Tussen Italië en Turkije botert het niet meer, sinds PKK-leider Öcalan in Rome aankwam.

Het is niet duidelijk of Abdullah Öcalan zich met opzet heeft laten arresteren in Italië – kwestie van een veilige cel in de nor te bezetten in een aangenaam klimaat in plaats van “voor de dood uit te blijven lopen” in het Midden-Oosten. Maar tactisch en strategisch gezien had hij natuurlijk niet beter kunnen doen. En de andere Europese Unieleden mogen in hun handen wrijven dat het hén niet overkomen is. De betogingen en de botsingen tussen Koerden en Turken in België, over iets waar dit land uiteindelijk niet veel zaken mee heeft, zijn een kleine aanwijzing voor wat er zou losbarsten als Öcalan bijvoorbeeld hier gevangen was.

Wat is er gaande?

Abdullah Ocalan – genaamd Apo, stichter en leider van de PKK of “Koerdische Arbeiderspartij”, die in Turkije voor Koerdische onafhankelijkheid een “gewapende strijd” voert -, werd bij het verlaten van het vliegtuig in Rome door de Italiaanse politie opgepakt omdat hij met een vervalst paspoort reisde.

Toen dit bekend werd, gebeurden er drie dingen.

Ten eerste mobiliseerden Koerdische verenigingen hun militanten in Europa, en in Rome zelf, om de vrijlating van hun Chef te eisen. Dat gaf meteen een beeld van Koerdische macht en zogenaamde eensgezindheid – een vervalst beeld, maar misschien zouden de Europeanen het wel slikken.

Ten tweede eiste de Turkse regering dat Rome Öcalan aan Turkije zou uitleveren, om terecht te staan wegens terrorisme, banditisme en een eindeloze reeks moorden. Turkse organisaties, heel waarschijnlijk gestuurd door de fascistische Grijze Wolven, gingen betogen voor de uitlevering van Öcalan. En gingen op de vuist met Koerden – een spiegelbeeldoperatie van de Europese PKK-actie min of meer. Daarbij werden huizen in brand gestoken en gewoon geweld werd niet geschuwd: geen van beide organisaties is van suikergoed gemaakt.

Ten derde vroeg Abdullah Öcalan politiek asiel in Italië. Van overal kwamen bedreigingen en chantagepogingen aangeregend over de kersverse Italiaanse regering. Voor als ze Öcalan zou uitleveren, en aan wie. En voor als ze hem niét zou uitleveren. Een perfect dilemma.

ER KOMT GEEN EERLIJK PROCES

Daar kwam nog bij dat een kind kan zien dat de publieke vijand nummer één voor Ankara in Turkije niet écht op een overdreven eerlijk proces hoeft te rekenen, zelfs áls de Turkse regering erin was geslaagd tussen twee bedrijven door een wet te doen aannemen waarbij de doodstraf werd afgeschaft – wat dus niet het geval was. Dus, Rome kon alvast Öcalan niét aan Turkije uitleveren, want Italië levert geen gevangenen uit naar landen waar ze de doodstraf kunnen krijgen.

En er kwamen nog méér inmengingen. Duitsland had eigenlijk signalen gegeven dat het Öcalan wou berechten, wegens moorden op PKK-dissidenten op Duits grondgebied. De VS, begaan met de regio van het Midden-Oosten en met de Turkse gevoeligheden, drongen er publiek op aan dat de PKK-leider aan Turkije zou gegeven worden, en wel zeer snel. Maar hoe gaat dat met inmenging? De Duitsers zagen al snel in dat ze er beter van werden als ze Öcalan niét moesten berechten, en zelfs als ze hem nooit meer zagen, en lieten aan Rome weten dat ze zijn uitlevering niet meer vroegen. En de Italiaanse regering van Massimo D’Alema kon zich natuurlijk ook niet zo openlijk door Washington laten voorschrijven wat ze moest doen – en wat ze het Italiaanse gerecht moest laten doen. Dus, die zei dat ze van die inmenging van derden niet gediend was, dat het gerecht onafhankelijk was, en dat de zaak haar loop zou nemen.

Niemand had toen durven voorspellen dat dat gerecht Öcalan de facto vrij zou laten: zogenaamd wel onder een soort huisarrest (bij een PKK-connectie), maar vrij om te gaan en staan waar hij wil. Hij mag alleen het land niet verlaten en moet de politie melden waar hij naartoe wil. Dit, omdat er geen eisen tot uitlevering zijn waar Rome kan op in gaan en omdat Öcalan in Italië niets verkeerds gedaan heeft, tenzij met een vals paspoort binnenkomen.

