‘Onze elektriciteit zou wel eens de duurste en de vuilste van Europa kunnen worden’
‘De discussie lijkt zich steeds meer af te spelen tussen believers en non-believers in kernenergie’, stelt Jonathan Holslag (VUB) vast.
De transitie naar duurzame energie is bepalend voor de welvaart van ons land in de komende decennia. Niet alleen staan we voor tientallen miljarden euro’s aan investeringen, de toekomstige prijs van elektriciteit zal zowel de koopkracht als de concurrentiepositie van ons land beïnvloeden. Onze elektriciteit zou wel eens de duurste en de vuilste van Europa kunnen worden. De hele kwestie bevestigt helaas opnieuw het systeemfalen van ons land.
Twintig jaar geleden al suggereerde de regering-Verhofstadt een geleidelijke kernuitstap tussen 2014 en 2025. Twintig jaar geleden ook werden daar vragen bij gesteld: over de betaalbaarheid, de energieveiligheid en de impact op het milieu. Nadien hebben alle regeringen de hete brij voor zich uitgeschoven.
Men kan vandaag inderdaad stellen dat het snel moet gaan, maar het is zorgwekkend hoe de beslissingen omtrent nucleaire energie door de regering-De Croo worden uitgelegd. Het is alsof zo’n gewichtige materie plots gereduceerd wordt tot een geloofskwestie. Energieminister Tinne Van der Straeten (Groen) probeerde de keuze dapper te verdedigen. Maar men kan toch minstens verwachten dat zo’n energietransitie aan ons, burgers, zou worden uitgelegd middels een haalbaarheidsstudie waar alle relevante departementen, inclusief de premier, hun schouders onder zetten.
Onze elektriciteit zou wel eens de duurste en de vuilste van Europa kunnen worden.
De impasse blijft niet beperkt tot de federale regering. De KU Leuven berekende bijvoorbeeld dat de Vlaamse subsidies voor zonnepanelen bij particulieren, sowieso al een van de duurst mogelijke bronnen van elektriciteit, de belastingbetaler 1,7 miljard euro te veel kostten. De energieregulator CREG berekende dat de windmolenparken in de Noordzee de Belgische consument 2 miljard te veel kosten. Het waren vooral Vlaanderen en de kustgemeentes die ijverden voor steun voor die parken. Idem voor de subsidies voor biomassacentrales, die door de Europese Commissie en de CREG beoordeeld werden als duur en inefficiënt.
Het gebrek aan een energiestrategie kwam voorts naar boven toen het Chinese State Grid wilde participeren in het nutsbedrijf Eandis. Plots bleek hoezeer de vitale energienetwerken vooral beheerd worden op basis van de prioriteiten van burgemeesters. Nu is er niets mis met lokale verankering, maar uit de Eandissaga bleek toch zeer duidelijk dat het voor lokale bestuurders met hun drukke lokale agenda vaak moeilijk is om het grotere strategische plaatje te zien. De toenmalige burgemeester van Leuven, Louis Tobback (SP.A), zei letterlijk: ‘We gaan hier niet zoals Jonathan Holslag geostrategische overwegingen maken.’ Ik hoop nog steeds dat hij dat ironisch bedoelde.
Je zou toch mogen verwachten dat de overheid de beslissingen over de kernuitstap helder zou uitleggen aan de burgers?
Het gaat zelfs verder dan de overheid. Hoe komt het dat de pers de voorbije twintig jaar, tijdens de diverse verkiezingen, politici niet veel grondiger op de rooster heeft gelegd over zulke gewichtige thema’s? Ook in de academische wereld leek de discussie zich steeds meer af te spelen tussen believers en non-believers in kernenergie. Net zoals de nucleaire sector in het verleden een flinke stempel drukte op de onderzoeksagenda kan men zich niet van de indruk ontdoen dat veel onderzoek vandaag nogal eenzijdig gesteund wordt vanuit de hoek van hernieuwbare energie.
Het energiebeleid is werkelijk een puinhoop in dit land. En je hoeft geen deskundige te zijn om een aantal argumenten te doorprikken. Kernenergie is duur, klinkt het. Klopt, maar een snelle blik op enkele cijfers leert dat de kosten, de LCOE, van elektriciteit uit aardgas ook enorm hoog zijn. Kernenergie verdringt hernieuwbare energie, hoort men ook. Mij laat zo’n argument uitschijnen dat veel hernieuwbare energiebronnen dus niet zo competitief zijn. Voorts heeft de vertraging van de bouw van nieuwe centrales in Finland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk ook te maken met zeer strenge regels en het feit dat het om pilootprojecten gaat.
Men hoort in de verdediging van gascentrales dat bedrijven als Engie enthousiast zijn. Tja. Als de vos de passie preekt, boer pas op je ganzen. Ook hoor je dat onze nieuwe gascentrales wat zuiniger zijn dan oude centrales. Maar ze zullen toch mee de vraag naar aardgas doen toenemen, en wellicht bedrijven aanmoedigen om aardgas te winnen in kwetsbare gebieden of door vervuilende fracking. Om nog maar te zwijgen over de geopolitieke gevolgen.
Ik ben geen deskundige en heb het antwoord niet in petto. Kernenergie is voor mij ook niet zaligmakend en heeft grote nadelen. Maar als burger zou ik van de verantwoordelijken een evenwichtig betoog willen horen. De meeste mensen onderschrijven het belang van duurzaamheid, maar er bestaan verschillende wegen ernaartoe. Overtuig ons ervan dat dit de juiste weg is.