Voor Stefaan De Clerck zit de studieronde als nieuwe CVP-voorzitter erop. Het wordt tijd om erin te vliegen. De paarse coalitie deugt niet, maar krijgt desondanks nog altijd krediet. Te veel, vindt De Clerck. Een gesprek.

Stefaan De Clerck komt uit Kortrijk, een stad waar de CVP nog altijd 35 procent van de stemmen binnenrijft. In dat deel van het land gaan de christen-democraten nog niet gebukt onder faalangst. Kan het dan verwonderen dat een man die de kracht van gisteren nog uitstraalt, de CVP een kuur in herwonnen zelfvertrouwen moest geven na de mokerslag van 13 juni?

Stefaan De Clerck: Ineens was er bij onze mensen dat vreemde gevoel er niet meer bij te zijn, dat ze niet langer een beroep kunnen doen op iemand van een kabinet. Ik zeg niet dat de CVP-kabinetten dienstbetoonmachines waren voor lokale besturen – we zijn dat minder geweest dan werd gedacht – maar toch was de eerste reactie zeer pragmatisch: “Oei, wat nu zonder onze CVP-ministers?” Maar dat is voorbij. We zullen van de nood een deugd maken en onze sabbatical leave goed gebruiken. Trouwens, de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2000 staan voor de deur. We moeten allemaal lokaal mobiliseren en hebben geen tijd voor existentiële vragen. Dat is mijn voordeel.

In de week na 13 juni maakte Marc Van Peel een scherpe analyse van de eigen partij. Volgens hem zou men vlug zien wie de echte CVP’ers zijn, wie de opportunisten.

De Clerck: Natuurlijk zaten er opportunisten in het zog van de CVP. Wij bezaten macht, en macht dient om te beslissen. Daar zijn dus belangen mee gemoeid, en dat trekt aan. Maar de analyse dat belangenverdediging het cement is van de CVP, en dat wij in de oppositie dus snel uit elkaar zouden vallen, klopt niet. Vlugger dan ik kon vermoeden, raakte de CVP op dreef, net omdat we ons nu op een zuivere manier met visie kunnen bezighouden. Zo’n inhoudelijke benadering verloopt gemakkelijker en vlugger dan een zogezegd pragmatische afweging van belangen. Het was een aangename verrassing dat de CVP telkens à jour kon reageren op de problemen die zich aandienden: het snelrecht, het communautaire debat, de asielpolitiek.

Onze oppositiekuur zorgt trouwens voor een betere relatie met de organisaties die rond ons staan. Want ook de vakbond of het ziekenfonds beseffen nu dat ze het onderscheid moeten maken tussen hun relatie met de CVP en hun belangenverdediging. Zo vinden we elkaar beter – zuiverder – dan ooit.

Bij Agalev en de SP leeft nochtans de idee dat ze zich nu kunnen aandienen bij het ACW.

De Clerck: Ik vrees hen niet. Ik heb de verantwoordelijken van die organisaties allemaal ontmoet. In het verleden heeft de CVP gemeend van hen afstand te moeten nemen. Dat was fout. Een goede onderlinge relatie is in ons belang, en ook in dat van hen.

Maar voor niemand is de relatie nog exclusief. Ik heb hen gezegd dat ik er geen probleem mee heb dat ze rechtstreeks naar ministers en ambtenaren stappen om voor hun boeren of hun arbeiders op te komen. (een beetje sarcastisch) Ze zullen dan wel merken of ze er nu inderdaad op vooruit gaan.

Er zit u iets niet lekker, voorzitter?

De Clerck: Wel ja, soms vraag ik me af of de Boerenbond nu zo veranderd is, of is het beleid dan toch goed? Ik versta dat wel, Vera Dua is een goede minister. Maar ik merk wel dat de staat van genade van deze regering langer duurt dan verwacht of gehoopt, langer ook dan ik redelijk kan aannemen. Men wacht blijkbaar nog af. Vergeleken met wat wij te verduren kregen, ook van onze eigen achterban – denk aan de Witte Woede -, hoor ik nu heel weinig. Ik hoop dat ze de nieuwe regering niet sparen.

Verhofstadt heeft onmiskenbaar een aantal externe factoren mee. Het gaat economisch beter, er kan meer geld uitgegeven worden, met Mathilde kwam er een extra good-news-show. Tegelijk voel ik een zekere vermoeidheid voor crisissen bij pers en publiek. Iedereen snakt naar adem.

Wordt dat geen fundamentele handicap voor de CVP? Lage werkloosheid, behoorlijke economische vooruitzichten: vroeger was er in het land een latent gevoel van onbehagen, maar dat kan omslaan in een latent gevoel van comfort.

