‘ONZE PARTIJ IS AAN HET AFSTERVEN’

Lijst Dedecker behaalde bij de federale verkiezingen van 2007 6,5 procent van de stemmen. Zes jaar en een hoop calamiteiten later is de toekomst van de resterende mandatarissen onzeker. Het ziet ernaar uit dat LDD straks eindigt zoals het zes jaar geleden is begonnen: bij Jean-Marie Dedecker.

Vrijdag gaan de parlementsleden van LDD samen uiteten. Alle acht. Niet om de vijfde verjaardag van hun partij te vieren, maar om zich over haar toekomst te beraden. Als ze die tenminste nog heeft. Dezer dagen krijgt LDD in de peilingen geen half procent van de stemmen meer. Wie nu nog in een heropstanding gelooft, moet al een heel grote optimist zijn. Iemand zoals Jean-Marie Dedecker, bijvoorbeeld. ‘Met mijn partij heb ik geschiedenis geschreven’, zegt de partijvoorzitter. ‘Onderweg hebben we fouten gemaakt en tegenslagen gekend, maar het blijft toch iets om trots op te zijn. Het komt er nu opaan om de juiste keuzes te maken zodat dit verhaal ook in schoonheid eindigt. Als het al moet eindigen.’

Van hot naar not in vijf jaar tijd, je moet het maar doen. Toen de pas opgerichte Lijst Dedecker, zoals de partij toen nog heette, 6,5 procent behaalde bij de federale verkiezingen van 2007 wist founding father Jean-Marie Dedecker niet wat hem overkwam. En de traditionele Vlaamse partijen al helemaal niet. Maar uiteindelijk was het niet LDD maar de N-VA die de dijkbreuk in het politieke landschap wist te verzilveren. ‘Toen onze partij van start ging, was er behoefte aan een Vlaamse, rechts-liberale partij’, zegt Vlaams Parlementslid Boudewijn Bouckaert. ‘Maar de N-VA bleek dat verhaal beter aan de man te kunnen brengen en wist ook de onvrede van veel kiezers tegenover de traditionele partijen beter aan te spreken.’

De N-VA had ook iets wat LDD niet had: betrouwbare sympathisanten en structuren uit de tijd van wijlen de Volksunie, die met een vingerknip konden worden gereanimeerd. Bovendien stak de behoedzaamheid van de N-VA-top schril af tegen de grootspraak en de interne trammelant van LDD. Dat viel voor het eerst echt op in de aanloop naar de Vlaamse verkiezingen van 2009. Eerst kreeg Jean-Marie Dedecker veel kritiek omdat hij een privédetective had ingehuurd om de zakelijke belangen te onderzoeken van Karel De Gucht, de man die hem destijds uit de Open VLD had gezet. Daardoor kreeg zijn geloofwaardigheid een eerste, onherstelbare deuk. Kort daarna begon dan het circus rond LDD’er Dirk Vynck, die zich eerst naar de Open VLD liet lokken, maar dan met hangende pootjes naar LDD terugkeerde.

Een jaar later, bij de federale verkiezingen van 2010, volgde de electorale nekslag: alleen Jean-Marie Dedecker behaalde nog een zitje in de Kamer. En toen kwamen een paar ambitieuze partijleden ook nog op het idee dat hun partij beter af zou zijn zonder Dedecker. Als voorzitter moest hij plaatsmaken voor Vlaams fractieleider Lode Vereeck, en de naam Lijst Dedecker werd vervangen door het sobere maar weinig wervende LDD. ‘Allemaal onzin’, zegt Europees Parlementslid Derk Jan Eppink. ‘Zonder Dedecker bestaat de partij niet meer en er is ook niemand die de kracht had of heeft om alles zomaar over te nemen.’ Dus werd Dedecker amper een half jaar later weer gewoon voorzitter en bleven veel afdelingen zich Lijst Dedecker noemen.

Wilders achterna

Ondertussen bleef het snelle succes uit de begindagen de partij parten spelen. Sympathisanten die zich destijds hadden gemeld om in alle uithoeken van Vlaanderen een partijafdeling op te starten, zorgden gaandeweg voor bonje en complicaties. ‘Op het hoogtepunt hadden we 10.000 leden en waren er in de partij veel mensen actief die ik van haar noch pluim kende’, zegt Jean-Marie Dedecker. ‘Achteraf gezien waren we beter een beweging gebleven. Ik had het voorbeeld van Geert Wilders moeten volgen, die tot op vandaag het eerste en enige lid van de Nederlandse partij PVV is.’ Maar daarvoor waren de verwachtingen in 2007 veel te hoog gespannen. ‘Men dacht nogal vroeg dat we in het midden van het bed lagen en wel 16 procent konden behalen. Zelfoverschatting natuurlijk’, zegt Eppink. ‘De partij had wat bescheidener mogen zijn. We hadden niet meteen de pretentie mogen hebben om uit te pakken met een brede organisatie, die op den duur onbeheersbaars werd.’

