het is alle hens aan dek om de kredietcrisis in te dijken. De vierde grootste zakenbank, Lehman Brothers, moest maandag schuil zoeken bij Chapter 11, een soort gerechtelijk akkoord waardoor ze beschermd wordt tegen schuldeisers. Eigenlijk koopt Lehman zo tijd om een oplossing voor zijn problemen uit te dokteren. Er zou geen overheidsgeld aan te pas komen om Lehman te redden, zo zweert de Amerikaanse minister van Financiën. Een van de mogelijkheden is dat de gezonde activa en de ‘slechte’ activa gesplitst worden. Die ‘slechte’ activa zouden dan ondergebracht worden in een aparte vennootschap, waarvoor de grootste Amerikaanse banken het nodige kapitaal zouden aanbrengen. Ongetwijfeld zal de Amerikaanse overheid hierbij nog een rol spelen, bijvoorbeeld inhet bieden van garanties.

Een week eerder redde de Amerikaanse regering al de grootste twee hypotheekverstrekkers, Freddie Mac en Fannie Mae, van een faillissement door ze te nationaliseren: de overheid nam niet alleen de schulden over van de twee hypotheekreuzen, maar pompt er ook tot 100 miljard dollar vers geld in, zodat ze financieel weer tegen een stootje kunnen. De reusachtige problemen van de twee financiële instellingen worden dus over 300 miljoen Amerikanen uitgesmeerd. Door de operatie heeft de Amerikaanse overheid indirect er 5000 miljard dollar schuld bij gekregen. Hoeveel geld dat de Amerikaanse belastingbetaler uiteindelijk zal kosten is niet duidelijk; de schattingen lopen uiteen van 25 miljard tot 100 miljard dollar.

Niet dat de Amerikaanse overheid veel keuze had: als Freddie Mac en Fannie Mae op de fles waren gegaan, dreigde het hele financiële systeem te kapseizen, en ze zouden heel wat anderen in hun val meegesleurd hebben. Ook voor Belgische financiële instellingen is de redding van Freddie en Fannie van groot belang, want de vier Belgische grootbanken zouden voor bijna 6 miljard dollar hebben belegd in beide kredietinstellingen.

De VS hebben de kredietcrisis en haar gevolgen niet alleen uitgesmeerd over alle Amerikaanse belastingbetalers, ze zijn er ook in geslaagd een aanzienlijk deel af te wentelen op Europa. Iedereen verwachtte dat de Amerikaanse economie als gevolg van de kredietcrisis in een recessie zou terechtkomen, maar dat blijkt tot nu toe al bij al mee te vallen. Vooral omdat de VS erin slaagden om, dankzij hun zwakke dollar, veel meer uit te voeren en minder in te voeren. Dat deed Europese bedrijven pijn. Daarbovenop komen de gevolgen van de Amerikaanse kredietcrisis bij ons, want ook in Europa is het vertrouwen in en tussen de banken weggeëbd. Op de beurs kleuren de aandelen steeds roder. Banken verschaffen niet meer zo vlug krediet. Bedrijven investeren minder en gaan over tot herstructureringen. De consument hoort en ziet dat allemaal en houdt de vinger op de knip. Het zorgt allemaal voor groeivertraging en zelfs inkrimping.

Een Europese recessie dreigt.Met dank aan de VS.

door Ewald Pironet

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content