De Clerck: Al die externe factoren komen nu samen in één goede periode. De barometer staat op mooi weer. Versta me niet verkeerd: ik roep hoera als het goed gaat met dit land. Maar ik vind het onbegrijpelijk dat de regering deze hoogconjunctuur niet gebruikt om fundamentele stappen te zetten in de moeilijke dossiers. Wat doet de regering met de extra miljarden? Het is natuurlijk gemakkelijker om geld uit te geven dan verder te besparen. Het is niet omdat het beleid goed klinkt, dat het ook moedig is. Waar blijft het snelrecht? Straks zitten we met Euro 2000. Ik hoop van harte dat ongevallen uitblijven en België mag uitblinken. Maar wellicht zal snelrecht dan nuttig zijn. Marc Verwilghen zit klem. Hij, de grote vriend van de witte beweging, moet nu zijn liberale vrienden dienen, zoals met de politieke benoemingen in het notariaat.

U bespeurt daarin een kloof met het paarse discours?

De Clerck: Ik heb de laatste lijst met nieuwe notarissen gezien. Ik durf niet zeggen dat die benoemingen volgens de meest objectieve criteria zijn verlopen.

Het stopt trouwens niet bij justitie. Waar is de moedige visie inzake mobiliteit? Ik heb de indruk dat Isabelle Durant meer bezig is met de nieuwe treinlijn tussen Neufchâteau en Bastogne dan met een strategische visie op mobiliteit. In de gezondheidszorg staat CVP-kamerlid Greta D’Hondt positief tegenover veel concrete maatregelen van Frank Vandenbroucke, maar ze betreurt dat hij een debat weigert over fundamentele keuzes in de gezondheidszorg.

Maar snijdt die kritiek wel hout? Als Greta D’Hondt moet toegeven dat veel maatregelen goed zijn, zal de burger dat ook zo aanvoelen. De rest verbleekt daarbij.

De Clerck: Tot nu toe was de meeste wetgeving van deze regering slecht. Alleen Frank Vandenbroucke was niet te beroerd om amendementen aan te nemen. Maar voor het overige wordt bijna elk ontwerp door het parlement gejaagd, vaak met absolute hoogdringendheid in nachtelijke zittingen. Zij doen precies wat ze ons vroeger verweten. Het parlement heeft een stilzwijgende meerderheid.

Ik doorzie hun strategie wel. “Alles is nieuw” en “het communautaire is onbelangrijk”. Dat zijn allemaal trucs van strateeg Noël Slangen. Ze hadden hem beter meteen regeringscommissaris gemaakt. Wij vinden dus dat de realiteit niet overeenstemt met dat positieve gevoel. Ik ben blij dat het goed is geweest, maar die kunstmatige hoerastemming mag nu wel eens ophouden.

Maakten jullie geen foute inschatting? In het begin dacht de CVP: dit wordt een makkie, zes partijen van verschillende pluimage, dat spelen we moeiteloos uit elkaar.

De Clerck: Bij de regeringsvorming hebben wij inderdaad die fout gemaakt. Maar dan kwam die Franstalige golf en daarop zijn ze gaan surfen. Onze afwezigheid gaf hen nog extra wind in de zeilen: “Kijk eens, zonder de CVP, wat een plezier, wat een snelheid!” Dat leeft nog altijd. Bij sommigen slaat dat genoegen zelfs om in haat.

U bedoelt wellicht leedvermaak?

De Clerck: Nee, haat. Sommigen willen afrekenen met “die tjeeven“. Anderen zijn op hun hoede omdat ze in de gaten hebben dat we ons aan het herstellen zijn. Het interesseert mij niet om anderen snel van hun stoel te duwen. Als ze falen, gaan we ze natuurlijk niet sparen. Maar ik leef niet van de illusie: “Ze houden het niet lang uit, nog even en het is voorbij.”

Je kon immers voorspellen dat ze die zeer bonte draden van de coalitie zouden pogen te verstrengelen tot één sterk touw. Maar dat lukt niet. Die draden lopen nog altijd naast elkaar, en de rek gaat er snel uit. Groen naast blauw, rood als bemiddelaar.

Ik ken de SP’ers intussen wel, hé. Ik voel Vande Lanotte bezig in die ministerraad, tussen Onkelinx en Verhofstadt en Ecolo. Op dat vlak is hij sterk. Maar is dat het goede politieke werk? Nee, het is een kunstje om de zaken iedere keer weer aan elkaar te nieten. Dat blijft niet lukken. Elkeen wil zich zo graag manifesteren. Dat zie je het best bij Ecolo en op de VLD-flanken. Keer op keer moeten Jef Tavernier en Karel De Gucht hun troepen terugfluiten. Zo komen er grote hiaten in het weefsel.