Ondertussen zijn veel partijafdelingen alweer opgedoekt. ‘Zodra het bergaf ging, zijn een heleboel mensen vanzelf weer vertrokken. Meestal richting N-VA’, zegt Dedecker. ‘Het voordeel is dat degenen die nu nog over zijn wel degelijk op dezelfde golflengte zitten.’ Misschien komt het daardoor dat de LDD’ers zich tegenwoordig niet meer verliezen in openlijke kritiek op hun partij. Sinds Jurgen Verstrepen er vorig jaar is uitgezet omdat hij maar op de voorzitter bleef inhakken, zijn de resterende LDD’ers zelfs opvallend lief voor elkaar. Al zal het ook wel helpen dat ze nu nog meer vrijheid hebben dan vroeger. Dedecker mag zijn judoka’s dan met een stok in de hand hebben getraind, met zijn partijgenoten gaat hij tegenwoordig als een echte libertair om. Als het op hun parlementaire werk aankomt toch. ‘Ik heb altijd uitstekend met Dedecker samengewerkt’, zegt Derk Jan Eppink. ‘Toen hij mij in 2009 vroeg om het Europese boegbeeld van de partij te worden, kreeg ik meteen alle vrijheid. Na de verkiezingen belde hij me alleen af en toe op om te vragen of ik het nog graag deed. En bij mediaoptredens kreeg ik ook altijd wel een sms’je. Veel vergaderingen waren er niet, en de laatste jaren is het partijbestuur naar mijn weten niet meer samengekomen.’

Leven na de dood

Hoe slechter LDD het in de peilingen doet, hoe meer van haar ideeën bij andere partijen ingang vinden en hoe hoger haar parlementsleden opklimmen in allerlei rankings. De voorbije jaren hebben de meesten dan ook degelijk werk geleverd, en dat doen ze ondanks de belabberde vooruitzichten nog altijd. ‘Dat de kiezers ons niet volgen, is voer voor politieke marketeers’, zegt Lode Vereeck. ‘Ik ben een oprecht democraat en dus aanvaard ik dat je in de politiek ook ongelijk kunt krijgen. Al zou ik het natuurlijk liever anders zien.’ Dus werken hij en de rest van de Vlaamse fractie naarstig verder. Bijna alsof er niets aan de hand is. ‘Als volksvertegenwoordiger word je door de belastingbetaler goed betaald en dus moet je daar ook iets tegenover stellen’, zegt Bouckaert. ‘Daarnaast hebben we met LDD mooie dingen kunnen doen en willen we niet dat het in broedertwist en schande eindigt. En natuurlijk willen we ons ook manifesteren omdat we hopen dat er nog leven is na de dood.’ Met andere woorden: wie straks naar een andere partij wil kunnen overstappen, moet nu laten zien wat hij in huis heeft. Of zoals Vereeck het zegt: ‘We moeten door de grote poort buitenstappen om daarna misschien een andere poort te kunnen binnengaan.’

Die poort kan in de praktijk maar naar twee partijen leiden: de N-VA of de Open VLD. ‘Eigenlijk zijn wij een goed werkende firma die in haar geheel overgenomen zou kunnen worden’, zegt Boudewijn Bouckaert. ‘Maar dat is nu geen realistisch scenario, want zowel bij de N-VA als bij de Open VLD zou onze komst het interne evenwicht veel te veel verstoren.’ Dus hopen de meeste LDD-mandatarissen dat de partijvoorzitter hen vrijdag expliciet de vrijheid zal geven om elders hun kans te wagen. Elk op eigen kracht. ‘Ik weet ook wel dat de anderen zich nu willen profileren om eventueel elders onderdak te vinden’, zegt Dedecker. ‘Maar hoe zou ik hen dat in godsnaam kwalijk kunnen nemen?’

Voor Dedecker zelf lijkt het geen optie om zijn kiezers naar de N-VA te volgen. Vijf jaar nadat hij daar werd binnengehaald en onder druk van kartelpartner CD&V meteen weer wandelen werd gestuurd, wekt hij binnen de N-VA nog altijd grote verdeeldheid op. Maar op zijn 61e heeft hij ook nog geen zin om er al helemaal de brui aan te geven. Dus overweegt hij om bij de verkiezingen van 25 mei 2014 een West-Vlaamse LDD-lijst aan te voeren om zo naar de Kamer te kunnen terugkeren. Volgens interne peilingen zou dat best haalbaar zijn. Ook in Limburg en Vlaams-Brabant zou LDD nog een kans kunnen wagen, maar de vraag is of de respectievelijke lijsttrekkers, Lode Vereeck en Peter Reekmans, het risico willen nemen om onderuit te gaan. Misschien wordt LDD straks dus alsnog een beweging met als enige lid en verkozene Jean-Marie Dedecker. De partij heeft genoeg geld in kas om het nog een paar jaar uit te zingen en zelfs een handvol medewerkers te betalen.

‘Hoe je het ook wendt of keert, onze partij is aan het afsterven’, zegt Boudewijn Bouckaert. ‘Vandaag zijn wij generaals zonder troepen. Meer niet.’ Maar de opperbevelhebber blaast vooralsnog de aftocht niet. Al betekent dat misschien dat hij als laatste op het slagveld overblijft.

DOOR ANN PEUTEMAN

‘Ik had het voorbeeld van Geert Wilders moeten volgen, die tot op vandaag het eerste en enige lid van zijn partij is.’ Jean-Marie Dedecker

‘Eigenlijk zijn wij een goed werkende firma die in haar geheel overgenomen zou kunnen worden.’ Boudewijn Bouckaert

‘We moeten door de grote poort buitenstappen om daarna misschien een andere poort te kunnen binnen-gaan.’ Lode Vereeck

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content