De woede van de Turkse regering, de Turkse generaals, de doorsnee Turken meer in het algemeen – die heel goed weten dat een Turk die in Italië een brood steelt, voor jaren de bak in gaat en niet geïnteresseerd zijn in de juridische wetenswaardigheden die Öcalan vrijuit doen gaan -, is ontieglijk groot en oprecht. Zij zitten met een heuse oorlog die al jaren duurt, de helft van hun land onveilig maakt, en tienduizenden slachtoffers gemaakt heeft. Volgens hun aanklacht stellen zij Öcalan persoonlijk verantwoordelijk voor meer dan dertigduizend doden.

GEEN DIALOOG MET MOORDENAARS

Hun boosheid is des te groter omdat ze gedacht moeten hebben dat ze hem eindelijk geklist hadden. Jarenlang organiseerde Abdullah Öcalan zijn guerrilla-oorlog vanuit Syrië en Libanon. Syrië had immers traditionele meningsverschillen en wrijvingen met Turkije. Öcalan en zijn PKK kwamen, zoals andere radicaal politieke groepen, Damascus goed te pas bij het pesten van de Turken. Öcalan hield dus kantoor in Damascus.

Zijn PKK was een in oorsprong maoïstische, nationalistische groep, die in 1984 de gewapende strijd voor Koerdische onafhankelijkheid begon. De oorlog die daaruit gegroeid is in het Turkse zuidoosten en in het noorden van Irak, heeft sindsdien de Turkse en de Koerdische politiek beheerst. De Turkse generaals, die niet in staat zijn hem te winnen, hebben er hun greep op de Turkse politiek mee bestendigd en het Turkse Koerdistan tot een gebied van verbrande aarde gemaakt. De Turkse toetreding tot de Europese Unie werd er zoniet door verijdeld, dan toch op een heel lange baan doorgeschoven. De economische ontwikkelingskansen van Turkije werden erdoor vernietigd. De opbouw van een nieuw Koerdistan, in de “veilige zone” van noordelijk Irak, werd er feitelijk door onmogelijk gemaakt.

Het grootste slachtoffer van allemaal zijn inderdaad de Koerden, die er hun land en hun gemeenschap door verloren, en die wel elke politieke regeling in de regio kunnen vergeten zolang ze zich niet aan de houdgreep van de moordenaarsbende, die de PKK is, ontworsteld hebben. Maar dàt wordt door de Turkse militairen onmogelijk gemaakt, die in Turkije al jaren, en met een Zuid-Afrikaanse systematiek, elke Koerdische groepering die zich aandient onthoofden, en dus het opgroeien van elke mogelijke alternatieve gesprekspartner beletten. Daarom slaat het argument van Ankara nergens op, dat erin bestaat dat de Turkse regering geen dialoog begint met moordenaars, zelfs al bieden die een eenzijdige wapenstilstand aan. Ankara heeft er met veel ijver zelf voor gezorgd dat er geen andere gesprekspartners zijn – tenzij opgesloten in de eigen gevangenissen omdat ze van Koerdistan gesproken hadden en over een mogelijke dialoog gerept.

Meet de heftigheid van de Turkse reactie zich aan de verwoestingen van de Koerdische oorlog – en de successen van de PKK in die oorlog -, het zou dwaas zijn daarin een rechtvaardiging voor Öcalan en zijn groep te willen zien. De Koerdische Arbeiderspartij is een stalinistische organisatie naar oud model, en zover men kan zien aangepast naar het voorbeeld van het Peruaanse Sendero Luminoso, een eerdere vorm van bergmaoïsme, die vergif is waar ze zich ook inplant, in de eerste plaats voor het eigen Koerdische volkje. Denken dat het Koerdische volk steunen impliceert dat men de PKK de hand boven het hoofd moet houden of haar hoofdmoordenaar Öcalan beschermen tegen de Turken, is verkeerd denken en de Koerden onderschatten. Er bestaan genoeg fatsoenlijke Koerdische organisaties die men kan steunen.

Sus van Elzen

Reageren op dit artikel kan u door een e-mail te sturen naar lezersbrieven@knack.be. Uw reactie wordt dan mogelijk meegenomen in het volgende nummer.

Partner Content