Maar die draden bedekken wel het hele ideologische spectrum. Er is voor de CVP niet veel ruimte tussen het vluchtelingenstandpunt van VLD’ers als Bart Somers en Hugo Coveliers en dat van het Vlaams Blok.

De Clerck: Ik mis iedere ambitie om rechts van de liberalen te staan. De essentie van de CVP ligt in haar centrumvisie. De CVP is een volkspartij die diverse groepen samenbrengt. Dat leidde al eens tot verdorring, omdat we wat te veel met de macht bezig waren. Maar als volkspartij moeten we blijven zoeken naar een symbiose, wat mij betreft rond twee hoofdlijnen. Eén: Vlaanderen moet wereldklasse zijn. Dat vereist dus goed bestuur, corporate governance. Twee: de hele problematiek van het samenleven, niet het leven alleen maar het sámen-leven. Dat impliceert het middenveld, de familie en de versterking van de menselijke persoon. Dat is het model voor de nieuwe eeuw, niet de postmoderne aanpak van de regering, waar iedereen naast elkaar mag werken.

Deze regering heeft toch haar synthese: de actieve welvaartsstaat.

De Clerck: In Vlaanderen is de actieve welvaartsstaat al gerealiseerd. Hoe zou je het anders noemen, al die bestaande inspanningen om werklozen te vormen? Goed, dat is nooit af, maar het bestaat wel. Alleen hebben we dat niet zo genoemd. De CVP vergat haar project aantrekkelijk te formuleren.

Jullie hadden het gewoontjes over Sleutelplan.

De Clerck: Welja.

Dus u vindt de geschiedenis verschrikkelijk onrechtvaardig?

De Clerck: Hier zit geen ongelukkig man. Als het CVP-discours her en der geaccapareerd wordt, betekent het dat we niet zo verkeerd bezig waren. De CVP moet die actieve welvaartsstaat niet nog eens overdoen, ze moet op de nieuwe problemen wijzen waar zij nog niet mee bezig zijn en wij wel. Dat is het hele debat rond de mens zelf. De staat kan nu actief zijn en welvarend, maar is de mens daarmee gelukkig?

Als het over vreemdelingen gaat, vertrekt de CVP dus van het principe van de integratie. In die context wordt de vraag of we ons rechtser dan de VLD zouden moeten opstellen compleet irrelevant. We vrezen ook niet dat de VLD met wat uitspraken van Coveliers of Somers die rechterzijde kan inpikken. Integendeel. Waarom stellen die twee zich zo op? Toch juist omdat hun partij gevangen zit in een linkse regering. Zij voelen aan dat ze daartegen moeten reageren, wat leidt tot een aantal excessieve rukken naar rechts.

Johan Vande Lanotte had dus gelijk: dit is in potentie de meest linkse regering.

De Clerck: Ik denk dat ook. De sociale zekerheid hebben ze gebetonneerd. Niet dat het behoud van de sociale zekerheid daarom “links-links” is. Ook de CVP is voor een goede sociale zekerheid, maar we weten ook dat er moed vereist is voor de grote problemen die opdoemen. Of neem de vreemdelingenwetgeving. Met de uitgangspunten gaan we akkoord, maar het zijn vooral die ongelimiteerde Ecolo-accenten – naturalisatie zonder integratie, zonder inburgeringsplicht – die het halen. De PSC gaat daar te ver in mee. Ze holt Ecolo achterna. Dat is een probleem voor de efficiëntie van onze oppositie.

De hervorming van het overheidsapparaat? Afgevoerd. De verkorting van de asielprocedure? We zien er niets van. Het uitwijzingsbeleid? Er komen er duizenden per jaar binnen, maar hoeveel worden er uitgewezen? Enzovoort. Telkens weer winnen de pleitbezorgers van de laxistische, linkse aanpak het debat. Hoe harder Coveliers roept, hoe meer hij er de aandacht op vestigt dat zijn partij een probleem heeft. Dat probleem is niet dat de VLD rechts staat, maar juist dat ze daar niét staat.

En…

De Clerck:(onderbreekt) Of de Volksunie! Wat is nu hun Vlaamse houding? Hun voorzittersverkiezingen versterken wel de radeloosheid, maar ook zonder zijn ze hun koers kwijt. De VU zit in de Vlaamse regering en wil via die kleine hefboom de federale politiek wijzigen. Maar daar zeggen ze: VU? Je ne connais pas.

Misschien kan de CVP helpen. Als het nodig is om met de VU te praten om op de Costa tot dezelfde standpunten te komen, waarom niet? Het Vlaams akkoord is een lege doos, de Vlaamse regering faalt manifest. Dus is het wellicht nuttig dat wij Patrik Vankrunkelsven als Costa-voorzitter een beetje steunen. Dat zou voor hem best efficiënter kunnen zijn dan de hulp van de Vlaamse regering.

Deze regering dumpt het communautaire debat, de partijen van de meerderheid mogen een bocht van 180 graden maken. De CVP is in het verleden voor mindere inconsequenties afgebrand. Daarom geloof ik vandaag mijn ogen niet. Jullie moeten dat toch ook zien?

We hebben de indruk dat u de pers aanspoort.

De Clerck:(lacht) Toch een beetje. Ik ga daar niet chagrijnig over doen, maar ooit mogen de kleppen wel eens afvallen.

Maar gaat het om slechte politiek of om een andere politiek?

De Clerck: Ze moeten niet aankomen met de kritiek dat de CVP vier jaar lang niets heeft gedaan. Het was een bewuste keuze om na het Sint-Michielsakkoord van 1993 een rustperiode in te bouwen. Vier jaar lang werd die nieuwe debatronde voorbereid in het Vlaams parlement en de Senaat. We hebben alle hefbomen klaargezet. En dan zie je dat deze inspanning in acht uur tijd werd verkwanseld. De onderwijsfinanciering is nu al beslecht. Het regeerakkoord blokkeert de regionalisering van de sociale zekerheid; over Brussel mag pas na oktober 2000 gesproken worden. Wat voor communautaire dialoog blijft er dan over? Hooguit zullen ze goedkeuren wat eigenlijk al binnen was: de gewestbelasting, de afcentiemen. En dat zal dan met veel trommelgeroffel als een succes worden verkocht. En de VU aanvaardt dat allemaal?

In de vorige regeerperiode kon je geen VU’er interviewen of hij kapte op de CVP. Nu is het andersom.

De Clerck: Ik kap niet op de VU. Ik bied hen aan om samen te werken.

Hoever ziet u een zindelijke samenwerking met de VU gaan?

De Clerck: De federale en de Vlaamse regering willen het Vlaamse belang niet behoorlijk verdedigen. Dat willen wij wel, dus het lijkt mij nogal evident dat we aan de VU een bondgenootschap voorstellen. Ik weet uit ervaring dat er met VU’ers als Geert Bourgeois ernstig te werken valt. CVP en VU staan dicht bij elkaar inzake justitie, en dat is toch een afspiegeling van veel maatschappelijke thema’s. Waarom zouden we dan niet punctueel samenwerken, zoals voor het naturalisatie-ontwerp?

Moet het daarbij blijven op langere termijn?

De Clerck: Het is nu niet het moment om te discussiëren over het politieke landschap. Er zijn voorzittersverkiezingen bij de VU, en ik voel aan dat Bourgeois recht op de overwinning afstevent. Daarna volgen meteen de gemeenteraadsverkiezingen. En dan zien we wel. Een vereenvoudiging van het politieke landschap hangt samen met de keuze voor een nieuw kiesstelsel – daarover moet het debat in januari beginnen. Wij zijn voorstander van een stelsel dat de tendens naar grotere partijen ondersteunt.

Maar het eerste slachtoffer is altijd de kleinste partij, dus de VU. Acht u het op lange termijn mogelijk dat de VU – of een deel ervan – terugkeert naar de CVP?

De Clerck: Ja. (Beetje verveeld) Ik begrijp uw vraag als: “Sluit je zo’n operatie ooit uit?” Nee, ik sluit dat niet uit. Maar dat is geen agenda voor morgen. Vandaag zeg ik alleen: samenwerken waar het kan. Zonder achterliggende bedoelingen, zonder dubbelzinnigheid. Zitten we dicht bij elkaar, laten we het dan zeggen. We moeten niet per se van mening verschillen als we het eens zijn. Zeker niet met het Vlaams Blok naast ons in de oppositie.

Daarvoor wordt straks ook de positie van de CVP in de steden belangrijk?

De Clerck: In Antwerpen behaalt de CVP 10 à 12 procent. Niet meer echt een volkspartij dus. We moeten de fouten rechttrekken die we in het verleden gemaakt hebben. Alleen is de voorbereiding misschien te kort. Vorige keer was er die poging met Antwerpen 94, de CVP met de VU en Hugo Schiltz op één lijst. Het resultaat was niet schitterend. Nu komt er opnieuw een echte CVP-lijst.

Ik ben ervan overtuigd dat wij het beste antwoord hebben op extreem-rechts: een gezonde combinatie van veiligheid en vreemdelingenbeleid met een open, internationale culturele geest. Wie dat verhaal goed brengt, kan in Antwerpen succes hebben. Ze hebben daar genoeg experimenten en excessen gezien. Antwerpen beseft al wat ze nationaal nog niet doorhebben: dat het met zes partijen niet evident werken is, dat je Mieke Vogels niet zomaar kan combineren met Delwaide en Schiltz. Dat is niet het meest excellente bestuur.

Dat komt door een gebrek aan symbiose. Het is nogmaals een aansporing om naar grotere partijen te streven. Dat is een opdracht én voor VLD én voor SP én voor CVP, voor de VU ook wel, maar vooral voor de drie om te groeien. Die moéten groeien.

Ook in Mechelen kreeg de CVP klappen. Maar Luc Van den Brande heeft nog altijd niet beslist om in oktober 2000 de strijd aan te gaan. Oefent u druk op hem uit?

De Clerck: Wel, tijdens een bezoek aan Mechelen heb ik lang gepraat met onze schepenen en bestuursleden. Hun vraag is zeer expliciet: zij willen dat Luc Van den Brande de lijst trekt. Als zij dat vragen, en in de wetenschap dat extreem-rechts daar sterk staat, wie zou ik zijn om dat tegen te houden?

Wie is Van den Brande om dat tegen te houden? Moet hij niets teruggeven aan de partij?

De Clerck: Ik zeg bewust dat ik de vraag van de basis genegen ben. Er is wel een probleempje. Vooralsnog woont Luc Van den Brande op drie meter van Mechelen, in Bonheiden. Ik zeg niet zomaar: “Man, verkoop uw huis en verhuis.” Maar dat neemt niet weg dat ik gelukkig zou zijn… Bon. Laat mij maar expliciet zijn: ik zou willen dat Van den Brande de CVP-lijst trekt. Maar hij moet beslissen.

Is het niet zo dat Van den Brande twijfelt omdat hij met het idee blijft spelen terug in een regering te komen?

De Clerck: Alle CVP’ers moeten beseffen dat wij niet weten wanneer of hoe we opnieuw… Allez, het is totaal fout om nu te speculeren op om het even welk toekomstscenario. Wat nu telt, is oktober 2000. Ik roep dus al onze volksvertegenwoordigers op om hun verantwoordelijkheid op te nemen. Onze kracht ligt precies in die lokale verankering.

Daarom vind ik de decumul-voorstellen van Norbert De Batselier ook zo hypocriet. Ik verzet me niet tegen een redelijke beperking van de cumul, die bestaat trouwens al. Maar ik vind het ongehoord dat uitgerekend De Batselier, een man die altijd gecumuleerd heeft wat hij kon, ons de les leest en daarmee de CVP in haar kracht probeert te treffen. Dat is een onzindelijk manoeuvre, zeker als we nu al weten dat Landuyt en Stevaert de SP-lijst zullen trekken in Brugge en Hasselt.

U ontwaart een plat anti-CVP-manoeuvre.

De Clerck: Dat speelt zeker mee. Het leidt bovendien tot een verspilling van politiek talent. Neem nu Luc Martens, ooit een minister die keihard werkte. Plots zou zo’n man zich moeten beperken tot de Commissie Onderwijs in het Vlaams parlement. Om de veertien dagen een namiddag, en niets anders.

Heeft een parlementslid dan geen fulltime job?

De Clerck: Nee. (herhaalt met klem) Néé. Wel als je nieuw in het parlement belandt: je leert de stiel maar door intens te werken. Maar iemand die daar jaren zit, of minister is geweest, die zou zich dan plots moeten beperken tot één commissie? Daarmee krijgt zo’n man zijn dagen niet gevuld.

De negatieve kritiek van na 13 juni is blijkbaar gaan liggen binnen de CVP?

De Clerck: Ik heb het gevoel dat iedereen positief meewerkt, oudgedienden zowel als nieuwelingen. De voorbije weken heb ik gemerkt dat het mechanisme begint te lopen. Alleen mogen we niet vergeten dat aan het publiek duidelijk te maken. We moeten ook een aantrekkelijke affiche hebben om het volk te lokken. Want onze zaal was toch een beetje leeggelopen.

Walter Pauli Filip Rogiers

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content